This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32019R1099
Commission Implementing Regulation (EU) 2019/1099 of 27 June 2019 amending Council Implementing Regulation (EU) No 412/2013 imposing a definitive anti-dumping duty and collecting definitively the provisional duty imposed on imports of ceramic tableware and kitchenware originating in the People's Republic of China
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1099 van de Commissie van 27 juni 2019 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op keuken- en tafelgerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1099 van de Commissie van 27 juni 2019 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op keuken- en tafelgerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China
C/2019/4565
PB L 175 van 28.6.2019, p. 14–16
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 15/07/2019
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Modifies | 32013R0412 | toevoeging | bijlage I tekst | 29/06/2019 |
28.6.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 175/14 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/1099 VAN DE COMMISSIE
van 27 juni 2019
tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op keuken- en tafelgerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1),
Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 van de Raad van 13 mei 2013 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op keuken- en tafelgerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China (2), en met name artikel 3,
Overwegende hetgeen volgt:
A. VOORAFGAANDE PROCEDURE
(1) |
Op 13 mei 2013 heeft de Raad bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 een definitief antidumpingrecht ingesteld op tafel- en keukengerei van keramiek ("tafelgerei") van oorsprong uit de Volksrepubliek China ("de VRC") dat in de Unie wordt ingevoerd. |
(2) |
Gezien het grote aantal Chinese producenten-exporteurs had de Commissie overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) 2016/1036 een steekproef van te onderzoeken producenten-exporteurs samengesteld. |
(3) |
De Raad heeft individuele rechten op tafelgerei ingesteld, variërend van 13,1 % tot 23,4 % voor de in de steekproef opgenomen ondernemingen, en een gewogen gemiddeld recht van 17,9 % voor andere, niet in de steekproef opgenomen medewerkende ondernemingen. Daarnaast heeft hij een recht van 36,1 % ingesteld op tafelgerei van alle andere Chinese ondernemingen. |
(4) |
De lijst van medewerkende producenten-exporteurs in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 412/2013 is gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 803/2014 van de Commissie (3) en Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2207 van de Commissie (4). |
(5) |
Volgens artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 kan artikel 1, lid 2, van die verordening worden gewijzigd door aan een nieuwe producent-exporteur het recht toe te kennen dat van toepassing is op de niet in de steekproef opgenomen medewerkende ondernemingen, te weten het gewogen gemiddeld recht van 17,9 %, wanneer de nieuwe producent-exporteur van tafelgerei in de VRC de Commissie voldoende bewijsmateriaal verstrekt. |
B. VERZOEK OM BEHANDELING ALS NIEUWE PRODUCENT-EXPORTEUR
(6) |
In mei 2018 heeft Fujian Dehua Sanfeng Ceramics Co. Ltd ("de indiener van het verzoek") om behandeling als nieuwe producent-exporteur (BNPE) verzocht, op grond dat zij voldeed aan alle drie de criteria van artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013. |
(7) |
Zij heeft haar argument onderbouwd onder indiening van een door haar ingevulde vragenlijst bij de Commissie. Na de antwoorden op de vragenlijst te hebben geanalyseerd, heeft de Commissie om verdere informatie en bewijsmateriaal verzocht, die door de indiener van het verzoek werden verstrekt. |
C. ANALYSE VAN HET VERZOEK
(8) |
Wat de voorwaarde van artikel 3, onder a), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 betreft, namelijk dat hij het betrokken product in het onderzoektijdvak niet naar de Unie heeft uitgevoerd, heeft de indiener van het verzoek zijn maandelijkse verkoopregister voor de periode 2011-2017 overgelegd. Hieruit bleek dat hij pas na afloop van het onderzoektijdvak, en wel in maart 2012, het betrokken product in de handel is gaan brengen. Dat bewijsmateriaal werd onderbouwd met het internationale verkoopregister, waaruit bleek dat de indiener van het verzoek in maart 2012 is begonnen met de uitvoer van het betrokken product naar de VS en in juli 2012 met de uitvoer ervan naar de Unie (Frankrijk). |
(9) |
Bij de controle van facturen en verdere verkoopdocumenten is geen bewijs aangetroffen dat het betrokken product vóór die data en/of in het onderzoektijdvak naar de Unie werd uitgevoerd. Derhalve heeft de Commissie, gezien de beschikbare informatie en documenten, geconcludeerd dat de indiener van het verzoek voldoet aan de voorwaarde van artikel 3, onder a), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013. |
(10) |
Wat de voorwaarde van artikel 3, onder b), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 betreft, heeft de Commissie vastgesteld dat de eigenaar van de indiener van het verzoek tot 2013 aandeelhouder van twee andere vennootschappen was. De documenten betreffende de oprichting en de zakelijke activiteiten van deze twee verbonden ondernemingen, waaronder hun boekhouding en in- en verkoopregisters, zijn opgevraagd en onderzocht. De documenten betreffende de oprichting en de zakelijke activiteiten van deze twee verbonden ondernemingen, waaronder de in- en verkopen van het betrokken product, zijn opgevraagd en onderzocht. Er werden aan de hand van de verstrekte documenten geen verdere commerciële of operationele banden geconstateerd met exporteurs of producenten uit de VRC waarvoor de antidumpingmaatregelen gelden. Aan een van de verbonden ondernemingen is integendeel in 2017 in feite een behandeling als nieuwe producent-exporteur toegekend (5). De Commissie heeft derhalve geconcludeerd dat de indiener van het verzoek voldoet aan de voorwaarde van artikel 3, onder b), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013. |
(11) |
Wat de voorwaarde van artikel 3, onder c), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 betreft, heeft de Commissie op basis van de overgelegde bewijsstukken vastgesteld dat de indiener van het verzoek het betrokken product na het onderzoektijdvak daadwerkelijk naar de Unie had uitgevoerd. De indiener van het verzoek heeft met een afnemer in Duitsland gesloten verkoopcontracten alsmede verdere verkoopdocumenten voor een transactie in oktober 2017 overgelegd. De Commissie heeft derhalve geconcludeerd dat de indiener van het verzoek voldoet aan de voorwaarde van artikel 3, onder c), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013. |
(12) |
De bedrijfstak van de Unie heeft geen bewijsmateriaal of informatie overgelegd waaruit blijkt dat de indiener van het verzoek niet aan een van de drie criteria voldoet. |
D. CONCLUSIE
(13) |
De Commissie heeft geconcludeerd dat de indiener van het verzoek voldoet aan de drie criteria om te kunnen worden beschouwd als nieuwe producent-exporteur. Bijgevolg heeft zij besloten dat aan de indiener van het verzoek een behandeling als nieuwe producent-exporteur moet worden toegekend, zodat haar naam moet worden toegevoegd aan de lijst van niet in de steekproef opgenomen medewerkende ondernemingen in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013. |
E. MEDEDELING VAN FEITEN EN OVERWEGINGEN
(14) |
De indiener van het verzoek en de bedrijfstak van de Unie zijn in kennis gesteld van de belangrijkste feiten en overwegingen op grond waarvan het passend werd geacht het antidumpingrecht dat van toepassing is op de niet in de steekproef opgenomen medewerkende Chinese producenten-exporteurs aan Fujian Dehua Sanfeng Ceramics Co. Ltd toe te kennen. |
(15) |
De partijen zijn in de gelegenheid gesteld opmerkingen in te dienen. Er zijn geen opmerkingen ontvangen. |
(16) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 15, lid 1, van de basisverordening ingestelde comité, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
In bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 wordt de volgende onderneming toegevoegd aan de lijst van niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs in de VRC:
Onderneming |
Aanvullende Taric-code |
Fujian Dehua Sanfeng Ceramics Co. Ltd |
C485 |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 27 juni 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.
(2) PB L 131 van 15.5.2013, blz. 1.
(3) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 803/2014 van de Commissie van 24 juli 2014 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op keuken- en tafelgerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 219 van 25.7.2014, blz. 33).
(4) Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2207 van de Commissie van 29 november 2017 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op keuken- en tafelgerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 314 van 30.11.2017, blz. 31).