This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013IP0367
European Parliament resolution of 11 September 2013 containing its recommendation to the Council, the Commission and the EEAS on the negotiations for an EU-Malaysia partnership and cooperation agreement (2013/2052(INI))
Resolutie van het Europees Parlement van 11 september 2013 met de aanbevelingen aan de Raad, de Commissie en de EDEO betreffende de onderhandelingen over een partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Maleisië (2013/2052(INI))
Resolutie van het Europees Parlement van 11 september 2013 met de aanbevelingen aan de Raad, de Commissie en de EDEO betreffende de onderhandelingen over een partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Maleisië (2013/2052(INI))
PB C 93 van 9.3.2016, p. 89–94
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
9.3.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 93/89 |
P7_TA(2013)0367
Onderhandelingen over een partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Maleisië
Resolutie van het Europees Parlement van 11 september 2013 met de aanbevelingen aan de Raad, de Commissie en de EDEO betreffende de onderhandelingen over een partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Maleisië (2013/2052(INI))
(2016/C 093/12)
Het Europees Parlement,
— |
gezien Verordening (EEG) nr. 1440/80 van de Raad van 30 mei 1980 betreffende de sluiting van de samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en Indonesië, Maleisië, de Filippijnen, Singapore en Thailand, lidstaten van de Association of South-East Asian Nations (1), |
— |
gezien de onderhandelingen over een partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst (PSO) tussen de EU en Maleisië, waartoe de Raad in november 2004 de Commissie heeft gemachtigd en die in oktober 2010 in Brussel zijn geopend, tijdens de achtste topconferentie EU-Azië (ASEM8), |
— |
gezien de ASEM9-topconferentie gehouden in Vientiane (Laos) op 5 en 6 november 2012, |
— |
gezien de topconferentie van de Associatie van Zuidoost-Aziatische staten (Asean) gehouden in Cambodja van 18 t/m 20 november 2012, |
— |
gezien zijn resolutie van 15 februari 2007 over de ontwerpbeschikkingen van de Commissie tot vaststelling van de landenstrategiedocumenten en indicatieve programma's voor Maleisië, Brazilië en Pakistan (2), |
— |
gezien zijn resolutie van 16 december 2010 over Maleisië: het toedienen van stokslagen (3), |
— |
gezien zijn resolutie van 21 januari 2010 over de recente aanvallen op christelijke gemeenschappen (4), |
— |
gezien zijn resolute van 27 september 2011 over een nieuw handelsbeleid voor Europa in het kader van de Europa 2020-strategie (5), |
— |
gezien de toetreding van de Europese Unie tot het Verdrag van vriendschap en samenwerking in Zuidoost-Azië in juli 2012 (6), |
— |
gezien de lopende onderhandelingen over een vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Maleisië, |
— |
gezien de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Maleisië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten, ondertekend in 2007 (7), |
— |
gezien de onderhandelingen over een vrijwillige partnerschapsovereenkomst met Maleisië met betrekking tot het actieplan Wetshandhaving, bestuur en handel in de bosbouw (FLEGT), die zijn gestart in 2007, |
— |
gezien het strategiedocument van de Europese Gemeenschap voor Maleisië voor de periode 2007-2013, |
— |
gezien artikel 90, lid 4, en artikel 48 van zijn Reglement, |
— |
gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken en het advies van de Commissie internationale handel (A7-0235/2013), |
A. |
overwegende dat Maleisië een van de oprichters van de Asean is en in 2015 het voorzitterschap van deze associatie op zich zal nemen; overwegende dat Maleisië de op een na belangrijkste handelspartner van de EU binnen de Asean is; |
B. |
overwegende dat Maleisië een actief lid is van het Forum voor economische samenwerking Azië-Stille Oceaan (APEC), de Organisatie van Islamitische Samenwerking (OIS), de Beweging van niet-gebonden landen (NAM), de Aziatische Ontwikkelingsbank (ADB), de Economische en Sociale Commissie voor Azië en het Stille Oceaan-gebied van de VN (UNESCAP), het plan van Colombo ter bevordering van de economische en sociale ontwikkeling in regio Azië-Stille Oceaan, de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO), de Ontmoeting Azië-Europa (ASEM) en het Oost-Aziatische groeigebied Brunei Darussalam — Indonesië — Maleisië — Filippijnen (BIMP-EAGA); overwegende dat Maleisië eveneens lid is van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) sinds de oprichting ervan in 1995, en lid is van onder andere de „Groep van 77” (G77) ontwikkelingslanden, de „Developing Eight” (D-8), de G15 en de Mensenrechtenraad van de VN (2010-2013); |
C. |
overwegende dat Maleisië zich in oktober 2010 heeft aangesloten bij het „Trans-Pacific Partnership”, dat in 2005 is opgericht en in leven is geroepen voor de sluiting van een vrijhandelsovereenkomst die grote gevolgen kan hebben voor de handelspolitiek van de EU; overwegende dat de in het kader van het „Trans-Pacific Partnership” gevoerde onderhandelingen een buitengewoon belangrijke wending hebben genomen met de toetreding van de Verenigde Staten in februari 2008, van Mexico in juni 2012 en van Canada in oktober 2012; |
D. |
overwegende dat Maleisië regelmatig deelneemt aan vredeshandhavingsmissies van onder andere de VN, onder meer in Libanon, Oost-Timor, de Filippijnen, Indonesië, Pakistan, Sierra Leone, Soedan, de Westelijke Sahara, Nepal en Kosovo, en een medische eenheid naar Afghanistan heeft gestuurd; |
E. |
overwegende dat in de Maleisische samenleving vele talen worden gesproken en dat deze samenleving multicultureel, multireligieus en multi-etnisch is, met een meerderheid van Maleisische moslims en een Indiase minderheid, een Chinese minderheid en een inheemse niet-Maleisische minderheid; |
F. |
overwegende dat op 5 mei 2013 parlementsverkiezingen zijn gehouden in Maleisië; |
G. |
overwegende dat in Maleisië, een land met een opkomende economie, succesvolle programma's voor sociaal-economische herstructurering ten uitvoer zijn gebracht, namelijk de „New Economic Policy” (NEP) in 1971, gevolgd door de „National Development Policy” in 1991 en vervolgens de „National Vision Policy” in 2001 op grond van het „New Economic Model” voor de verwezenlijking van het langetermijnontwikkelingsdoel van Maleisië om vóór 2020 een ontwikkeld land te zijn („Vision 2020”); |
H. |
overwegende dat in Maleisië een „Peaceful Assembly Act” is aangenomen op 20 december 2011; |
I. |
overwegende dat de samenwerking tussen de EU en Maleisië op het gebied van vrouwenrechten, de rechten van het kind, de rechten van inheemse volkeren, migratie, persvrijheid en verdedigers van de mensenrechten, is versterkt door regelmatige contacten met het maatschappelijk middenveld en de Maleisische mensenrechtencommissie (SUHAKAM); overwegende dat de EU bovendien geleidelijk haar samenwerking met Maleisië ontwikkelt op gebieden die vallen onder het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid (GBVB), zoals maritieme veiligheid en non-proliferatie van massavernietigingswapens; |
J. |
overwegende dat om de betrekkingen verder aan te halen, het Maleisische parlement in november 2010 de Interparlementaire Unie (IPU) Malaysia-EU Caucus heeft opgericht en dat de leden ervan zowel de regeringscoalitie als de oppositie vertegenwoordigen; |
1. |
beveelt de Raad, de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden aan: Wat betreft de onderhandelingen over een partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst
Politieke dialoog
Mensenrechten en fundamentele vrijheden
Economische, wetenschappelijke en culturele samenwerking
Overige bepalingen
|
2. |
verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie met de aanbevelingen van het Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de vicevoorzitter van de Europese Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (VV/HV), de Europese Dienst voor extern optreden en de regering en het parlement van Maleisië. |
(1) PB L 144 van 10.6.1980, blz. 1.
(2) PB C 287 E van 29.11.2007, blz. 507.
(3) PB C 169 E van 15.6.2012, blz. 132.
(4) PB C 305 E van 11.11.2010, blz. 7.
(5) PB C 56 E van 26.2.2013, blz. 87.
(6) PB L 154 van 15.6.2012, blz. 1.
(7) PB L 414 van 30.12.2006, blz. 85.