Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018TN0201

Zaak T-201/18: Beroep ingesteld op 23 maart 2018 — Diusa Rendering en Assograssi / Commissie

PB C 166 van 14.5.2018, p. 44–45 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

14.5.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 166/44


Beroep ingesteld op 23 maart 2018 — Diusa Rendering en Assograssi / Commissie

(Zaak T-201/18)

(2018/C 166/56)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partijen: Diusa Rendering Srl (Piacenza, Italië) en Assograssi — Associazione Nazionale Produttori Grassi e Proteine Animali (Buccinasco, Italië) (vertegenwoordiger: M. Moretto, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partijen verzoeken het Gerecht:

vast te stellen dat de Europese Commissie de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens de verordeningen nr. 1069/2009, nr. 178/2001 en nr. 999/2001 alsook krachtens de algemene beginselen van non-discriminatie en evenredigheid doordat zij heeft nagelaten ontwerpmaatregelen die strekken tot heroverweging van het verbod op uitvoer van organische meststoffen en bodemverbeteraars afgeleid van categorie 2-materiaal, dat tot op heden is vervat in artikel 43, lid 3, van verordening nr. 1069/2009, overeenkomstig de procedure van artikel 5 bis van besluit 1999/468/EG ter goedkeuring voor te leggen aan het regelgevend comité;

de verwerende partij te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeksters zetten uiteen dat tot eind 2011 organische meststoffen en bodemverbeteraars (OMB’s) afgeleid van dierlijke bijproducten van categorie 2 (en/of 3) naar derde landen mochten worden uitgevoerd, met als enige uitzondering OMB’s met verwerkte dierlijke eiwitten (VDE’s) afkomstig van herkauwers. Sinds de inwerkingtreding van verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1774/2002 (verordening dierlijke bijproducten) (PB 2009, L 300, blz. 1), en doordat de Commissie de noodzakelijke uitvoeringsbepalingen niet heeft vastgesteld, is het thans evenwel verboden om OMB’s die zijn verkregen uit categorie 2-materiaal naar derde landen te exporteren. Dat verbod blijft van kracht ook al hebben bijna alle lidstaten van de Unie inmiddels de status van landen met een te verwaarlozen risico op BSE en ofschoon de door het Office international des épizooties (OIE) vastgestelde internationale norm in geen dergelijk verbod voorziet voor OMB’s die van oorsprong zijn uit landen met die status.

De Unie verbiedt dus de export van OMB’s die zijn verkregen uit categorie 2-materiaal, ook als die van oorsprong zijn uit lidstaten waar het gevaar voor BSE onbetekenend is. Tegelijk staat zij echter toe dat diezelfde producten op haar grondgebied worden verhandeld en gebruikt. Zodoende erkent de Unie dat van categorie 2-materiaal afgeleide OMB’s die zijn vervaardigd volgens de voorschriften van de verordeningen nr. 1069/2009 en (EU) nr. 142/2011 van de Commissie van 25 februari 2011 tot uitvoering van verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot uitvoering van richtlijn 97/78/EG van de Raad wat betreft bepaalde monsters en producten die vrijgesteld zijn van veterinaire controles aan de grens krachtens die richtlijn (voor de EER relevante tekst) (PB 2011, L 54, blz. 1), in werkelijkheid geen gevaar vormen voor de gezondheid van mens en dier.

Terwijl de Unie een algeheel verbod op de uitvoer van de betrokken OMB’s oplegt, staat zij toe dat uit derde landen — met inbegrip van landen met een gecontroleerd of onbepaald risico — niet alleen levensmiddelen en diervoeder worden geïmporteerd die mogelijk zijn verkregen met gebruik van OMB’s van oorsprong uit derde landen die niet noodzakelijkerwijs dezelfde mate van veiligheid bieden als OMB’s die in de Unie zijn geproduceerd, maar ook levende dieren en vers vlees van dieren (varkens en pluimvee) die mogelijk rechtstreeks zijn gevoederd met meel dat is verkregen uit materiaal van herkauwers.

De schade die de Europese ondernemers lijden ten gevolge van het verbod op de uitvoer van OMB’s die zijn afgeleid van bijproducten van categorie 2, is enorm.

De middelen en voornaamste argumenten komen overeen met die welke zijn aangevoerd in zaak T-189/18, Lipitalia 2000 en Assograssi/Commissie.

Verzoeksters stellen met name dat inbreuk is gemaakt op artikel 43, lid 3, en artikel 52, lid 4, van verordening nr. 1069/2009.


Top
  翻译: