This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62021CN0232
Case C-232/21: Request for a preliminary ruling from the Landgericht Ravensburg (Germany) lodged on 12 April 2021 — CR, AY, ML, BQ v Volkswagen Bank GmbH, Audi Bank
Zaak C-232/21: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Landgericht Ravensburg (Duitsland) op 12 april 2021 — CR, AY, ML, BQ / Volkswagen Bank GmbH, Audi Bank
Zaak C-232/21: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Landgericht Ravensburg (Duitsland) op 12 april 2021 — CR, AY, ML, BQ / Volkswagen Bank GmbH, Audi Bank
PB C 297 van 26.7.2021, p. 18–20
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
26.7.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 297/18 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Landgericht Ravensburg (Duitsland) op 12 april 2021 — CR, AY, ML, BQ / Volkswagen Bank GmbH, Audi Bank
(Zaak C-232/21)
(2021/C 297/20)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Landgericht Ravensburg
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: CR, AY, ML, BQ
Verwerende partij: Volkswagen Bank GmbH, Audi Bank
Prejudiciële vragen
1) |
Wat betreft de wettigheidsfictie als bedoeld in artikel 247, § 6, lid 2, derde volzin, en § 12, lid 1, derde volzin, EGBGB [Einführungsgesetz zum Bürgerlichen Gesetzbuche (invoeringswet van het Duitse burgerlijk wetboek)]:
Ongeacht de beantwoording van de eerste prejudiciële vraag, onder a) en b): |
2) |
Wat betreft de verplichte informatie als bedoeld in artikel 10, lid 2, van richtlijn 2008/48/EG:
Indien de voorgaande eerste prejudiciële vraag, onder a), en/of ten minste één van de vragen onder a) of b) van de tweede prejudiciële vraag bevestigend wordt beantwoord: |
3) |
Wat betreft het verval van het in artikel 14, lid 1, eerste volzin, van richtlijn 2008/48/EG bedoelde herroepingsrecht:
|
4) |
Wat betreft de aanname dat er sprake is van misbruik van recht bij de uitoefening van het in artikel 14, lid 1, eerste volzin, van richtlijn 2008/48/EG bedoelde herroepingsrecht:
Ongeacht de beantwoording van de voorgaande eerste tot en met vierde prejudiciële vraag: |
5) |
Ongeacht de beantwoording van de voorgaande eerste tot en met vijfde prejudiciële vraag: |
6) |
Is § 348a, lid 2, punt 1, ZPO [Zivilprozessordnung (wetboek van burgerlijke rechtsvordering)], voor zover deze bepaling ook betrekking heeft op verwijzingsbeslissingen als bedoeld in artikel 267, tweede alinea, VWEU, onverenigbaar met de verwijzingsbevoegdheid waarover nationale rechterlijke instanties beschikken op grond van artikel 267, tweede alinea, VWEU, en moet die bepaling dus met betrekking tot het geven van verwijzingsbeslissingen buiten toepassing worden gelaten? |
(1) Richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van richtlijn 87/102/EEG van de Raad (PB 2008, L 133, blz. 66).