51999PC0552

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot vierde wijziging van Verordening (EG) nr. 1626/94 houdende technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden in de Middellandse Zee en tot vierde wijziging van Verordening (EG) nr. 850/98 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

De Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijn in de Atlantische Oceaan (ICCAT) heeft in haar elfde buitengewone zitting, die van 16 tot en met 23 november 1998 in Santiago de Compostela, Spanje, is gehouden, aanbevelingen gedaan voor regels inzake de minimummaten bij aanvoer van gewone of blauwvintonijn (Thunnus thynnus). In het bijzonder is een eerdere aanbeveling om de aanvoer te verbieden van tonijn met leeftijd 0, wat tot dusver werd geïnterpreteerd als vis met een gewicht tot 1,8 kg, gewijzigd en wordt nu de aanvoer van vis van minder dan 3,2 kg verboden om jonge exemplaren extra bescherming te bieden. Tevens is aanbevolen om de data van de bestaande gesloten periode voor ringzegenvisserij aan te passen.

De Gemeenschap is als lid van de ICCAT gebonden door deze aanbevelingen, die op 21 juni 1999 in werking zijn getreden.

De regels inzake de minimummaten bij aanvoer van tonijn zijn vastgesteld bij de Verordeningen (EG) nr. 1626/94 en (EG) nr. 850/98 van de Raad, respectievelijk voor de Middellandse Zee en voor de gebieden 1 tot en met 8 van de Atlantische en de Indische Oceaan. Om haar internationale verplichtingen na te komen, dient de Gemeenschap deze verordeningen te wijzigen om de ICCAT-aanbevelingen erin te verwerken. Dat is het doel van het onderhavige voorstel.

99/0222 (CNS)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot vierde wijziging van Verordening (EG) nr. 1626/94 houdende technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden in de Middellandse Zee en tot vierde wijziging van Verordening (EG) nr. 850/98 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 37,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europees Parlement ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 3760/92 van de Raad van 20 december 1992 , de bescherming en instandhouding van de levende mariene aquatische bestanden een van de algemene doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid is;

(2) De Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijn in de Atlantische Oceaan (ICCAT) in haar elfde buitengewone zitting, die van 16 tot en met 23 november 1998 in Santiago de Compostela, Spanje, is gehouden, heeft een aantal specifieke regels betreffende gesloten seizoenen en minimummaten bij aanvoer voor gewone of blauwvintonijn aanbevolen; deze regels zijn gebaseerd op wetenschappelijke adviezen; deze aanbeveling is op 21 juni 1999 in werking getreden;

(3) De Gemeenschap is lid van de ICCAT; het is bijgevolg dienstig deze aanbevelingen uit te voeren om zo een buitensporige visserijdruk op het tonijnbestand te voorkomen

(4) Bij Verordening (EG) nr. 1626/94 van de Raad van 27 juni 1994 en Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad van 30 maart 1998 minimummaten zijn vastgesteld voor gewone of blauwvintonijn in de Middellandse Zee, respectievelijk de gebieden 1 tot en met 5, met uitzondering van het Skagerrak en het Kattegat, van de Atlantische Oceaan en de Indische Oceaan; Verordening (EG) nr. 1626/94 seizoensmatige sluiting in de Middellandse Zee vaststelt; deze verordeningen derhalve gewijzigd moeten worden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1626/94 van de Raad wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 3bis wordt lid 1 vervangen door:

"1. Het is verboden met ringzegens op blauwvintonijn te vissen:

- voor vaartuigen die uitsluitend of overwegend in de Adriatische Zee actief zijn, in de periode van 1 tot en met 31 mei in de gehele Middellandse Zee en in de periode van 16 juli tot en met 15 augustus in de Middellandse Zee met uitzondering van de Adriatische Zee;

- voor vaartuigen die uitsluitend of overwegend in de Middellandse Zee, met uitzondering van de Adriatische Zee, actief zijn, in de periode van 16 juli tot en met 15 augustus in de gehele Middellandse Zee en in de periode van 1 tot en met 31 mei in de Adriatische Zee;

De lidstaten zien erop toe dat alle vaartuigen die hun vlag voeren of in hun register ingeschreven zijn, door de bovenbedoelde regels gebonden zijn.

Voor de toepassing van deze verordening wordt de zuidelijke grens van de Adriatische Zee gevormd door een lijn die loopt vanaf de Albanees-Griekse grens tot Kaap Santa Maria di Lèuca."

2. In bijlage IV van Verordening (EG) nr. 1626/94 komt de volgende tekst in de plaats van de overeenkomstige gegevens:

Soort Minimummaten

Thunnus thynnus 70 cm of 6,4 kg (**)

(**) Het bepaalde in artikel 8, lid 3, geldt evenwel niet voor incidenteel gevangen vissen met een gewicht tussen 3,2 en 6,4 kg, op voorwaarde dat deze niet meer dan 15% van de vangst in aantal stuks uitmaken."

Artikel 2

In bijlage XII van Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad komt de volgende tekst in de plaats van de overeenkomstige gegevens:

Soort Minimummaten

Gewone tonijn (Thunnus thynnus)(5) 6,4 kg of 70 cm

(5) Het bepaalde in artikel 19, lid 1, geldt evenwel niet voor incidenteel gevangen vissen met een gewicht tussen 3,2 en 6,4 kg, op voorwaarde dat deze niet meer dan 15% van de vangst in aantal stuks uitmaken.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De Voorzitter