This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document JOC_2001_240_E_0004_01
Proposal for a Council Decision concerning the signing, on behalf of the European Community, of the Partnership Agreement between the African Caribbean and Pacific States on the one part, and the European Community and its Member States, on the other part (COM(2000) 324 final — 2000/0124(AVC))
Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening namens de Europese Gemeenschap van de Partnerschapsovereenkomst tussen de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten (COM(2000) 324 def. — 2000/0124(AVC))
Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening namens de Europese Gemeenschap van de Partnerschapsovereenkomst tussen de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten (COM(2000) 324 def. — 2000/0124(AVC))
PB C 240E van 28.8.2001, p. 4–4
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening namens de Europese Gemeenschap van de Partnerschapsovereenkomst tussen de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten /* COM/2000/0324 def. */
Publicatieblad Nr. 240 E van 28/08/2001 blz. 0004 - 0004
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening namens de Europese Gemeenschap van de Partnerschapsovereenkomst tussen de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten (door de Commissie ingediend) TOELICHTING Algemeen (1) Bij besluit van 29 juni 1998 machtigde de Raad de Commissie onderhandelingen te openen met de ACS-staten over de sluiting van een partnerschapsovereenkomst als opvolgster van de Overeenkomst van Lomé. De Raad stelde daarbij tevens onderhandelingsrichtsnoeren vast. (2) De onderhandelingen hebben plaatsgevonden van 30 september 1998 tot 3 februari 2000. (3) De Commissie is van oordeel dat de overeenkomst voldoet aan de onderhandelingsrichtsnoeren die de Raad op 29 juni 1998 vaststelde. (4) De nieuwe overeenkomst markeert een fundamentele wijziging van de betrekkingen tussen de ACS-staten en de Gemeenschap en haar lidstaten, voortbouwend op wat in het kader van de eerdere overeenkomsten van Lomé is bereikt. (5) De overeenkomst wordt gesloten voor een periode van twintig jaar en kan iedere vijf jaar worden herzien. Voor elke periode van vijf jaar wordt een financieel protocol gesloten. Enkele onderdelen van de overeenkomst, zoals de procedures voor financiële steunverlening en de richtsnoeren voor sectoraal beleid, kunnen indien nodig worden herzien door de ACS-EG-Raad van ministers, die in de regel eenmaal per jaar bijeenkomt. Deze nieuwe aanpak is flexibeler en maakt het mogelijk de samenwerking aan de veranderende realiteit aan te passen. (6) Voor handelsregelingen is een specifiek tijdschema overeengekomen (zie punt 13). (7) De nieuwe overeenkomst combineert politiek, handel en ontwikkeling en berust op vijf onderling afhankelijke pijlers: - een brede politieke dimensie; - stimulering van een participatieve benadering; - meer nadruk op armoedebestrijding; - een nieuw kader voor economische samenwerking en handelssamenwerking; - hervorming van de financiële samenwerking. (8) De overeenkomst bevat bepalingen over intensivering van de politieke dialoog tussen de partijen. Eerbiediging van de mensenrechten, de democratische beginselen en de rechtsstaat zijn essentiële elementen van het partnerschap. Om schendingen van deze elementen te behandelen is een overlegprocedure opgezet. In bijzonder spoedeisende gevallen kunnen zonder voorafgaand overleg passende maatregelen worden genomen. (9) De overeenkomst noemt tevens goed bestuur als een fundamenteel element van het partnerschap en voorziet in een overlegprocedure voor ernstige gevallen van corruptie. (10) De overeenkomst bevat een aantal innoverende bepalingen ter stimulering van een participatieve aanpak, waarmee de rol van de civiele samenleving en de economische en sociale spelers wordt versterkt, door: - adequate informatie te verstrekken over de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst, vooral binnen de ACS-landen; - de civiele samenleving te consulteren over door de EU te ondersteunen economische, sociale en institutionele hervormingen; - de deelname van niet-overheidsactoren aan de uitvoering van programma's en projecten te faciliteren; - niet-overheidsactoren adequate steun te bieden voor capaciteitsopbouw; en - de vorming van netwerken en de totstandkoming van contacten tussen actoren in de ACS en in de EU aan te moedigen. (11) Bestrijding van armoede is de centrale doelstelling van het nieuwe partnerschap, zoals geformuleerd in de algemene bepalingen van de overeenkomst en in de clausules over ontwikkelingsstrategieën. De samenwerkingsstrategieën nemen internationale verbintenissen in aanmerking, onder meer de conclusies van VN-conferenties en internationale ontwikkelingsdoelstellingen, zoals de DAC-strategie van de OESO. (12) De EU en de ACS zijn tot overeenstemming gekomen over een proces om nieuwe handelsregelingen tot stand te brengen, die moeten leiden tot onderlinge liberalisering van de handel en formulering van bepalingen over handelsgerelateerde kwesties. De doelstellingen van de economische samenwerking en de handelssamenwerking zijn: - bevorderen van soepele en geleidelijke integratie van de economieën van de ACS-landen in de wereldeconomie; - stimuleren van productie-, leverings- en handelsmogelijkheden; - scheppen van een nieuwe handelsdynamiek en bevorderen van investeringen; - zorgen voor volledige conformiteit met de WTO-bepalingen. (13) De onderhandelingen over overeenkomsten inzake economisch partnerschap beginnen uiterlijk in september 2002. De huidige regeling blijft gedurende de voorbereidende periode (2000 tot uiterlijk 2008) gehandhaafd. (14) De overeenkomst bevat bepalingen over samenwerking op handelsgerelateerde gebieden. (15) De samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering wordt uitgevoerd op basis van en in overeenstemming met de door de ACS-staten op nationaal en regionaal niveau vastgestelde ontwikkelingsdoelstellingen, -strategieën en -prioriteiten. Een en ander is gebaseerd op de volgende beginselen: (a) de eigen plaatselijke inbreng, op alle niveaus, in het ontwikkelingsproces wordt bevorderd; (b) de samenwerking weerspiegelt een op wederzijdse rechten en plichten gebaseerd partnerschap; (c) de samenwerking benadrukt het belang van voorspelbaarheid en zekerheid ten aanzien van de verstrekking van middelen, die op zeer gunstige voorwaarden en op permanente basis dient te geschieden; (d) de samenwerking is flexibel en toegesneden op de situatie van iedere ACS-staat en op het specifieke karakter van het betrokken project of programma; (e) er wordt toegezien op efficiency, coördinatie en consistentie. (16) Alle instrumenten zijn opnieuw ingedeeld en gerationaliseerd. Alle beschikbare EOF-middelen worden nu via twee instrumenten beschikbaar gesteld: een bedrag voor niet-terugvorderbare steun en een bedrag voor risicodragend kapitaal en leningen aan de particuliere sector. Het voorstel (17) Om bovenstaande redenen is de Commissie van oordeel dat de overeenkomst namens de Gemeenschap moet worden gesloten. De Commissie stelt daarom de Raad voor de tekst van de overeenkomst goed te keuren en bijgaande voorstellen vast te stellen. De overeenkomst is een gemengde overeenkomst en moet daarom door de lidstaten volgens hun grondwettelijke procedures worden bekrachtigd. (18) De Commissie meent dat het verzoek van zes landen in het gebied van de Stille Oceaan om tot de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst te mogen toetreden gunstig moet worden beantwoord. Deze landen (Federale Staten van Micronesia, Republiek der Marshalleilanden, Palau, Nauru, Cookeilanden en Niue) moeten daarom worden toegevoegd aan de lijst van ondertekenende staten in de slotakte. (19) Het voorstel betreffende de ondertekening machtigt de voorzitter van de Raad de persoon aan te wijzen die bevoegd is de overeenkomst te ondertekenen namens de Gemeenschap. (20) Het voorstel betreffende de sluiting machtigt de voorzitter van de Raad de persoon aan te wijzen die bevoegd is de akte van goedkeuring namens de Gemeenschap neder te leggen. Artikel 3 van dit voorstel stelt een procedure in voor gevallen van schending van een essentieel element of ernstige gevallen van corruptie. Het bepaalde in Besluit 1999/214/EG van de Raad (PB L 75 van 20.3.1999) wordt gehandhaafd. Het Europees Parlement zal worden verzocht met de sluiting van de overeenkomst in te stemmen. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening namens de Europese Gemeenschap van de Partnerschapsovereenkomst tussen de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 310, in samenhang met de eerste zin van de eerste alinea van artikel 300, lid 2, Gezien het voorstel van de Commissie(1), Overwegende hetgeen volgt: De Partnerschapsovereenkomst tussen de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, waarover door de Commissie en de Raad is onderhandeld, dient namens de Europese Gemeenschap te worden goedgekeurd, BESLUIT: Enig Artikel De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is namens de Europese Gemeenschap tot ondertekening over te gaan van de Partnerschapsovereenkomst tussen de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten. Gedaan te Brussel, Voor de Raad De voorzitter