This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2005/106/72
Case T-71/05: Action brought on 14 February 2005 by Jacques Wunenburger against the Commission of the European Communities
Zaak T-71/05: Beroep, op 14 februari 2005 ingesteld door Jacques Wunenburger tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen
Zaak T-71/05: Beroep, op 14 februari 2005 ingesteld door Jacques Wunenburger tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen
PB C 106 van 30.4.2005, p. 35–36
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
30.4.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 106/35 |
Beroep, op 14 februari 2005 ingesteld door Jacques Wunenburger tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen
(Zaak T-71/05)
(2005/C 106/72)
Procestaal: Frans
Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 14 februari 2005 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Jacques Wunenburger, wonende te Zagreb (Kroatië), vertegenwoordigd door E. Boigelot, advocaat.
Verzoeker concludeert dat het het Gerecht behage:
1) |
het ontwerp-beoordelingsrapport over de periode 1 juli 1997 tot en met 30 juni 1999, dat hem op 22 maart 2002 is toegezonden, nietig te verklaren; |
2) |
het ontwerp-beoordelingsrapport over de periode 1 juli 1999 tot en met 30 juni 2001, dat hem op 22 maart 2002 is toegezonden, nietig te verklaren; |
3) |
hem een vergoeding toe te kennen voor immateriële schade, omdat in zijn personeelsdossier de beoordelingsrapporten over de beoordelingsperioden 1997-1999 en 1999-2001 ontbreken en zijn loopbaan is aangetast, welke schade ex aequo et bono wordt geraamd op 9 996 EUR, onder voorbehoud van verhoging van eis in de loop van de procedure; |
4) |
verweerster te verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Verzoeker in de onderhavige zaak stelt dat hij er sinds de beoordelingsperiode 1997-1999 niet in slaagt definitieve beoordelingen te verkrijgen.
Hij wijst er in dit verband op dat volgens vaste rechtspraak een beoordelingsrapport niet kan worden nietig verklaard louter omdat het te laat is opgesteld, behoudens uitzonderlijke omstandigheden; van dergelijke omstandigheden zou sprake kunnen zijn wanneer de rapporten met zodanige vertraging worden opgesteld dat de beoordelaars zich de geleverde prestaties niet meer kunnen herinneren. Dit is het geval met de betrokken ontwerp-beoordelingsrapporten.
Ter onderbouwing van zijn vorderingen stelt verzoeker:
— |
schending van de artikelen 25, tweede alinea, 26 en 43 van het Statuut, alsmede van de algemene uitvoeringsbepalingen inzake de toepassing van artikel 43 van het Statuut inzake de beoordelingsprocedure; |
— |
het bestaan van misbruik van bevoegdheid in casu; |
— |
schending van bepaalde algemene rechtsbeginselen, zoals de eerbiediging van de rechten van de verdediging, het beginsel van behoorlijk bestuur, het vertrouwensbeginsel, de eerbiediging van de zorgplicht, het beginsel van gelijke behandeling, en die beginselen die het TABG gebieden een besluit enkel op basis van juridisch aanvaardbare gronden vast te stellen, dat wil zeggen gronden die relevant zijn en vrij van kennelijke beoordelingsfouten omtrent de feiten of het recht. |