This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2005/115/36
Judgment of the Court of First Instance of 8 March 2005 in Case T-275/02 D v European Investment Bank (EIB) (Agents of the EIB — Action for annulment — Admissibility — Extension of the probationary period — Termination of contract — Conditions — Action for compensation)
Arrest van het Gerecht van Eerste Aanleg van 8 maart 2005 in zaak T-275/02, D tegen Europese Investeringsbank (EIB) (Personeelsleden van EIB — Beroep tot nietigverklaring — Ontvankelijkheid — Verlenging van proeftijd — Beëindiging van overeenkomst — Voorwaarden — Beroep tot schadevergoeding)
Arrest van het Gerecht van Eerste Aanleg van 8 maart 2005 in zaak T-275/02, D tegen Europese Investeringsbank (EIB) (Personeelsleden van EIB — Beroep tot nietigverklaring — Ontvankelijkheid — Verlenging van proeftijd — Beëindiging van overeenkomst — Voorwaarden — Beroep tot schadevergoeding)
PB C 115 van 14.5.2005, p. 19–19
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
14.5.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 115/19 |
ARREST VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG
van 8 maart 2005
in zaak T-275/02, D tegen Europese Investeringsbank (EIB) (1)
(Personeelsleden van EIB - Beroep tot nietigverklaring - Ontvankelijkheid - Verlenging van proeftijd - Beëindiging van overeenkomst - Voorwaarden - Beroep tot schadevergoeding)
(2005/C 115/36)
Procestaal: Frans
In zaak T-275/02, D, voormalig personeelslid van de Europese Investeringsbank, wonende te Luxemburg (Luxemburg), vertegenwoordigd door J. Choucroun, advocaat, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg, tegen Europese Investeringsbank (EIB) (gemachtigde: J.-P. Minnaert, bijgestaan door P. Mousel, advocaat, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg), betreffende, enerzijds, een beroep tot nietigverklaring van de besluiten van de EIB houdende verlenging van de proeftijd en beëindiging van de overeenkomst van verzoekster, en, anderzijds, een beroep tot vergoeding van de gestelde materiële en immateriële schade, heeft het Gerecht (Vijfde kamer), samengesteld als volgt: M. Vilaras, kamerpresident, F. Dehousse en D. Šváby, rechters; griffier: C. Kristensen, administrateur, op 8 maart 2005 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:
1 |
Het beroep wordt verworpen. |
2 |
Op het verzoek van de Europese Investeringsbank om vertrouwelijke behandeling behoeft niet te worden beslist. |
3 |
Elke partij zal haar eigen kosten dragen. |