This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2005/115/59
Case T-114/05: Action brought on 28 February 2005 by Joerg Peter Block and Others against the Commission of the European Communities
Zaak T-114/05: Beroep, op 28 februari 2005 ingesteld door Joerg Peter Block en anderen tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen
Zaak T-114/05: Beroep, op 28 februari 2005 ingesteld door Joerg Peter Block en anderen tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen
PB C 115 van 14.5.2005, p. 33–33
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
14.5.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 115/33 |
Beroep, op 28 februari 2005 ingesteld door Joerg Peter Block en anderen tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen
(Zaak T-114/05)
(2005/C 115/59)
Procestaal: Frans
Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 28 februari 2005 beroep ingesteld tegen de Commissie van de Europese Gemeenschappen door Joerg Peter Block, wonende te Sterrebeek (België), en 12 anderen, vertegenwoordigd door S. Rodrigues en A. Jaume, advocaten, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg.
Verzoekers concluderen dat het het Gerecht behage:
— |
Nietig te verklaren de besluiten van het TABG waarbij de klachten van verzoekers zijn verworpen, tezamen met de besluiten van het TABG van 1 mei 2004 houdende wijziging van de rangen van verzoekers in, al naar het gelang het geval, rang A*8 of rang B*8; |
— |
Nietig te verklaren de salarisafrekeningen van verzoekers, houdende toepassing van het besluit van het TABG tot wijziging van de rangen van verzoekers in, al naar gelang het geval, rang A*8 of rang B*8, met ingang van 1 mei 2004; |
— |
Het TABG te wijzen op de gevolgen van de nietigverklaring van de litigieuze besluiten en met name het opnieuw wijzigen van de rangen van verzoekers in, al naar gelang het geval, rang A*9 of rang B*9, en dit met terugwerkende kracht tot 1 mei 2004; |
— |
Subsidiair, de Commissie te gelasten te erkennen dat verzoekers bij hun eerstvolgende bevordering in aanmerking komen voor bevordering tot, al naar gelang het geval, rang A*10 of rang B*10; |
— |
De Commissie te veroordelen tot vergoeding van de schade die verzoekers hebben geleden doordat zij niet met ingang van 1 mei 2004 zijn ingedeeld in, al naar het gelang het geval, rang A*9 of rang B*9; |
— |
Verweerster te verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Verzoekers zijn allen ambtenaren van de Commissie die vóór de inwerkingtreding van de herziening van het Statuut waren aangesteld in de rangen A7 en B2. Zij bestrijden hun indeling in de rangen A*8 respectievelijk B*8 krachtens artikel 2 van bijlage XIII bij het Statuut.
Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoekers aan dat toepassing ten aanzien van hen van deze laatste bepaling onrechtmatig is omdat deze een schending vormt van artikel 6 van het Statuut, de beginselen van gelijkwaardigheid tussen de oude en de nieuwe carrièrestructuur en gelijke behandeling, het vertrouwensbeginsel en de verworven rechten van verzoekers. Verzoekers beroepen zich ook op misbruik van bevoegdheid.