This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2006/022/28
Case T-392/05: Action brought on 27 October 2005 — Mecklenburg-Strelitzer Montage- und Tiefbau v Commission
Zaak T-392/05: Beroep ingesteld op 27 oktober 2005 — Mecklenburg-Strelitzer Montage- und Tiefbau tegen Commissie
Zaak T-392/05: Beroep ingesteld op 27 oktober 2005 — Mecklenburg-Strelitzer Montage- und Tiefbau tegen Commissie
PB C 22 van 28.1.2006, p. 14–14
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
28.1.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 22/14 |
Beroep ingesteld op 27 oktober 2005 — Mecklenburg-Strelitzer Montage- und Tiefbau tegen Commissie
(Zaak T-392/05)
(2006/C 22/28)
Procestaal: Duits
Partijen
Verzoekster: Mecklenburg-Strelitzer Montage- und Tiefbau GmbH (Neustrelitz, Duitsland) [vertegenwoordiger: M. Grehsin, advocaat]
Verweerster: Commissie van de Europese Gemeenschappen
Conclusies van verzoekster
— |
Nietig te verklaren de beschikking van de Commissie van 5 maart 2003 (C(2003)519), voorzover in artikel 1, lid 3, daarvan de richtsnoeren van de deelstaat Mecklenburg-Vorpommern, wat het subprogramma C (gezamenlijke kantoren) op het grondgebied van „officiële toetredingskandidaten” betreft, als onrechtmatige staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag zijn aangemerkt. |
Middelen en voornaamste argumenten
De Commissie heeft in de bestreden beschikking vastgesteld dat de richtsnoeren inzake de verlening van steun voor de verkoop en export van producten uit Mecklenburg-Vorpommern staatssteun behelzen in de zin van artikel 87, lid 1, EG, indien daarbij steun wordt verleend die niet onder het toepassingsgebied van verordening (EG) nr. 69/2001 (1) valt. Volgens de Commissie is er ook sprake van staatssteun indien steun wordt verleend voor maatregelen voor de export naar landen die officieel kandidaat zijn voor toetreding tot de Europese Unie.
Verzoekster voert aan dat de bestreden beschikking onrechtmatig is op grond dat verweerster een officiële toetredingskandidaat met een lidstaat van de Europese Unie heeft gelijkgesteld en dientengevolge de voorschriften inzake de interne markt heeft toegepast. Voorts stelt verzoekster dat de steunregeling geen inbreuk maakt op verordening (EG) nr. 69/2001 of verordening nr. 70/2001 (2). Ten slotte betoogt zij dat de bestreden beschikking onbegrijpelijk is. Dienaangaande verklaart zij dat de aanmeldingsprocedure voor „de minimis”-steun niet van toepassing zou mogen zijn.
(1) Verordening (EG) nr. 69/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op de minimis-steun.
(2) Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen.