Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52005XR0275

Resolutie van het Comité van de Regio's over het werkprogramma van de Europese Commissie en de prioriteiten van het Comité van de Regio's voor 2006

PB C 115 van 16.5.2006, p. 69–73 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

16.5.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 115/69


Resolutie van het Comité van de Regio's over het werkprogramma van de Europese Commissie en de prioriteiten van het Comité van de Regio's voor 2006

(2006/C 115/15)

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S,

GEZIEN het werkprogramma van de Commissie voor 2006, getiteld „Het Europese potentieel volledig benutten” (COM(2005) 531 final),

GEZIEN de strategische doelstellingen 2005-2009 (COM(2005) 12 final),

GEZIEN het strategisch meerjarenprogramma van de Raad voor de periode 2004-2006 (zes achtereenvolgende voorzitterschappen),

GEZIEN de Mededeling van de Commissie „De bijdrage van de Commissie voor de periode van bezinning en daarna: Plan D voor Democratie, Dialoog en Debat” (COM(2005) 494 final),

GEZIEN het Protocol betreffende de wijze van samenwerking tussen de Europese Commissie en het Comité van de Regio's (DI CdR 81/2001 rév. 2),

GEZIEN de resolutie van het Comité van de Regio's over „Een nieuw elan voor de strategie van Lissabon” (CdR 518/2004),

GEZIEN de resolutie over de toekomst van de financiële perspectieven voor 2007/2013 (CdR 203/2005),

OVERWEGENDE dat de lokale en regionale overheden een belangrijk deel van de uitvoering van het EU-beleid op zich nemen;

OVERWEGENDE dat de democratische legitimiteit van het EU-beleid sterk zou toenemen als de lokale en regionale overheden zouden worden betrokken bij het vaststellen van de prioriteiten van de EU;

OVERWEGENDE dat het Comité van de Regio's in februari 2006, bij het begin van zijn vierde mandaatperiode (2006-2010) zijn prioriteiten voor de komende vier jaar zal vaststellen;

heeft tijdens zijn op 16 en 17 november 2005 gehouden 62e zitting (vergadering van 17 november) de volgende resolutie goedgekeurd.

FINANCIËLE VOORUITZICHTEN

Het Comité van de Regio's is van mening dat de goedkeuring tijdens het Britse voorzitterschap van ambitieuze financiële vooruitzichten van essentieel belang is om de Europese Unie de middelen te geven om haar mandaat uit te voeren en een sterkere burgerbetrokkenheid te bewerkstelligen, om voort te gaan met de ingezette hervormingen, om de Europese meerwaarde van het gemeenschappelijk cohesie- en landbouwbeleid te waarborgen en om de weg voor te bereiden voor een echt communautair onderzoek- en innovatiebeleid.

PERIODE VAN BEZINNING

Het Comité herhaalt dat het grote waarde hecht aan het grondwettelijk verdrag en aan de vooruitgang die hiermee wordt geboekt, in die zin dat het verdrag garant staat voor een betere Europese governance. De EU die ermee wordt beoogd, zal aanzienlijk beter, eenvoudiger en transparanter kunnen functioneren dan op grond van de huidige verdragen mogelijk is.

Het beveelt de Europese Commissie aan zijn voorstel voor een routekaart ter harte te nemen, waarin het ervoor pleit om tijdens de periode van bezinning een werkelijk decentraal debat van de grond te krijgen, dat op het „nabijheidsbeginsel” is gebaseerd en daarom in de Europese regio's en steden moet worden gevoerd. Er moet worden gediscussieerd over de meerwaarde, de fundamentele waarden en het beleid van de EU en over de vraag waar we met de Unie naartoe willen.

Het nodigt de Europese Commissie uit om in het kader van haar Plan D, maar ook van haar toekomstige informatie- en communicatiebeleid, een ambitieuze, proactieve en vooral decentrale benadering te volgen, om de verbondenheid van de burgers met Europa te stimuleren.

Het is bereid zijn verantwoordelijkheid op zich te nemen ten aanzien van de regionale en lokale overheden en de regionale en lokale pers, die onmisbare intermediairs zijn voor de communicatie met de burgers. Het hoopt derhalve over meer financiële middelen te kunnen beschikken, om een doeltreffende bijdrage tot de denkpauze te kunnen leveren.

EUROPESE GOVERNANCE

Het Comité is ingenomen met het standpunt van de Europese Commissie dat de Europese Unie haar doelstellingen alleen zal kunnen verwezenlijken als de Europese instellingen, de nationale, regionale en lokale overheden en de burgers ieder hun bijdrage leveren. Het hoopt dat dit partnerschap voor de opstelling en uitvoering van het EU-beleid de volgende resultaten oplevert:

dat wordt nagedacht over de vraag hoe doelgerichte tripartiete overeenkomsten en contracten kunnen helpen om de Lissabon-strategie nieuw elan te geven;

dat de lokale en regionale overheden stelselmatig vroegtijdig geraadpleegd worden over de uitwerking van Europese wetgeving, hoe de ratificatie van het grondwettelijk verdrag ook verder zal verlopen;

dat verder wordt gegaan met de stelselmatige toepassing van de nieuwe methode voor effectbeoordeling bij belangrijke wetgevingsinitiatieven van de Commissie, en dat het CvdR wordt betrokken bij effectbeoordelingen;

dat in de nationale actieplannen ter vereenvoudiging van de regelgeving specifiek aandacht wordt besteed aan de regionale dimensie;

dat bijzondere aandacht uitgaat naar de omzetting van de communautaire wetgeving en de gevolgen voor de lokale en regionale wetgeving.

Het Comité is ermee ingenomen dat de Commissie in het kader van haar streven om de wetgeving te verbeteren van plan is om de raadpleging en de effectbeoordeling van wetgeving te intensiveren. Met het oog op eventuele gevolgen van het gemeenschappelijke handelsbeleid voor regio's en gemeenten wordt de Commissie verzocht het Comité ook over initiatieven op dit beleidsterrein te raadplegen, en dan vooral over de uitwerking van de aanbevelingen voor onderhandelingsmandaten voor internationale handelsverdragen.

Het verzoekt de Commissie derhalve om te bevorderen dat het Comité in een vroeg stadium van het EU-optreden een proactievere rol kan spelen, zowel door het uitbrengen van verkennende adviezen over toekomstig EU-beleid waarin op de gevolgen daarvan voor de lokale en regionale overheden wordt ingegaan, als door het opstellen van verslagen over de gevolgen van bepaalde richtlijnen voor lokale en regionale overheden.

Wat de pogingen van de Commissie betreft om wetgevingsvoorstellen te codificeren en te herschikken: „betere wetgeving” mag niet uitsluitend neerkomen op „minder wetgeving”. Telkens als zij een wettekst intrekt zou zij dat moeten motiveren met een beoordeling van de Europese meerwaarde van een wetgevingsvoorstel.

WELVAART

Het Comité van de Regio's herhaalt dat elk van de drie pijlers van de strategie van Lissabon — de economische, de sociale en de milieupijler — evenveel aandacht moet krijgen.

Het verzoekt de Europese Commissie rekening te houden met de belangrijke rol van de lokale en regionale overheden voor de verwezenlijking van meer groei en werkgelegenheid in het kader van de herziening en tenuitvoerlegging van de geïntegreerde richtsnoeren voor groei en werkgelegenheid.

Het is van mening dat cohesie en concurrentievermogen twee elkaar versterkende doelstellingen zijn, die niet los van elkaar mogen worden gezien. Door gebruik te maken van het nog onvoldoende benutte lokale en regionale potentieel en kapitaal, kan men het concurrentievermogen van een gebied verbeteren en positief bijdragen tot de doelstelling van territoriaal evenwicht en samenhang. Bovendien is het Comité het ermee eens dat het concurrentievermogen afhangt van een goed functionerende interne markt, en dringt het aan op bijzondere aandacht voor grensoverschrijdende regio's.

Het Comité van de Regio's is van oordeel dat de bestuursstructuren in de lidstaten, waarvan sprake is in de strategie van Lissabon, moeten worden aangepast om de steun uit de structuurfondsen en de Lissabonstrategie rechtstreeks en formeel aan elkaar te koppelen.

Het is het volledig met de Commissie eens dat de mondialisering een realiteit is die moet worden omarmd om een dynamische groei en een verbetering van de werkgelegenheid mogelijk te maken, met name door te anticiperen en te reageren op de gevolgen van herstructureringen in verband met de mondialisering.

Het Comité dringt er met klem bij de Europese Commissie op aan belemmeringen voor de mobiliteit van burgers verder weg te nemen en burgers aan te moedigen in heel de Unie mogelijkheden aan te grijpen, aangezien zulks essentieel is voor een dynamische economie.

Het erkent dat onderwijs en opleiding belangrijke instrumenten zijn om de Lissabondoelstellingen te verwezenlijken en om ervoor te zorgen dat alle Europeanen worden opgenomen in de kennismaatschappij. In dit verband stelt het tevreden vast dat de Commissie zich zal inspannen voor de erkenning van diploma's, de bevordering van de mobiliteit en investeringen ter verbetering van het ondernemingsklimaat.

Het Comité van de Regio's hecht veel belang aan de bevordering van een regionaal evenwichtige en sociaal rechtvaardige informatiemaatschappij, waarin alle burgers over de vaardigheden beschikken die nodig zijn om te leven en te werken in dit nieuwe digitale tijdperk. Het heeft veel bijgedragen (en zal dat blijven doen) tot de ontwikkeling van lokale en regionale e-diensten en de elektronische overheid, en heeft altijd benadrukt dat lokale en regionale acties op dit gebied het meest doeltreffend zijn.

Het is het met de Commissie eens dat het trans-Europese netwerk en het groei-initiatief gecombineerd moeten worden, en wel door omvangrijke extra middelen te koppelen aan nieuwe maatregelen om de netwerken operationeler te maken en beter te coördineren.

Het is van mening dat de trans-Europese netwerken in de sectoren vervoer, telecommunicatie en energie van essentieel belang zijn om het potentieel van de Europese economie volledig te benutten, om alle landen van het uitgebreide Europa met elkaar te verbinden en de territoriale samenhang te verbeteren.

SOLIDARITEIT

Het Comité steunt het streven om de inspanningen te richten op de invoering van een passende programmering voor de nieuwe generatie structuurfondsen, maar wijst in dit verband op de administratieve en financiële problemen voor de lokale en regionale overheden, die het gevolg zijn van het uitblijven van overeenstemming over de financiële vooruitzichten.

Het zal de verwezenlijking van de doelstelling inzake „Europese territoriale samenwerking” nauwlettend volgen, met name de omschrijving van de voor steun in aanmerking komende gebieden, de vereenvoudiging van de administratieve procedures en de samenhang tussen de betreffende maatregelen en de Europese strategische beleidslijnen.

Het doet de dringende aanbeveling in de toekomstige, uit de structuurfondsen gefinancierde programma's aandacht te besteden aan stadsvernieuwing, sociale achterstand, specifieke huisvestingsmaatregelen, economische hervormingen en openbaar vervoer. Het gaat hierbij om zaken die met name in stedelijke agglomeraties een rol spelen, al erkent het Comité het belang hiervan voor alle Europese regio's en ziet het de noodzaak in van evenwicht in dit opzicht tussen stad en platteland in de toekomstige programma's.

Ook verzoekt het Comité de lidstaten en hun lokale en regionale overheden om de ESF-middelen doelgericht te gebruiken en zo gebieden die te kampen hebben met stedelijk geweld te helpen. Verder verzoekt het de Commissie erover te waken dat het URBAN-initiatief en de daarbij behorende doelstellingen in de toekomstige regeling voor de structuurfondsen overeind blijven.

Het Comité staat volledig achter de toegevoegde waarde van het nieuwe rechtsinstrument „Europese groepering voor territoriale samenwerking” (EGTS) voor het aanmoedigen van samenwerking tussen lokale en regionale overheden, en wijst erop dat de controleprocedures tijdens de oprichtingsfase van een EGTS niet mogen worden verzwaard. Het Comité heeft een platform opgericht voor actoren op het gebied van lokale en regionale samenwerking, dat moet toezien op de procedure voor goedkeuring van de verordening en voor het operationeel maken van de eerste EGTS.

Het wijst nogmaals op de noodzaak om in alle Europese regio's multifunctionele landbouw te handhaven, aangezien het platteland 90 % van het grondgebied van de EU beslaat. Het Comité is ingenomen met de voortgang van de herziening van het GLB in sectoren waar nog niet is hervormd. De herziening van het GLB moet derhalve niet alleen worden aangegrepen om nieuwe maatregelen uit te stippelen ter compensatie van de natuurlijke handicaps voor met name landbouwbedrijven, maar ook om middelen te zoeken om het beheer van grote gebieden aan te moedigen en meer in het algemeen hun economische ontwikkeling te bevorderen.

Het Comité acht het onontbeerlijk dat de werkzaamheden op het gebied van diensten van algemeen belang, die van strategisch belang zijn voor de lokale en regionale overheden, worden voortgezet. Het benadrukt m.n. de behoefte aan een horizontaal en multisectoraal referentiekader op communautair niveau om te kunnen vaststellen welke diensten van algemeen belang aan de marktwerking moeten worden onttrokken, en zal in deze context met bijzondere belangstelling kennis nemen van de in 2006 te verschijnen mededeling over sociale diensten van algemeen belang.

Het Comité herinnert eraan dat de demografische veranderingen voor de decentrale overheden in Europa een politieke, economische en sociale uitdaging vormen. Er moet op alle terreinen van het openbare leven handelend worden opgetreden, want alleen door op de demografische veranderingen vooruit te lopen, kunnen wij onze samenlevingen bestendigen. Het verzoekt de Commissie dan ook in de loop van 2006 met een vervolg op het Groenboek over de demografische ontwikkeling te komen.

Het is verheugd over de initiatieven van de Commissie om een nieuwe strategie voor gezondheid en veiligheid op het werk uit te werken, die de Europese Unie in staat zal stellen om een samenhangender kader op dit gebied te definiëren. Het Comité beklemtoont de noodzaak om de daadwerkelijke betrokkenheid van regionale en lokale overheden, met name bij het vaststellen van gezondheidsindicatoren en toekomstige benchmarking, te waarborgen.

Het wijst met klem op het belang van gelijke kansen. Dit is een terrein waarop de lokale en regionale overheden een sleutelrol moeten spelen, met name op grond van hun functie als belangrijke werkgevers en vanwege hun verantwoordelijkheid voor het aanbieden van goederen en diensten. Wat dit betreft kijkt het Comité uit naar de mededeling van de Europese Commissie over de strategie voor gelijke kansen voor mannen en vrouwen.

Het verwelkomt het voorstel om 2008 uit te roepen tot Jaar van de interculturele dialoog, en herinnert eraan dat eerbiediging van de culturele en linguïstische diversiteit voor het CvdR een van de basisbeginselen is die aan de Europese eenwording ten grondslag liggen. Doel is niet om verschillen weg te nemen of te zorgen voor een uniforme identiteit, maar om een intensievere samenwerking en een beter begrip tussen de Europese volkeren te bevorderen.

Het Comité is het met de Europese Commissie eens dat de strijd tegen de klimaatverandering een van de grootste uitdagingen van de toekomst is. Dit probleem moet worden aangepakt door middel van een integrale benadering waarbij alle bestuurslagen niet alleen met elkaar samenwerken, maar ook met het bedrijfsleven, organisaties uit de gezondheidszorg, maatschappelijke groeperingen, het onderwijs en energie-efficiëntie-organisaties.

Het roept de Commissie ertoe op om in het Actieplan meer maatregelen op te nemen gericht op leveranciers en distributeurs van energie, en stelt voor om energie-efficiëntiemaatregelen financieel aantrekkelijker te maken — met name ten gunste van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen — en toe te staan dat de lidstaten milieu-innovaties en tot grotere energie-efficiëntie leidende productiviteitsverbeteringen subsidiëren; hierdoor wordt innovatie bevorderd, wordt Europa concurrerender en worden de duurzaamheid en de continuïteit van de energievoorziening gewaarborgd.

Het benadrukt dat moet worden gezorgd voor een dynamische maritieme sector die gebaseerd is op duurzame ontwikkeling. Hierbij moet de bijdrage van de lokale en regionale overheden aan het beheer van maritieme hulpbronnen volledig worden erkend en worden verankerd in het nieuwe beleid van de EU.

VEILIGHEID

Het Comité steunt de tenuitvoerlegging van de tien prioriteiten van het Haags programma voor de komende vijf jaar, waaruit blijkt dat Europa vastbesloten is de Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht te versterken, en het verzoekt de Commissie een specifiek actieplan voor de plaatselijke en regionale autoriteiten uit te werken, zodat de plaatselijke en regionale dimensie een grotere plaats krijgt in het communautaire optreden.

Het Comité sluit zich aan bij de strijd van de Commissie tegen georganiseerde misdaad en terrorisme, en herinnert aan zijn voorstel om een Europees waarnemingscentrum voor stadsveiligheid op te richten, waaraan o.m. ook zou worden deelgenomen door vertegenwoordigers van de plaatselijke en regionale overheden van de lidstaten, die beschikken over alle gegevens die nuttig kunnen zijn bij het uitstippelen van beleidsmaatregelen, de bevordering en coördinatie van onderzoek, en het verzamelen, ordenen en verwerken van veiligheidsgegevens. Men denke hier m.n. aan de verspreiding van goede praktijkvoorbeelden en de totstandbrenging van plaatselijke en regionale partnerschappen.

Om de nodige instrumenten voor de totstandkoming van een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht te kunnen ontwikkelen, dient volgens het Comité gebruik te worden gemaakt van de structuurfondsen. Het dringt er daarom op aan dat de Commissie in het kader van de nieuwe financiële vooruitzichten werk maakt van de richtsnoeren terzake die in het derde cohesieverslag worden uiteengezet.

De veiligheid van vervoersystemen is voor de vervoerders en de belangrijkste betrokkenen als overheden en passagiers een punt van groot belang. De recente terroristische aanslagen in Londen en Madrid hebben nogmaals duidelijk gemaakt dat de beveiliging van vervoersystemen in de hele EU meer aandacht moet krijgen.

De Commissie zou grensoverschrijdende maatregelen moeten uitwerken waarin de grensregio's zelf een actieve rol spelen. Ook dienen het nieuwe Solidariteitsfonds en de structuurfondsen beter op elkaar te worden afgestemd. Verder stelt het Comité voor de coördinatie van het communautair mechanisme voor civiele bescherming te verbeteren door in alle risicogebieden regionale centra voor civiele bescherming op te zetten. Deze zouden dan worden belast met het verzamelen van gegevens, met controle en met het opzetten van een mechanisme voor vroegtijdige waarschuwing.

EUROPA, SPELER OP HET INTERNATIONALE TONEEL

Het Comité wil zich blijven inzetten voor de interculturele politieke dialoog tussen de vertegenwoordigers van de plaatselijke en regionale autoriteiten van de lidstaten en van de huidige en toekomstige kandidaat-lidstaten en wijst erop dat een gemengd raadgevend comité met Turkije in dit verband nuttig zou zijn. Het verzoekt de Commissie nogmaals zo vlug mogelijk een werkbare oplossing voor te stellen voor het gebrek aan rechtsgrond voor de oprichting van een paritair raadgevend comité in het kader van de stabilisatie- en associatieovereenkomst met Kroatië en de landen van de Westelijke Balkan.

De Commissie moet de lidstaten en de huidige en toekomstige kandidaat-lidstaten steun bieden bij het op lokaal en regionaal niveau opzetten van informatiecampagnes over de uitbreiding van de EU, in nauwe samenwerking met de lokale en regionale overheden en het maatschappelijk middenveld.

Het Comité staat achter de nieuwe actieplannen ter versterking van het nabuurschapsbeleid en verzoekt de Commissie niet voorbij te gaan aan de inbreng van de grensoverschrijdende en regionale samenwerking in dit verband. Het wenst te worden betrokken bij de uitwerking, de tenuitvoerlegging en de beoordeling van de actieplannen.

Het Comité herhaalt dat het zich wil inzetten voor de versterking van het Euromediterraan partnerschap en dringt er eens te meer op aan dat de plaatselijke en regionale autoriteiten hier nauwer bij worden betrokken. Het zou graag zien dat de Euromediterrane instellingen worden aangevuld met een nieuw forum dat zich zou bezighouden met de bevordering van territoriale en gedecentraliseerde samenwerking. Daarnaast zou het forum ook het aangaan van partnerschappen moeten stimuleren en operationele programma's voor het hele Middellandse-Zeegebied moeten ontwikkelen.

Het Comité betreurt dat de bijdrage van de Europese lokale en regionale overheden aan het Europese ontwikkelingsbeleid ook vandaag nog zwaar wordt onderschat en pleit er dan ook voor de rol van gedecentraliseerde samenwerking opnieuw te bekijken. Zo dient te worden erkend dat ook de lokale en regionale overheden over de nodige knowhow en ervaring beschikking om een bijdrage te leveren aan de bestrijding van armoede in de wereld en de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen van de VN.

Het Comité verzoekt zijn voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, het Europees Parlement, de Raad en het Oostenrijkse en Finse voorzitterschap.

Brussel, 17 november 2005.

De voorzitter

van het Comité van de Regio's

Peter STRAUB


Top
  翻译: