This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2007/155/16
Case C-173/07: Reference for a preliminary ruling from the Oberlandesgericht Frankfurt am Main (Germany) lodged on 2 April 2007 — Emirates Airlines Direktion für Deutschland v Diether Schenkel
Zaak C-173/07: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberlandesgericht Frankfurt am Main (Duitsland) op 2 april 2007 — Emirates Airlines Direktion für Deutschland/Diether Schenkel
Zaak C-173/07: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberlandesgericht Frankfurt am Main (Duitsland) op 2 april 2007 — Emirates Airlines Direktion für Deutschland/Diether Schenkel
PB C 155 van 7.7.2007, p. 9–9
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
7.7.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 155/9 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberlandesgericht Frankfurt am Main (Duitsland) op 2 april 2007 — Emirates Airlines Direktion für Deutschland/Diether Schenkel
(Zaak C-173/07)
(2007/C 155/16)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Oberlandesgericht Frankfurt am Main
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Emirates Airlines Direktion für Deutschland
Verwerende partij: Diether Schenkel
Prejudiciële vraag
Dient artikel 3, lid 1, sub a, van verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/91 (1), aldus te worden uitgelegd dat „een vlucht” in ieder geval de vliegreis van de luchthaven van vertrek naar de eindbestemming en terug omvat wanneer de heen- en terugvlucht gelijktijdig zijn geboekt?
(1) PB L 46, blz. 1.