This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52011DP0119
Exercise of Parliament's rights vis-à-vis the Court of Justice (interpretation of Rule 128 of the Rules of Procedure) European Parliament decision of 24 March 2011 concerning the exercise of Parliament's rights vis-à-vis the Court of Justice (interpretation of Rule 128 of the Rules of Procedure)
De uitoefening van de rechten van het Parlement bij het Hof van Justitie (interpretatie van artikel 128 van het Reglement) Besluit van het Europees Parlement van 24 maart 2011 betreffende de uitoefening van de rechten van het Parlement bij het Hof van Justitie (interpretatie van artikel 128 van het Reglement)
De uitoefening van de rechten van het Parlement bij het Hof van Justitie (interpretatie van artikel 128 van het Reglement) Besluit van het Europees Parlement van 24 maart 2011 betreffende de uitoefening van de rechten van het Parlement bij het Hof van Justitie (interpretatie van artikel 128 van het Reglement)
PB C 247E van 17.8.2012, p. 21–21
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
17.8.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
CE 247/21 |
Donderdag 24 maart 2011
De uitoefening van de rechten van het Parlement bij het Hof van Justitie (interpretatie van artikel 128 van het Reglement)
P7_TA(2011)0119
Besluit van het Europees Parlement van 24 maart 2011 betreffende de uitoefening van de rechten van het Parlement bij het Hof van Justitie (interpretatie van artikel 128 van het Reglement)
2012/C 247 E/07
Het Europees Parlement,
— |
gezien het schrijven van 22 maart 2011 van de voorzitter van de Commissie constitutionele zaken, |
— |
gelet op artikel 211 van zijn Reglement, |
1. |
besluit de volgende interpretatie op te nemen in artikel 128: „Artikel 90, lid 6, voorziet in een specifieke procedure voor besluiten van het Parlement betreffende de uitoefening van de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 218, lid 11, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie een advies in te winnen van het Hof van Justitie over de verenigbaarheid van een internationale overeenkomst met de Verdragen. Deze procedure vormt een „lex specialis”, die voorgaat op de algemene regel vastgesteld in artikel 128. Bij de uitoefening van de rechten van het Parlement ten opzichte van het Hof van Justitie van de Europese Unie betreffende handelingen die niet onder artikel 128 vallen, is de procedure van dat artikel naar analogie van toepassing.” |
2. |
verzoekt zijn Voorzitter dit besluit ter informatie te doen toekomen aan de Raad, aan de Commissie, en aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. |