FOR TESTING PURPOSES ONLY. THIS NOTIFICATION WILL DISAPPEAR ONCE DEPLOYED ON A *.europa.eu site
An official website of the European UnionAn official EU website
Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62011CA0059

Zaak C-59/11: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 12 juli 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour d’appel de Nancy — Frankrijk) — Association Kokopelli/Graines Baumaux SAS (Landbouw — Richtlijnen 98/95/EG, 2002/53/EG, 2002/55/EG en 2009/145/EG — Geldigheid — Groenten — Verkoop op nationale zadenmarkt van groentezaad dat niet is opgenomen in officiële gemeenschappelijke rassenlijst voor groentegewassen — Niet-inachtneming van regeling van voorafgaande toelating voor in handel brengen — Internationaal Verdrag inzake plantgenetische bronnen voor voedsel en landbouw — Evenredigheidsbeginsel — Vrijheid van ondernemerschap — Vrij verkeer van goederen — Gelijke behandeling)

PB C 287 van 22.9.2012, p. 9–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

22.9.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 287/9


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 12 juli 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour d’appel de Nancy — Frankrijk) — Association Kokopelli/Graines Baumaux SAS

(Zaak C-59/11) (1)

(Landbouw - Richtlijnen 98/95/EG, 2002/53/EG, 2002/55/EG en 2009/145/EG - Geldigheid - Groenten - Verkoop op nationale zadenmarkt van groentezaad dat niet is opgenomen in officiële gemeenschappelijke rassenlijst voor groentegewassen - Niet-inachtneming van regeling van voorafgaande toelating voor in handel brengen - Internationaal Verdrag inzake plantgenetische bronnen voor voedsel en landbouw - Evenredigheidsbeginsel - Vrijheid van ondernemerschap - Vrij verkeer van goederen - Gelijke behandeling)

2012/C 287/14

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Cour d’appel de Nancy

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Association Kokopelli

Verwerende partij: Graines Baumaux SAS

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Cour d’appel de Nancy — Geldigheid, met name in het licht van het evenredigheidsbeginsel, het gelijkheidsbeginsel en het beginsel van het vrije verkeer van goederen, en in het licht van de uit hoofde van het Internationaal Verdrag inzake plantgenetische bronnen voor voedsel en landbouw aangegane verbintenissen, van richtlijn 98/95/EG van de Raad van 14 december 1998 houdende wijziging, in het kader van de consolidatie van de interne markt en ten aanzien van genetisch gemodificeerde plantenrassen en plantgenetische hulpbronnen, van de richtlijnen 66/400/EEG, 66/401/EEG, 66/402/EEG, 66/403/EEG, 69/208/EEG, 70/457/EEG en 70/458/EEG betreffende het in de handel brengen van bietenzaad, zaaizaad van groenvoedergewassen, zaaigranen, pootaardappelen, zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen en groentezaad, en betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen (PB 1999, L 25, blz. 1), van richtlijn 2002/53/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen (PB L 193, blz. 1), van richtlijn 2002/55/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad (PB L 193, blz. 33) en van richtlijn 2009/145/EG van de Commissie van 26 november 2009 tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor de toelating van landrassen en rassen van groenten die van oudsher op bepaalde plaatsen en in bepaalde gebieden worden gekweekt en die door genetische erosie worden bedreigd, en van groenterassen die geen intrinsieke waarde hebben voor de commerciële productie van gewassen maar die ontwikkeld zijn voor teelt onder bijzondere omstandigheden, en voor het in de handel brengen van zaaizaad van die landrassen en rassen (PB L 312, blz. 44) — Verkoop op de nationale zadenmarkt van groentezaad dat niet is opgenomen in de officiële gemeenschappelijke rassenlijst voor groentegewassen — Niet-inachtneming van de als te beperkend beschouwde nationale regeling van voorafgaande toelating voor het in de handel brengen — Daden van oneerlijke concurrentie of schending van het evenredigheidsbeginsel, het gelijkheidsbeginsel en het beginsel van het vrije verkeer van goederen

Dictum

Bij het onderzoek van de prejudiciële vraag is niet gebleken van feiten of omstandigheden die afbreuk kunnen doen aan de geldigheid van richtlijn 2002/55/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad en richtlijn 2009/145/EG van de Commissie van 26 november 2009 tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor de toelating van landrassen en rassen van groenten die van oudsher op bepaalde plaatsen en in bepaalde gebieden worden gekweekt en die door genetische erosie worden bedreigd, en van groenterassen die geen intrinsieke waarde hebben voor de commerciële productie van gewassen maar die ontwikkeld zijn voor teelt onder bijzondere omstandigheden, en voor het in de handel brengen van zaaizaad van die landrassen en rassen.


(1)  PB C 120 van 16.4.2011.


Top
  翻译: