This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62011CA0425
Case C-425/11: Judgment of the Court (Third Chamber) of 28 February 2013 (request for a preliminary ruling from the Finanzgericht Baden-Württemberg — Germany) — Katja Ettwein v Finanzamt Konstanz (Agreement between the European Community and its Member States, of the one part, and the Swiss Confederation, of the other, on the free movement of persons — Equal treatment — Self-employed frontier workers — Nationals of a Member State of the Union — Business income received in that Member State — Transfer of residence to Switzerland — Refusal of a tax advantage in that Member State because of the transfer of residence)
Zaak C-425/11: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 28 februari 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Baden Württemberg — Duitsland) — Katja Ettwein/Finanzamt Konstanz (Overeenkomst tussen Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over vrij verkeer van personen — Gelijke behandeling — Zelfstandige grensarbeiders — Staatsburgers van lidstaat van Unie — In deze lidstaat ontvangen beroepsinkomsten — Verlegging van woonplaats naar Zwitserland — Weigering van belastingvoordeel in deze lidstaat wegens verlegging van woonplaats)
Zaak C-425/11: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 28 februari 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Baden Württemberg — Duitsland) — Katja Ettwein/Finanzamt Konstanz (Overeenkomst tussen Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over vrij verkeer van personen — Gelijke behandeling — Zelfstandige grensarbeiders — Staatsburgers van lidstaat van Unie — In deze lidstaat ontvangen beroepsinkomsten — Verlegging van woonplaats naar Zwitserland — Weigering van belastingvoordeel in deze lidstaat wegens verlegging van woonplaats)
PB C 114 van 20.4.2013, p. 13–13
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
20.4.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 114/13 |
Arrest van het Hof (Derde kamer) van 28 februari 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Baden Württemberg — Duitsland) — Katja Ettwein/Finanzamt Konstanz
(Zaak C-425/11) (1)
(Overeenkomst tussen Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over vrij verkeer van personen - Gelijke behandeling - Zelfstandige grensarbeiders - Staatsburgers van lidstaat van Unie - In deze lidstaat ontvangen beroepsinkomsten - Verlegging van woonplaats naar Zwitserland - Weigering van belastingvoordeel in deze lidstaat wegens verlegging van woonplaats)
2013/C 114/17
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Finanzgericht Baden-Württemberg
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Katja Ettwein
Verwerende partij: Finanzamt Konstanz
Voorwerp
Verzoek om een prejudiciële beslissing — Finanzgericht Baden-Württemberg — Uitlegging van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen, van 21 juni 1999, goedgekeurd namens de Europese Gemeenschap bij besluit van de Raad en de Commissie van 4 april 2002 (PB L 114, blz. 6), en meer bepaald de artikelen 1, 2, 11, 16 en 21 alsmede de artikelen 9, 13 en 15 van bijlage I ervan — Directe belastingen op grensarbeiders — Regeling van een lidstaat die de gezamenlijke aanslag van echtgenoten („Ehegattensplitting”) toestaat ingeval zij in een lidstaat van de Unie of van de Europese Economische Ruimte wonen en die de gezamenlijke aanslag van echtgenoten uitsluit indien zij hun woonplaats hebben in de Zwitserse Bondsstaat
Dictum
Artikel 1, sub a, van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen, ondertekend te Luxemburg op 21 juni 1999, alsmede de artikelen 9, lid 2, 13, lid 1, en 15, lid 2, van bijlage I bij deze Overeenkomst moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een regeling van een lidstaat volgens welke het voordeel van gezamenlijke aanslag met toepassing van de in deze regeling voorziene „splitting”-methode wordt ontzegd aan echtgenoten die onderdanen van deze staat zijn en in diezelfde staat in de inkomstenbelasting onbeperkt belastingplichtig zijn, enkel op grond dat hun woonplaats op het grondgebied van de Zwitserse Bondsstaat is gelegen.