This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62013CN0491
Case C-491/13: Request for a preliminary ruling from the Verwaltungsgericht Berlin (Germany) lodged on 13 September 2013 — Mohamed Ali Ben Alaya v Federal Republic of Germany
Zaak C-491/13: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Berlin (Duitsland) op 13 september 2013 — Mohamed Ali Ben Alaya/Bondsrepubliek Duitsland
Zaak C-491/13: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Berlin (Duitsland) op 13 september 2013 — Mohamed Ali Ben Alaya/Bondsrepubliek Duitsland
PB C 344 van 23.11.2013, p. 47–48
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
23.11.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 344/47 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Berlin (Duitsland) op 13 september 2013 — Mohamed Ali Ben Alaya/Bondsrepubliek Duitsland
(Zaak C-491/13)
2013/C 344/82
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Verwaltungsgericht Berlin
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Mohamed Ali Ben Alaya
Verwerende partij: Bondsrepubliek Duitsland
Prejudiciële vraag
Volgt uit richtlijn 2004/114/EG (1) van de Raad van 13 december 2004 betreffende de voorwaarden voor de toelating van onderdanen van derde landen met het oog op studie, scholierenuitwisseling, onbezoldigde opleiding of vrijwilligerswerk een uit een gebonden bevoegdheid voortvloeiend recht op afgifte van een visum voor studiedoeleinden en een daaropvolgende verblijfstitel overeenkomstig artikel 12 van deze zogenoemde studentenrichtlijn, wanneer is voldaan aan de „toelatingsvoorwaarden”, dit wil zeggen de voorwaarden van de artikelen 6 en 7, en geen grond voor weigering van de toelating overeenkomstig artikel 6, lid 1, sub d, van de richtlijn bestaat?
(1) PB L 375, blz. 12.