This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62014CN0126
Case C-126/14: Request for a preliminary ruling from the Lietuvos vyriausiasis administracinis teismas lodged on 17 March 2014 — Sveda UAB v Valstybinė mokesčių inspekcija prie Lietuvos Respublikos finansų ministerijos
Zaak C-126/14: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Lietuvos vyriausiasis administracinis teismas (Litouwen) op 17 maart 2014 — Sveda UAB/Valstybinė mokesčių inspekcija prie Lietuvos Respublikos finansų ministerijos
Zaak C-126/14: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Lietuvos vyriausiasis administracinis teismas (Litouwen) op 17 maart 2014 — Sveda UAB/Valstybinė mokesčių inspekcija prie Lietuvos Respublikos finansų ministerijos
PB C 175 van 10.6.2014, p. 24–24
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
10.6.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 175/24 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Lietuvos vyriausiasis administracinis teismas (Litouwen) op 17 maart 2014 — Sveda UAB/Valstybinė mokesčių inspekcija prie Lietuvos Respublikos finansų ministerijos
(Zaak C-126/14)
2014/C 175/29
Procestaal: Litouws
Verwijzende rechter
Lietuvos vyriausiasis administracinis teismas
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Sveda UAB
Verwerende partij: Valstybinė mokesčių inspekcija prie Lietuvos Respublikos finansų ministerijos
Belanghebbende derde: Klaipėdos apskrities valstybinė mokesčių inspekcija
Prejudiciële vraag
Kan artikel 168 van richtlijn 2006/112/EG (1) van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde aldus worden uitgelegd dat een belastingplichtige recht heeft op aftrek van de voorbelasting die hij heeft voldaan over de vervaardiging of de verwerving van investeringsgoederen die bestemd zijn voor gebruik voor bedrijfsdoeleinden, zoals in casu, en die (i) rechtstreeks bedoeld zijn voor gratis gebruik door het publiek, maar (ii) kunnen worden beschouwd als een middel om bezoekers aan te trekken naar een plaats waar de belastingplichtige voornemens is goederenleveringen en/of diensten te verrichten in het kader van zijn economische activiteiten?