This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62015TN0206
Case T-206/15: Action brought on 23 April 2015 — Intercon v Commission
Zaak T-206/15: Beroep ingesteld op 23 april 2015 — Intercon/Commissie
Zaak T-206/15: Beroep ingesteld op 23 april 2015 — Intercon/Commissie
PB C 221 van 6.7.2015, p. 24–24
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
6.7.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 221/24 |
Beroep ingesteld op 23 april 2015 — Intercon/Commissie
(Zaak T-206/15)
(2015/C 221/33)
Procestaal: Pools
Partijen
Verzoekende partij: Intercon Sp. z o.o. (Łódź, Polen) (vertegenwoordiger: B. Eger, advocaat)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— |
vaststellen dat de gelden die de Europese Commissie aan verzoekende partij heeft betaald voor haar deelname aan een project in het kader van overeenkomst VPH2-224635 subsidiabele uitgaven vormen in de zin van artikel II.14 van de algemene bepalingen van de overeenkomst en verzoekende partij bijgevolg niet tot terugbetaling verplicht is; |
— |
de Europese Commissie verwijzen in de kosten, en |
— |
de tenuitvoerlegging van de bestreden beschikking opschorten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekende partij een middel aan, dat zij schraagt op de schending van het beginsel van wederzijdse loyaliteit van overeenkomstsluitende partijen en van het beginsel dat ondernemers de Commissie moeten kunnen vertrouwen.
— |
De Commissie heeft niet met alle door verzoekende partij bij schrijven van 14 augustus 2014 voorgelegde standpunten en documenten rekening gehouden. De Commissie heeft wat dat betreft een beroep gedaan op artikel 22.II.5 van bijlage II bij de overeenkomst, op grond waarvan de Commissie gerechtigd is te late verklaringen en bewijsstukken buiten beschouwing te laten. Een dergelijk handelen is echter gelet op het feit dat de Commissie verzoekende partij zelf had verzocht hernieuwd stelling te nemen, niet rechtmatig geweest. In deze situatie vormt het volledige buiten beschouwing laten van nieuwe bewijsstukken en stellingnamen een schending van het beginsel van wederzijdse loyaliteit van overeenkomstsluitende partijen en van het beginsel dat ondernemers de Commissie moeten kunnen vertrouwen. |