This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62015CA0195
Case C-195/15: Judgment of the Court (Fifth Chamber) of 26 October 2016 (request for a preliminary ruling from the Bundesgerichtshof — Germany) — SCI Senior Home, in administration v Gemeinde Wedemark, Hannoversche Volksbank eG (Reference for a preliminary ruling — Area of freedom, security and justice — Judicial cooperation in civil matters — Insolvency proceedings — Regulation (EC) No 1346/2000 — Article 5 — Notion of ‘third parties’ rights in rem’ — Public charge against immovable property to ensure payment of real property tax)
Zaak C-195/15: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 26 oktober 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Bundesgerichtshof — Duitsland) — SCI Senior Home, in surseance van betaling/Gemeinde Wedemark, Hannoversche Volksbank eG [Prejudiciële verwijzing — Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht — Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken — Insolventieprocedures — Verordening (EG) nr. 1346/2000 — Artikel 5 — Begrip „zakelijke rechten van derden” — Publieke last op onroerende goederen die de heffing van de grondbelasting waarborgt]
Zaak C-195/15: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 26 oktober 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Bundesgerichtshof — Duitsland) — SCI Senior Home, in surseance van betaling/Gemeinde Wedemark, Hannoversche Volksbank eG [Prejudiciële verwijzing — Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht — Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken — Insolventieprocedures — Verordening (EG) nr. 1346/2000 — Artikel 5 — Begrip „zakelijke rechten van derden” — Publieke last op onroerende goederen die de heffing van de grondbelasting waarborgt]
PB C 6 van 9.1.2017, p. 14–14
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
9.1.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 6/14 |
Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 26 oktober 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Bundesgerichtshof — Duitsland) — SCI Senior Home, in surseance van betaling/Gemeinde Wedemark, Hannoversche Volksbank eG
(Zaak C-195/15) (1)
([Prejudiciële verwijzing - Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht - Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken - Insolventieprocedures - Verordening (EG) nr. 1346/2000 - Artikel 5 - Begrip „zakelijke rechten van derden” - Publieke last op onroerende goederen die de heffing van de grondbelasting waarborgt])
(2017/C 006/16)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Bundesgerichtshof
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: SCI Senior Home, in surseance van betaling
Verwerende partijen: Gemeinde Wedemark, Hannoversche Volksbank eG
Dictum
Artikel 5 van verordening (EG) nr. 1346/2000 van de Raad van 29 mei 2000 betreffende insolventieprocedures moet aldus worden uitgelegd dat als „zakelijk recht” in de zin van dit artikel wordt beschouwd een op grond van een nationale bepaling gevestigde zekerheid, zoals die aan de orde in het hoofdgeding, volgens welke op het onroerend goed van de schuldenaar van grondbelasting van rechtswege een publiekrechtelijke grondlast rust, en deze eigenaar de gedwongen tenuitvoerlegging van de titel houdende vaststelling van de belastingvordering, op dat onroerend goed moet dulden.