This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62017CN0295
Case C-295/17: Request for a preliminary ruling from the Tribunal Arbitral Tributário (Centro de Arbitragem Administrativa — CAAD) (Portugal) lodged on 22 May 2017 — MEO — Serviços de Comunicações e Multimédia SA v Autoridade Tributária e Aduaneira
Zaak C-295/17: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunal Arbitral Tributário (Portugal) op 22 mei 2017 — MEO — Serviços de Comunicações e Multimédia S.A./Autoridade Tributária e Aduaneira
Zaak C-295/17: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunal Arbitral Tributário (Portugal) op 22 mei 2017 — MEO — Serviços de Comunicações e Multimédia S.A./Autoridade Tributária e Aduaneira
PB C 256 van 7.8.2017, p. 13–13
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
7.8.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 256/13 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunal Arbitral Tributário (Portugal) op 22 mei 2017 — MEO — Serviços de Comunicações e Multimédia S.A./Autoridade Tributária e Aduaneira
(Zaak C-295/17)
(2017/C 256/10)
Procestaal: Portugees
Verwijzende rechter
Tribunal Arbitral Tributário (Centro de Arbitragem Administrativa — CAAD)
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: MEO — Serviços de Comunicações e Multimédia S.A.
Verwerende partij: Autoridade Tributária e Aduaneira
Prejudiciële vragen
1) |
Moeten de artikelen 2, lid 1, onder c), 64, lid 1, 66, onder a), en 73 van richtlijn 2006/112/EG (1) aldus worden uitgelegd dat een aanbieder van telecommunicatie (televisie, internet, mobiele telefonie en vaste telefonie) btw verschuldigd is over het vooraf bepaalde bedrag dat hij zijn klanten in het geval van overeenkomsten met een minimumcontractduur in rekening brengt wanneer zij die minimumduur niet in acht nemen, waarbij dat bedrag overeenkomt met het volgens de overeenkomst door de klant verschuldigde maandelijkse basisbedrag vermenigvuldigd met het aantal maanden waarvoor de minimumcontractduur niet vervuld is, en het zo is dat wanneer bedoeld bedrag in rekening wordt gebracht de aanbieder zijn diensten reeds heeft stopgezet ongeacht of het bedrag zal worden geïnd, wanneer
|
2) |
Kan het antwoord op de eerste vraag anders luiden wanneer een of meerdere erin genoemde omstandigheden zich niet voordoen? |
(1) Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB 2006, L 347, blz. 1).