This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62017CA0045
Case C-45/17: Judgment of the Court (Tenth Chamber) of 18 January 2018 (request for a preliminary ruling from the Conseil d’État — France) — Frédéric Jahin v Ministre de l’Économie et des Finances, Ministre des Affaires sociales et de la Santé (Reference for a preliminary ruling — Free movement of capital — Articles 63 TFEU and 65 TFEU — Regulation (EC) No 883/2004 — Article 11 — Levies on income from assets contributing to the financing of the social security scheme of a Member State — Exemption for nationals of the European Union affiliated to a social security scheme of another Member State — Natural persons affiliated to a social security scheme of a third country — Difference of treatment — Restriction — Justification)
Zaak C-45/17: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 18 januari 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Conseil d’État — Frankrijk) — Frédéric Jahin / Ministre de l’Économie et des Finances, Ministre des Affaires sociales et de la Santé [Prejudiciële verwijzing — Vrij verkeer van kapitaal — Artikelen 63 en 65 VWEU — Verordening (EG) nr. 883/2004 — Artikel 11 — Heffingen over inkomsten uit kapitaal als bijdrage aan de financiering van de sociale zekerheid van een lidstaat — Vrijstelling voor burgers van de Europese Unie die zijn aangesloten bij een socialezekerheidsstelsel van een andere lidstaat — Natuurlijke personen die zijn aangesloten bij een socialezekerheidsstelsel van een derde land — Verschil in behandeling — Beperking — Rechtvaardiging]
Zaak C-45/17: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 18 januari 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Conseil d’État — Frankrijk) — Frédéric Jahin / Ministre de l’Économie et des Finances, Ministre des Affaires sociales et de la Santé [Prejudiciële verwijzing — Vrij verkeer van kapitaal — Artikelen 63 en 65 VWEU — Verordening (EG) nr. 883/2004 — Artikel 11 — Heffingen over inkomsten uit kapitaal als bijdrage aan de financiering van de sociale zekerheid van een lidstaat — Vrijstelling voor burgers van de Europese Unie die zijn aangesloten bij een socialezekerheidsstelsel van een andere lidstaat — Natuurlijke personen die zijn aangesloten bij een socialezekerheidsstelsel van een derde land — Verschil in behandeling — Beperking — Rechtvaardiging]
PB C 83 van 5.3.2018, p. 5–6
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
5.3.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 83/5 |
Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 18 januari 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Conseil d’État — Frankrijk) — Frédéric Jahin / Ministre de l’Économie et des Finances, Ministre des Affaires sociales et de la Santé
(Zaak C-45/17) (1)
([Prejudiciële verwijzing - Vrij verkeer van kapitaal - Artikelen 63 en 65 VWEU - Verordening (EG) nr. 883/2004 - Artikel 11 - Heffingen over inkomsten uit kapitaal als bijdrage aan de financiering van de sociale zekerheid van een lidstaat - Vrijstelling voor burgers van de Europese Unie die zijn aangesloten bij een socialezekerheidsstelsel van een andere lidstaat - Natuurlijke personen die zijn aangesloten bij een socialezekerheidsstelsel van een derde land - Verschil in behandeling - Beperking - Rechtvaardiging])
(2018/C 083/07)
Procestaal: Frans
Verwijzende rechter
Conseil d’État
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Frédéric Jahin
Verwerende partijen: Ministre de l’Économie et des Finances, Ministre des Affaires sociales et de la Santé
Dictum
De artikelen 63 en 65 VWEU moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzetten tegen de wetgeving van een lidstaat als die in het hoofdgeding, volgens welke een staatsburger van die lidstaat die woont in een derde land dat geen lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER) en niet de Zwitserse Bondsstaat is en aldaar is aangesloten bij een stelsel van sociale zekerheid, in die lidstaat wordt onderworpen aan heffingen over inkomsten uit kapitaal als bijdrage aan het door die lidstaat ingevoerde socialezekerheidsstelsel, terwijl een Unieburger die onder een socialezekerheidsstelsel van een andere lidstaat valt, daarvan wordt vrijgesteld wegens het beginsel dat slechts één wetgeving van toepassing is inzake sociale zekerheid, zoals vastgelegd in artikel 11 van verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels.