This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62016CA0633
Case C-633/16: Judgment of the Court (Fifth Chamber) of 31 May 2018 (request for a preliminary ruling from the Sø- og Handelsretten — Denmark) — Ernst & Young P/S v Konkurrencerådet (Reference for a preliminary ruling — Control of concentrations of undertakings — Regulation (EC) No 139/2004 — Article 7(1) — Implementation of a concentration prior to notification to the European Commission and declaration of compatibility with the common market — Prohibition — Scope — Concept of ‘concentration’ — Termination of a cooperation agreement with a third party by one of the merging undertakings)
Zaak C-633/16: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 31 mei 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sø- og Handelsret — Denemarken) — Ernst & Young P/S / Konkurrencerådet [Prejudiciële verwijzing — Controle op concentraties van ondernemingen — Verordening (EG) nr. 139/2004 — Artikel 7, lid 1 — Totstandbrenging van een concentratie voordat deze is aangemeld bij de Europese Commissie en verenigbaar is verklaard met de interne markt — Verbod — Reikwijdte — Begrip „concentratie” — Beëindiging van een samenwerkingsovereenkomst met een derde door één van de bij de concentratie betrokken ondernemingen]
Zaak C-633/16: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 31 mei 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sø- og Handelsret — Denemarken) — Ernst & Young P/S / Konkurrencerådet [Prejudiciële verwijzing — Controle op concentraties van ondernemingen — Verordening (EG) nr. 139/2004 — Artikel 7, lid 1 — Totstandbrenging van een concentratie voordat deze is aangemeld bij de Europese Commissie en verenigbaar is verklaard met de interne markt — Verbod — Reikwijdte — Begrip „concentratie” — Beëindiging van een samenwerkingsovereenkomst met een derde door één van de bij de concentratie betrokken ondernemingen]
PB C 259 van 23.7.2018, p. 9–9
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Zaak C-633/16: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 31 mei 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sø- og Handelsret — Denemarken) — Ernst & Young P/S / Konkurrencerådet [Prejudiciële verwijzing — Controle op concentraties van ondernemingen — Verordening (EG) nr. 139/2004 — Artikel 7, lid 1 — Totstandbrenging van een concentratie voordat deze is aangemeld bij de Europese Commissie en verenigbaar is verklaard met de interne markt — Verbod — Reikwijdte — Begrip „concentratie” — Beëindiging van een samenwerkingsovereenkomst met een derde door één van de bij de concentratie betrokken ondernemingen]
Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 31 mei 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sø- og Handelsret — Denemarken) — Ernst & Young P/S / Konkurrencerådet
(Zaak C-633/16) ( 1 )
„[Prejudiciële verwijzing — Controle op concentraties van ondernemingen — Verordening (EG) nr. 139/2004 — Artikel 7, lid 1 — Totstandbrenging van een concentratie voordat deze is aangemeld bij de Europese Commissie en verenigbaar is verklaard met de interne markt — Verbod — Reikwijdte — Begrip „concentratie” — Beëindiging van een samenwerkingsovereenkomst met een derde door één van de bij de concentratie betrokken ondernemingen]”
2018/C 259/11Procestaal: DeensVerwijzende rechter
Sø- og Handelsret
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Ernst & Young P/S
Verwerende partij: Konkurrenceråd
Dictum
Artikel 7, lid 1, van verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (de „EG-concentratieverordening”) dient aldus te worden uitgelegd dat een concentratie slechts tot stand komt na een transactie die geheel of gedeeltelijk, feitelijk dan wel rechtens bijdraagt aan een zeggenschapswijziging bij de doelonderneming. De beëindiging van een samenwerkingsovereenkomst kan in omstandigheden zoals die in het hoofdgeding, waarbij het aan de verwijzende rechterlijke instantie staat om deze omstandigheden te toetsen, niet worden geacht de totstandbrenging van een concentratie tot gevolg te hebben en dit ongeacht de vraag of deze beëindiging markteffecten teweeg heeft gebracht.
( 1 ) PB C 46 van 13.2.2017.