This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62018CN0651
Case C-651/18: Request for a preliminary ruling from the Općinski građanski sud u Zagrebu — Stalna služba u Sesvetama (Croatia) lodged on 30 July 2018 and 15 January 2019 — QB, RA v Jadransko osiguranje d.d
Zaak C-651/18: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Općinski građanski sud u Zagrebu — Stalna služba u Sesvetama (Kroatië) op 30 juli 2019 — QB, RA/Jadransko osiguranje d.d
Zaak C-651/18: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Općinski građanski sud u Zagrebu — Stalna služba u Sesvetama (Kroatië) op 30 juli 2019 — QB, RA/Jadransko osiguranje d.d
PB C 295 van 2.9.2019, p. 2–2
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
2.9.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 295/2 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Općinski građanski sud u Zagrebu — Stalna služba u Sesvetama (Kroatië) op 30 juli 2019 — QB, RA/Jadransko osiguranje d.d
(Zaak C-651/18)
(2019/C 295/02)
Procestaal: Kroatisch
Verwijzende rechter
Općinski građanski sud u Zagrebu — Stalna služba u Sesvetama
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partijen: QB, RA
Verwerende partij: Jadransko osiguranje d.d
Het Hof (Negende kamer) heeft bij beschikking van 11 juli 2019 geoordeeld dat het verzoek om een prejudiciële beslissing, dat door de Općinski građanski sud u Zagrebu (civiele rechter in eerste aanleg voor de gemeente Zagreb, Kroatië) is ingediend bij beslissingen van 30 juli 2018 en 15 januari 2019, kennelijk niet-ontvankelijk is.