Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020TN0258

Zaak T-258/20: Beroep ingesteld op 4 mei 2020 — Klymenko/Raad

PB C 222 van 6.7.2020, p. 28–29 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

6.7.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 222/28


Beroep ingesteld op 4 mei 2020 — Klymenko/Raad

(Zaak T-258/20)

(2020/C 222/31)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Oleksandr Viktorovych Klymenko (Moskou, Rusland) (vertegenwoordiger: M. Phelippeau, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

het beroep van Oleksandr Viktorovytch Klymenko ontvankelijk verklaren;

besluit (GBVB) 2020/373 van de Raad van 5 maart 2020 tot wijziging van besluit 2014/119/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne, nietig verklaren voor zover het betrekking heeft op verzoeker;

uitvoeringsverordening (EU) 2020/370 van de Raad van 5 maart 2020 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 208/2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne, nietig verklaren voor zover zij betrekking heeft op verzoeker;

de Raad van de Europese Unie verwijzen in de kosten overeenkomstig de artikelen 87 en 91 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker vijf middelen aan.

1.

Ontoereikende motivering van de bestreden handelingen. Verzoeker betoogt dat de Raad niet heeft voldaan aan de verplichting om de bestreden handelingen te motiveren ten aanzien van zowel de gegrondheid van de maatregel als de eerbiediging van de rechten van de verdediging en het recht op effectieve rechterlijke bescherming, en de daartoe verrichte verificaties.

2.

Kennelijk onjuiste beoordeling van het onderhavige geval en misbruik van bevoegdheid. Verzoeker betoogt dat, gelet op de door hem verstrekte gegevens, de Raad enkel kon vaststellen dat er geen voldoende feitelijke grondslag was voor een strafrechtelijke procedure. Verzoeker constateerde eveneens talrijke schendingen van zijn grondrechten, waar de Raad geen enkele consequentie aan heeft verbonden.

3.

Schending van grondrechten. De bestreden handelingen zijn vastgesteld zonder naleving van de rechten van de verdediging, het recht op een effectieve rechterlijke bescherming en het recht op “equality of arms”.

4.

Ontbreken van een rechtsgrondslag. Artikel 29 van het Verdrag betreffende de Europese Unie kan niet dienen als rechtsgrondslag voor de tegen verzoeker genomen beperkende maatregel.

5.

Schending van het fundamentele recht op eerbiediging van eigendom.


Top
  翻译: