This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32019R2241
Commission Implementing Regulation (EU) 2019/2241 of 16 December 2019 describing the variables and the length, quality requirements and level of detail of the time series for the transmission of monthly unemployment data pursuant to Regulation (EU) 2019/1700 of the European Parliament and of the Council (Text with EEA relevance)
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2241 van de Commissie van 16 december 2019 houdende beschrijving van de variabelen, de duur, de kwaliteitseisen en de mate van gedetailleerdheid van de tijdreeksen voor de indiening van maandelijkse werkloosheidsgegevens overeenkomstig Verordening (EU) 2019/1700 van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst)
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2241 van de Commissie van 16 december 2019 houdende beschrijving van de variabelen, de duur, de kwaliteitseisen en de mate van gedetailleerdheid van de tijdreeksen voor de indiening van maandelijkse werkloosheidsgegevens overeenkomstig Verordening (EU) 2019/1700 van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst)
C/2019/8835
PB L 336 van 30.12.2019, p. 125–132
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
30.12.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 336/125 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/2241 VAN DE COMMISSIE
van 16 december 2019
houdende beschrijving van de variabelen, de duur, de kwaliteitseisen en de mate van gedetailleerdheid van de tijdreeksen voor de indiening van maandelijkse werkloosheidsgegevens overeenkomstig Verordening (EU) 2019/1700 van het Europees Parlement en de Raad
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien Verordening (EU) 2019/1700 van het Europees Parlement en de Raad van 10 oktober 2019 tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor Europese statistieken betreffende personen en huishoudens, op basis van gegevens die op individueel niveau worden verzameld uit steekproeven, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 808/2004, (EG) nr. 452/2008 en (EG) nr. 1338/2008 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1177/2003 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad (1), en met name artikel 7, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De verstrekking van maandelijkse werkloosheidsgegevens door de lidstaten is van essentieel belang voor het verschaffen van informatie aan de Commissie (Eurostat) en het ondersteunen van de belangrijkste prioriteiten van de Unie voor groei en werkgelegenheid, aangezien daardoor wordt gewaarborgd dat tijdige en vergelijkbare gegevens worden gebruikt voor de formulering en monitoring van het beleid van de Unie dat op die prioriteiten gericht is. |
(2) |
Maandelijkse gegevens over werkloosheid worden gebruikt voor de opstelling van het maandelijkse werkloosheidspercentage, dat een van de voornaamste Europese economische indicatoren (VEEI’s) is (2). |
(3) |
De maandelijkse werkloosheidsstatistieken moeten gebaseerd zijn op internationaal overeengekomen begrippen die zijn gedefinieerd door de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). |
(4) |
Indien de lidstaten de maandelijkse werkloosheidsstatistieken niet in overeenstemming met de IAO-definitie opstellen, moeten zij maandelijkse werkloosheidsramingen maken of maandelijkse werkloosheidsinputs verstrekken aan de Commissie (Eurostat) die dergelijke maandelijkse ramingen dan in hun naam zal opstellen. |
(5) |
Maandelijkse werkloosheidsgegevens moeten de gemeten werkloosheid in de referentiemaand weergeven, na correctie voor mogelijke seizoensinvloeden zonder buitensporige afvlakking. Zij moeten overeenstemmen met de kwartaalgegevens die in het domein “beroepsbevolking” worden verzameld overeenkomstig Verordening (EU) 2019/1700. |
(6) |
De lidstaten moeten maandelijkse werkloosheidsgegevens volgens een nauwkeurig tijdschema verstrekken zodat de Commissie (Eurostat) kan voorzien in de behoefte van de gebruikers aan actuele informatie. |
(7) |
De kwaliteit van de maandelijkse werkloosheidsgegevens moet worden gemonitord aan de hand van een reeks gezamenlijk overeengekomen en eenvormig toegepaste indicatoren. |
(8) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor het Europees statistisch systeem, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voorwerp
In deze verordening worden de variabelen, de duur, de mate van gedetailleerdheid en de kwaliteitseisen van de maandelijkse werkloosheidsgegevens vastgesteld die overeenkomstig Verordening (EU) 2019/1700 aan de Commissie (Eurostat) moeten worden verstrekt.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1) |
“maandelijkse werkloosheidsstatistieken”: het geregistreerde aantal werkende en werkloze personen, en het daaruit afgeleide “maandelijkse werkloosheidspercentage”, overeenkomstig de IAO-definitie (3) zoals toegepast in het domein “beroepsbevolking” bedoeld in Verordening (EU) 2019/1700; |
2) |
“maandelijks werkloosheidspercentage”: het aantal werklozen gedeeld door het aantal werkende en werkloze personen voor de referentiemaand; |
3) |
“maandelijkse werkloosheidsinputs”: het geregistreerde aantal werklozen die zijn ingeschreven bij de openbare diensten voor arbeidsvoorziening van de lidstaten; |
4) |
“maandelijkse werkloosheidsramingen”: de combinatie van kwartaalgegevens op basis van de IAO-definitie, zoals toegepast in het domein “beroepsbevolking” bedoeld in Verordening (EU) 2019/1700, en de maandelijks geregistreerde werkloosheid; |
5) |
“maandelijkse werkloosheidsgegevens”: de gegevens die moeten worden toegezonden overeenkomstig deze verordening, namelijk de maandelijkse werkloosheidsstatistieken, maandelijkse werkloosheidsinputs of maandelijkse werkloosheidsramingen; |
6) |
“referentiemaand”: de reeks weken die als volgt is samengesteld:
|
Artikel 3
Vereisten inzake gegevens
1. De lidstaten verstrekken de Commissie (Eurostat) maandelijkse werkloosheidsstatistieken [optie 1], maandelijkse werkloosheidsinputs [optie 2] of maandelijkse werkloosheidsramingen [optie 3].
2. Gegevensreeksen met maandelijkse werkloosheidsstatistieken bevatten maandstatistieken die representatief zijn voor de gehele referentiemaand.
3. Gegevensreeksen met maandelijkse werkloosheidsinputs bevatten gegevens die overeenstemmen met het aantal personen die in een bepaalde periode van de kalendermaand als werkloze waren geregistreerd.
4. Geregistreerde werkloosheidscijfers die worden gebruikt bij het opstellen van maandelijkse werkloosheidsramingen stemmen overeen met het aantal personen die in een bepaalde periode van de kalendermaand als werkloze waren geregistreerd.
5. De namen en definities van de toe te zenden variabelen zijn opgesomd in bijlage I voor maandelijkse werkloosheidsstatistieken [optie 1], in bijlage II voor maandelijkse werkloosheidsinputs [optie 2] en in bijlage III voor maandelijkse werkloosheidsramingen [optie 3].
Artikel 4
Indieningstermijnen
1. De maandelijkse werkloosheidsgegevens worden elke maand verstrekt binnen de uiterste termijnen die zijn vastgesteld in bijlage V bij Verordening (EU) 2019/1700, en wel als volgt:
a) |
lidstaten die optie 1 hebben gekozen, verstrekken de maandelijkse werkloosheidsstatistieken uiterlijk 27 dagen na afloop van de kalendermaand; |
b) |
lidstaten die optie 2 hebben gekozen, verstrekken de maandelijkse werkloosheidsinputs uiterlijk 25 dagen na afloop van de kalendermaand; |
c) |
lidstaten die optie 3 hebben gekozen, verstrekken de maandelijkse werkloosheidsramingen uiterlijk 25 dagen na afloop van de kalendermaand. |
2. In de maanden waarop de uiterste datum op een zaterdag of zondag valt, geldt de daaropvolgende maandag als de daadwerkelijke uiterste termijn. Maandelijkse werkloosheidsgegevens voor de referentiemaand november worden uiterlijk 31 december verstrekt.
De verstrekking van gegevens begint ten laatste voor de referentiemaand mei 2021.
Artikel 5
Retrospectieve reeksen
1. Voor lidstaten die hebben gekozen voor het verstrekken van maandelijkse werkloosheidsstatistieken [optie 1] of maandelijkse werkloosheidsramingen [optie 3]:
a) |
omvat de eerste verstrekking voor de referentiemaand mei 2021 ook maandelijkse werkloosheidsstatistieken respectievelijk maandelijkse werkloosheidsramingen voor de referentiemaanden januari tot april 2021; |
b) |
omvat de verstrekking voor de referentiemaand april 2022 onafgebroken tijdreeksen voor maandelijkse werkloosheidsstatistieken respectievelijk maandelijkse werkloosheidsramingen voor alle referentiemaanden die teruggaan tot en met januari 2009; |
c) |
omvatten de verstrekkingen vanaf mei 2022 herziene reeksen die teruggaan tot januari 2009. |
2. Voor lidstaten die hebben gekozen voor het verstrekken van maandelijkse werkloosheidsinputs [optie 2] omvat de eerste verstrekking voor de referentiemaand mei 2021 ook maandelijkse werkloosheidsinputs die teruggaan tot januari 2009.
Artikel 6
Bronnen en methoden
1. Uiterlijk 19 juli 2020 verstrekken de lidstaten die hebben gekozen voor het indienen van maandelijkse werkloosheidsramingen [optie 3] respectievelijk voor het indienen van maandelijkse werkloosheidsinputs [optie 2] de Commissie (Eurostat) een beschrijving van de bronnen en methoden die zijn gebruikt voor de opstelling van de maandelijkse werkloosheidsramingen of, respectievelijk, de maandelijkse werkloosheidsinputs.
2. De lidstaten die hebben gekozen voor het indienen van maandelijkse werkloosheidsstatistieken [optie 1] verstrekken uitsluitend een beschrijving van de methoden die werden gebruikt voor de afleiding van de maandelijkse statistieken uit de kwartaalgegevens die in het domein “beroepsbevolking” werden verzameld overeenkomstig Verordening (EU) 2019/1700.
3. De lidstaten brengen de Commissie (Eurostat) op de hoogte van wijzigingen twee maanden voordat die wijzigingen op de overeenkomstig de leden 1 of 2 verstrekte beschrijving worden toegepast, en verstrekken de geactualiseerde documentatie uiterlijk zes maanden na de toepassing van de wijzigingen.
4. De lidstaten voegen bij elke maandelijkse verstrekking informatie toe over mogelijke onderbrekingen van de reeksen alsmede andere bijzondere gebeurtenissen die van invloed kunnen zijn op de vergelijkbaarheid in de tijd.
Artikel 7
Kwaliteitseisen
1. De Commissie (Eurostat) monitort de kwaliteit van het algehele maandelijkse werkloosheidspercentage volgens het IAO-begrip, dat door de lidstaten (opties 1 en 3) of door Eurostat (optie 2) als kernindicator wordt gepubliceerd.
2. De kwaliteit van het algehele maandelijkse werkloosheidspercentage wordt om de drie jaar gemonitord aan de hand van de reeks indicatoren en drempels die zijn opgenomen in bijlage IV.
Artikel 8
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 16 december 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 261I van 14.10.2019, blz. 1.
(2) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over statistieken betreffende de eurozone “Naar betere methodieken voor statistieken en indicatoren betreffende de eurozone”, COM(2002) 661 definitief.
(3) Zoals goedgekeurd op 11 oktober 2013 door de 19e Internationale Conferentie van arbeidsstatistici (ICLS) in haar eerste resolutie betreffende de statistieken van werk, tewerkstelling en de onderbenutting van arbeidskrachten.
BIJLAGE I
Maandelijkse werkloosheidsstatistieken ingediend overeenkomstig artikel 3, lid 1 [optie 1]
Naam |
Beschrijving |
Statistische correcties |
||||||
NAT_LFS_PRI.Y.F.MON.UNEMP |
Aantal vrouwen in de leeftijdsklasse 15 tot en met 24 jaar die volgens het IAO-begrip werkloos zijn tijdens de referentiemaand. |
|
||||||
NAT_LFS_PRI.Y.F.MON.EMPL |
Aantal vrouwen in de leeftijdsklasse 15 tot en met 24 jaar die volgens het IAO-begrip werkzaam zijn tijdens de referentiemaand. |
|
||||||
NAT_LFS_PRI.Y.M.MON.UNEMP |
Aantal mannen in de leeftijdsklasse 15 tot en met 24 jaar die volgens het IAO-begrip werkloos zijn tijdens de referentiemaand. |
|
||||||
NAT_LFS_PRI.Y.M.MON.EMPL |
Aantal mannen in de leeftijdsklasse 15 tot en met 24 jaar die volgens het IAO-begrip werkzaam zijn tijdens de referentiemaand. |
|
||||||
NAT_LFS_PRI.O.F.MON.UNEMP |
Aantal vrouwen in de leeftijdsklasse 25 tot en met 74 jaar die volgens het IAO-begrip werkloos zijn tijdens de referentiemaand. |
|
||||||
NAT_LFS_PRI.O.F.MON.EMPL |
Aantal vrouwen in de leeftijdsklasse 25 tot en met 74 jaar die volgens het IAO-begrip werkzaam zijn tijdens de referentiemaand. |
|
||||||
NAT_LFS_PRI.O.M.MON.UNEMP |
Aantal mannen in de leeftijdsklasse 25 tot 74 jaar die volgens het IAO-begrip werkloos zijn tijdens de referentiemaand. |
|
||||||
NAT_LFS_PRI.O.M.MON.EMPL |
Aantal mannen in de leeftijdsklasse 25 tot 74 jaar die volgens het IAO-begrip werkzaam zijn tijdens de referentiemaand. |
|
BIJLAGE II
Maandelijkse werkloosheidsinputs ingediend overeenkomstig artikel 3, lid 1 [optie 2]
Naam |
Beschrijving |
Statistische correcties |
PREA.Y.F.MON.UNEMP |
Aantal vrouwen in de leeftijdsklasse 15 tot en met 24 jaar die volgens het nationale register werkloos zijn in een bepaalde periode van de kalendermaand. |
Niet gecorrigeerd voor seizoensinvloeden |
PREA.Y.M.MON.UNEMP |
Aantal mannen in de leeftijdsklasse 15 tot en met 24 jaar die volgens het nationale register werkloos zijn in een bepaalde periode van de kalendermaand. |
Niet gecorrigeerd voor seizoensinvloeden |
PREA.O.F.MON.UNEMP |
Aantal vrouwen in de leeftijdsklasse 25 tot en met 74 jaar die volgens het nationale register werkloos zijn in een bepaalde periode van de kalendermaand. |
Niet gecorrigeerd voor seizoensinvloeden |
PREA.O.M.MON.UNEMP |
Aantal mannen in de leeftijdsklasse 25 tot en met 74 jaar die volgens het nationale register werkloos zijn in een bepaalde periode van de kalendermaand. |
Niet gecorrigeerd voor seizoensinvloeden |
BIJLAGE III
Maandelijkse werkloosheidsramingen ingediend overeenkomstig artikel 3, lid 1 [optie 3]
Naam |
Beschrijving |
Statistische correcties |
||||||
NAT_LFS_PRI.Y.F.MON.UNEMP |
Aantal vrouwen in de leeftijdsklasse 15 tot en met 24 jaar die werkloos zijn tijdens de referentiemaand. |
|
||||||
NAT_LFS_PRI.Y.F.MON.EMPL |
Aantal vrouwen in de leeftijdsklasse 15 tot en met 24 jaar die werkzaam zijn tijdens de referentiemaand. |
|
||||||
NAT_LFS_PRI.Y.M.MON.UNEMP |
Aantal mannen in de leeftijdsklasse 15 tot en met 24 jaar die werkloos zijn tijdens de referentiemaand. |
|
||||||
NAT_LFS_PRI.Y.M.MON.EMPL |
Aantal mannen in de leeftijdsklasse 15 tot en met 24 jaar die werkzaam zijn tijdens de referentiemaand. |
|
||||||
NAT_LFS_PRI.O.F.MON.UNEMP |
Aantal vrouwen in de leeftijdsklasse 25 tot en met 74 jaar die werkloos zijn tijdens de referentiemaand. |
|
||||||
NAT_LFS_PRI.O.F.MON.EMPL |
Aantal vrouwen in de leeftijdsklasse 25 tot en met 74 jaar die werkzaam zijn tijdens de referentiemaand. |
|
||||||
NAT_LFS_PRI.O.M.MON.UNEMP |
Aantal mannen in de leeftijdsklasse 25 tot en met 74 jaar die werkloos zijn tijdens de referentiemaand. |
|
||||||
NAT_LFS_PRI.O.M.MON.EMPL |
Aantal mannen in de leeftijdsklasse 25 tot en met 74 jaar die werkzaam zijn tijdens de referentiemaand. |
|
BIJLAGE IV
Kwaliteit
De kwaliteit van het algehele maandelijkse werkloosheidscijfer wordt gemonitord aan de hand van een reeks indicatoren waarmee de volatiliteit en herzieningen worden gemeten, zoals hieronder uitvoerig wordt uiteengezet.
De indicatoren worden berekend over de laatste 36 maandelijkse waarnemingen die vanaf mei 2022 beschikbaar zijn.
De indicatoren worden om de drie jaar door de Commissie (Eurostat) geactualiseerd.
Volatiliteit
— |
De correlatie van wijzigingen van maand tot maand, berekend vóór afronding, namelijk de correlatiecoëfficiënt van Pearson tussen de reeks wijzigingen van maand tot maand en dezelfde reeks met een vertraging van één maand (d.w.z. autocorrelatiecoëfficiënt van de eerste orde). Die indicator moet binnen het interval [–0,30; 0,75] blijven. |
— |
De frequentie van dubbele grote omkeringen (“double large reversals”) berekend als het aandeel waarnemingen dat wordt voorafgegaan door twee opeenvolgende grote omkeringen (“large reversals”) in tegenovergestelde richtingen. Een grote omkering wordt geregistreerd wanneer het maandelijkse werkloosheidscijfer met 0,2 procentpunt of meer schommelt. Die indicator moet lager blijven dan 5 %. |
Herzieningen
— |
De frequentie van zeer grote herzieningen in de niveaus, berekend als het aandeel maandelijkse waarnemingen in niveaus die worden herzien met meer dan 0,3 procentpunt tussen de eerste raming en de herziene gegevens die zes maanden later worden vrijgegeven. Het “niveau” stemt overeen met de waarde van het maandelijkse werkloosheidscijfer in een bepaalde referentiemaand. Die indicator moet lager blijven dan 10 %. |
— |
De frequentie van grote herzieningen in wijzigingen van maand tot maand, berekend als het aandeel waarnemingen met wijzigingen van maand tot maand die worden herzien met 0,2 procentpunt of meer tussen de eerste raming en de herziene gegevens die zes maanden later worden vrijgegeven. Die indicator moet lager blijven dan 10 %. |