This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document JOC_2002_151_E_0221_01
Proposal for a Council Decision on the signature on behalf of the Community of an additional Protocol to the Europe Agreement establishing an Association between the European Communities and their Member States, of the one part, and the Republic of Latvia, of the other part, on Conformity Assessment and Acceptance of Industrial Products (COM(2002) 111 final — 2002/0057(ACC))
Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Gemeenschap, van een Aanvullend Protocol inzake overeenstemmingsbeoordeling en de aanvaarding van industrieproducten bij de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Letland, anderzijds (COM(2002) 111 def. — 2002/0057(ACC))
Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Gemeenschap, van een Aanvullend Protocol inzake overeenstemmingsbeoordeling en de aanvaarding van industrieproducten bij de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Letland, anderzijds (COM(2002) 111 def. — 2002/0057(ACC))
PB C 151E van 25.6.2002, p. 221–221
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Gemeenschap, van een Aanvullend Protocol inzake overeenstemmingsbeoordeling en de aanvaarding van industrieproducten bij de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Letland, anderzijds /* COM/2002/0111 def. - ACC 2002/0057 */
Publicatieblad Nr. 151 E van 25/06/2002 blz. 0221 - 0221
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Gemeenschap, van een Aanvullend Protocol inzake overeenstemmingsbeoordeling en de aanvaarding van industrieproducten bij de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Letland, anderzijds (door de Commissie ingediend) TOELICHTING I. Toelichting Op basis van de op 21.9.1992 door de Raad goedgekeurde onderhandelingsrichtsnoeren en het specifieke besluit van de Raad van juni 1997 waarbij de Commissie instructies werden gegeven voor onderhandelingen over Europaovereenkomsten inzake overeenstemmingsbeoordeling met de landen van Midden- en Oost-Europa, heeft de Commissie onderhandelingen gevoerd over een Aanvullend Protocol bij de Europaovereenkomst met Letland (protocol inzake overeenstemmingsbeoordeling en de aanvaarding van industrieproducten bij de Europaovereenkomst, hierna "PEOA" genoemd) en heeft zij een dergelijk protocol geparafeerd. De tekst van dit protocol is als bijlage aan deze mededeling gehecht. Hierna volgt een evaluatie van het protocol in het licht van de door de Raad goedgekeurde onderhandelingsrichtsnoeren en wordt voorgesteld dat de Raad toestemming geeft tot ondertekening van het Aanvullend Protocol bij de Europaovereenkomst en besluit de sluiting van dit protocol namens de Gemeenschap goed te keuren. Deze beoordeling en deze voorstellen zijn vergelijkbaar met de desbetreffende documenten voor de PEOA's die door de Raad met Hongarije en Tsjechië werden gesloten. I.1 Evaluatie van de Overeenkomst Omdat deze overeenkomst enkel van kracht is tijdens de pretoetredingsperiode en de Europaovereenkomst hiervoor een passende rechtsgrondslag vormde, werd in overleg met het Comité van artikel 133 besloten deze overeenkomst als een protocol bij de Europaovereenkomst veeleer dan als een op zich staande overeenkomst goed te keuren, zoals aanvankelijk de bedoeling was. Aan de ontwerp-PEOA liggen de algemene beginselen van de "mededeling van de Commissie betreffende het buitenlandse handelsbeleid van de Gemeenschap op het gebied van de normen en de conformiteitsbeoordeling" [1] , paragraaf 49, ten grondslag. De PEOA is een overgangsregeling en wordt derhalve bij de toetreding van de kandidaat-lidstaat beëindigd. [1] COM (96) 564 - def. 13.11.1996 De PEOA voorziet in de uitbreiding van bepaalde voordelen van de interne markt in sectoren waarvoor de wetgeving reeds geharmoniseerd is. De PEOA verbetert de markttoegang door de opheffing van technische belemmeringen voor de handel in industrieproducten en voorziet te dien einde in twee mechanismen voor a) de wederzijdse aanvaarding van industrieproducten die voldoen aan de voorwaarden om in één van de partijen legaal in de handel te worden gebracht en b) de wederzijdse erkenning van de resultaten van de overeenstemmingsbeoordeling van industrieproducten die aan de communautaire en de overeenkomstige nationale wetgeving zijn onderworpen. Het eerste mechanisme, dat betrekking heeft op de wederzijdse aanvaarding van industrieproducten, bevestigt dat de artikelen 9, lid 4, en 10, lid 4, van de Europaovereenkomst met Letland van toepassing zijn zonder andere beperkingen dan die waarin artikel 35 van de Europaovereenkomst voorziet. Deze bepaling verschaft de fabrikanten en exporteurs de nodige zekerheid, in die zin dat zij op voorhand bevestigt dat industrieproducten onder dit mechanisme vrij tussen de partijen mogen worden verhandeld. Over de bijlagen die dit mechanisme operationeel zullen maken, moet nog worden onderhandeld. Het tweede mechanisme is een bijzonder type overeenkomst inzake wederzijdse erkenning (OWE) waarbij de wederzijdse erkenning op het acquis communautaire gebaseerd is. Een dergelijk systeem maakt het mogelijk dat door aangemelde instanties in de Europese Unie gecertificeerde industrieproducten zonder verdere goedkeuringsprocedures in Letland in de handel worden gebracht en vice-versa. Deze overeenkomst heeft betrekking op de volgende sectoren: veiligheid van elektrisch materiaal, elektromagnetische compatibiliteit, speelgoed en producten voor de bouw. Het ontwerp voor Letland is volledig in overeenstemming met de PEOA's die op 4 april 2001 door de Raad met Hongarije en Tsjechië werden gesloten [2]. Letland heeft de technische wetgeving van de Gemeenschap in de sectoren waarop het protocol betrekking heeft overgenomen en participeert in de Europese organisaties op het gebied van normen, metrologie, testlaboratoria en erkenning. [2] Besluit 2001/365/EG van de Raad van 4 april 2001 inzake de sluiting van een PEOA met Tsjechië (PB L 135 van 17.05.2001, blz. 1) en Besluit 2001/366/EG van de Raad van 4 april 2001 inzake de sluiting van een PEOA met Hongarije (PB L 135 van 17.05.2001, blz. 35). De PEOA bestaat uit een kaderovereenkomst en een reeks bijlagen. Aan de slotbepaling is een unilaterale verklaring van de Gemeenschap gehecht waarin Letland wordt uitgenodigd vertegenwoordigers te zenden naar de comités die krachtens de in de bijlagen vermelde communautaire wetgeving zijn opgericht, met dien verstande dat deze vertegenwoordigers niet aan het besluitvormingsproces van de Gemeenschap kunnen deelnemen. Hierna volgt een evaluatie van deze PEOA. I.1.1 Kaderovereenkomst Hierna volgt een evaluatie van de overeenkomst per artikel: Preambule: Hierin wordt de basisdoelstelling van de PEOA uiteengezet. Omdat de aanvraag voor het lidmaatschap van de Europese Unie de implementatie van het acquis communautaire door de kandidaat-lidstaat veronderstelt, geeft deze overeenkomst de mogelijkheid een aantal voordelen van de interne markt uit te breiden tot bepaalde sectoren die reeds vóór de toetreding geharmoniseerd zijn. Artikel 1: Doel. In dit artikel wordt de doelstelling van de PEOA, de opheffing van technische belemmeringen voor de handel in industrieproducten, uiteengezet. De PEOA voorziet te dien einde in twee mechanismen voor a) de wederzijdse aanvaarding van industrieproducten die aan de voorwaarden voldoen om in een van de partijen legaal in de handel te worden gebracht en b) de wederzijdse erkenning van de resultaten van de overeenstemmingbeoordeling van industrieproducten die aan de communautaire wetgeving en de overeenkomstige nationale wetgeving zijn onderworpen. Artikel 2: Definities. Dit artikel behoeft geen toelichting. Het bevat definities van de begrippen industrieproducten en communautair en nationaal recht. Alle rechtsvoorschriften en uitvoeringsbepalingen (administratieve voorschriften, richtlijnen en andere bepalingen ter uitvoering van de wetgeving) vallen onder de definities van de begrippen communautaire en nationale wetgeving. Artikel 3: Aanpassing van de wetgeving. In dit artikel verbindt Letland zich ertoe passende maatregelen te nemen om de overname van de communautaire wetgeving te handhaven of te voltooien, met name wat de technische rechtsvoorschriften en de toepassing van de PEOA betreft. Dit betekent, in samenhang met de vierde overweging, dat de harmonisatie een continu proces is en dat de partijen overeenkomen een oplossing te vinden voor alle transponeringsproblemen die zich eventueel later kunnen voordoen. Artikel 4: Wederzijdse aanvaarding van industrieproducten. Het in artikel 1, lid 1, neergelegde beginsel wordt toegelicht in dit artikel, waarin is bepaald dat de vermelding van industrieproducten in de genoemde bijlagen bevestigt dat deze producten vrij tussen de partijen kunnen worden verhandeld. Zoals vermeld hebben over dergelijke bijlagen nog geen onderhandelingen plaatsgevonden. Artikel 5: Wederzijdse erkenning van de resultaten van overeenstemmingsbeoordelingsprocedures. Deze bepaling dient tot uitbreiding van het in artikel 1, lid 2, neergelegde beginsel. Dit type erkenning is vergelijkbaar met dat van de overeenkomsten inzake wederzijdse erkenning, met dien verstande dat alle wetgeving en normen geharmoniseerd zijn. Verwijzingen naar de desbetreffende communautaire en nationale wetgeving zijn in de sectorbijlagen opgenomen. Artikel 6: Vrijwaringsclausule. Hierin is bepaald dat elke partij het recht heeft de toegang van een product tot haar markt te verbieden wanneer zij kan aantonen dat dit product bepaalde legitieme belangen die door de in de bijlage vermelde wetgeving worden beschermd, zou kunnen schaden (in hoofdzaak de veiligheid en/of de gezondheid van de gebruikers of andere personen). De in dergelijke gevallen toe te passen procedures zijn in de bijlagen in bijzonderheden omschreven. Artikel 7: Uitbreiding van het toepassingsgebied. Zodra aan de harmonisatievoorwaarden is voldaan, kunnen de partijen het toepassingsgebied van dit protocol, ook wat de betrokken producten betreft, wijzigen door aanpassing van de bijlagen of door toevoeging van nieuwe bijlagen. Artikel 8: Oorsprong. De bepalingen van dit protocol zijn van toepassing op industrieproducten ongeacht hun oorsprong. Artikel 9: Verplichtingen van de partijen wat hun autoriteiten en instanties betreft. Dit artikel legt de partijen de verplichting op ervoor te zorgen dat hun respectieve autoriteiten de technische bekwaamheid en de naleving van de voorschriften door aangemelde instanties voortdurend verifiëren en over de nodige bevoegdheden en deskundigheid voor de aanwijzing, de opschorting en de intrekking van de aanwijzing van deze instanties beschikken. Voorts zijn de partijen volgens dit artikel gehouden ervoor te zorgen dat hun respectieve aangemelde instanties voortdurend aan de bepalingen van het communautair en nationaal recht voldoen en de technische deskundigheid voor het uitvoeren van de taken waarvoor zij zijn aangewezen in stand houden. Artikel 10: Aangemelde instanties. Dit artikel beschrijft de procedure voor de aanmelding van instanties voor het beoordelen van de conformiteit overeenkomstig de in de desbetreffende bijlagen vermelde rechtsvoorschriften. Deze procedure werd vereenvoudigd en is vergelijkbaar met die welke in de Gemeenschap van toepassing is. In de tweede paragraaf is de procedure voor de schrapping van aangemelde instanties omschreven. Artikel 11: Verificatie van aangemelde instanties. Dit artikel geeft een partij het recht de verificatie van een aangemelde instantie van de andere partij te eisen. Deze verificatie kan worden verricht door, hetzij de autoriteiten die de betrokken instantie hebben aangewezen, hetzij de autoriteiten van beide partijen tezamen. Indien de partijen het niet eens worden over de te nemen maatregelen, kunnen zij hun meningsverschil ter kennis brengen van de voorzitter van de Associatieraad en de beslissing over te nemen maatregelen aan de Associatieraad overlaten. De aangemelde instantie wordt dan geschorst vanaf het tijdstip van kennisgeving aan de Associatieraad tot het tijdstip waarop een definitief besluit wordt genomen. Artikel 12: Uitwisseling van informatie. Een transparantiebepaling die de correcte en uniforme toepassing en interpretatie van het protocol waarborgt. De partijen worden verzocht hun instanties ertoe aan te moedigen samen te werken om op vrijwillige grondslag overeenkomsten inzake wederzijdse erkenning te sluiten. Artikel 13: Geheimhouding. Een klassieke bepaling die voorkomt dat in het kader van dit protocol verkregen informatie openbaar wordt gemaakt. Artikel 14: Beheer van het protocol. De Associatieraad is verantwoordelijk voor de goede werking van het protocol en kan taken delegeren overeenkomstig de bepalingen van de Europaovereenkomst. Artikel 15: Technische samenwerking en bijstand. Bevestigt het beleid van de Gemeenschap inzake technische samenwerking en bijstand met het oog op de correcte tenuitvoerlegging van dit protocol Artikel 16: Overeenkomsten met andere landen. In dit artikel is bepaald dat, tenzij anders overeengekomen, de PEOA voor een partij niet de verplichting inhoudt in een derde land verrichte overeenstemmingsbeoordelingen te aanvaarden, zelfs indien de andere partij met dat derde land een overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van de overeenstemmingsbeoordeling heeft gesloten. Artikel 17: Inwerkingtreding. Dit is een standaardbepaling die de inwerkingtreding van de overeenkomst regelt. Artikel 18: Status van het protocol. Hierin is bepaald dat de PEOA integrerend deel uitmaakt van de Europaovereenkomst. I.1.2 Bijlagen bij het protocol I.1.2.1 Bijlagen inzake de wederzijdse erkenning van de resultaten van de overeenstemmingsbeoordeling Hierna volgt een overzicht van de inhoud van de bijlagen, hun toepassingsgebied en, waar dienstig, een aantal andere aspecten. De Commissie heeft bij deze evaluatie rekening gehouden met de volgende elementen: a) de algemene verenigbaarheid met de doelstellingen van het communautair beleid op het gebied van de standaardisering, de certificatie en de overeenstemmingsbeoordeling voor de sectoren en industrieproducten waarop de overeenkomst betrekking heeft; b) de algemene verenigbaarheid met de doelstellingen van het beleid van de Gemeenschap wat de opheffing van de technische handelsbelemmeringen betreft. De evaluatie van de verschillende sectoren wordt onder punt 1.2 gevolgd door een algemene beoordeling van de voordelen van het protocol. Bijlagen betreffende veiligheid van elektrisch materiaal, elektromagnetische compatibiliteit, speelgoed en producten voor de bouw. Deze bijlagen inzake de wederzijdse erkenning van de resultaten van de overeenstemmingsbeoordeling hebben betrekking op een aantal industrieproducten die volgens de "nieuwe aanpak"-richtlijnen in de desbetreffende sectoren aan overeenstemmingbeoordeling door een onafhankelijke derde zijn onderworpen. Al deze bijlagen hebben dezelfde structuur. Het toepassingsgebied wordt bepaald door de desbetreffende communautaire en nationale wetgeving zoals deze in afdeling I van elke bijlage is vermeld. Afdeling II, die betrekking heeft op de met de aanmelding belaste autoriteiten, bevat een lijst van de autoriteiten in de lidstaten en Letland die verantwoordelijk zijn voor de aanwijzing van instanties. Afdeling III, betreffende aangemelde instanties, gaat over de bekendmaking van alle door de lidstaten en Letland aangemelde overeenstemmingsbeoordelingsorganen. In Afdeling IV, inzake de specifieke regelingen, zijn de twee procedures voor de vrijwaringsclausule in verband met industrieproducten en geharmoniseerde normen vastgesteld. Voor speelgoed werden in afdeling IV twee specifieke bepalingen opgenomen. Volgens de eerste bepaling kunnen de met de aanmelding belaste autoriteiten op verzoek een afschrift van het certificaat, en op met redenen omkleed verzoek, een afschrift van het technisch dossier en van de verslagen van de uitgevoerde onderzoeken en tests verkrijgen. De tweede bepaling heeft betrekking op de kennisgeving door de Letse instanties aan hun ministerie van Economische Zaken wanneer zij weigeren een EG-certificaat van typegoedkeuring af te geven en de daaropvolgende kennisgeving aan de Europese Commissie. De bijlage betreffende producten voor de bouw heeft enkel betrekking op producten waarop geharmoniseerde normen en de overeenkomstige nationale normen van Letland van toepassing zijn. I.1.2.2 Bijlagen inzake de wederzijdse erkenning van industrieproducten Tot op heden is over dergelijke bijlagen nog niet onderhandeld. De PEOA bevat niettemin, evenals de Europaovereenkomst, de grondslagen voor de aanvaarding van dergelijke producten op dezelfde wijze als in de Europese Gemeenschap. I.1.2.3 Unilaterale verklaring Deze is aan de slotbepaling gehecht en als bijlage bij deze mededeling gevoegd. Unilaterale verklaring van de Gemeenschap betreffende de deelname van vertegenwoordigers van Letland aan de comités. In deze verklaring wordt Letland uitgenodigd waarnemers te zenden naar de vergaderingen van de comités die zijn opgericht bij of waaraan wordt gerefereerd in de communautaire wetgeving die in de bijlagen is vermeld. Deze verklaring is gebaseerd op de beginselen van de mededeling van de Commissie betreffende de "deelname van kandidaat-lidstaten aan communautaire programma's, agentschappen en comités" [3]. [3] Punt 4.2.b). COM (99) 710 - def. 20.12.1999. I.1.3 Betrekkingen met de landen van de EVA/EER Overeenkomstig de algemene informatie- en overlegprocedures van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, inzonderheid protocol 12 daarvan, heeft de Commissie de lidstaten van de EVA/EER voortdurend op de hoogte gehouden van de gemaakte vorderingen en van het eindresultaat van de onderhandelingen. De lidstaten van de EVA/EER hebben onlangs onderhandelingen geopend over een gelijklopende overeenkomst inzake wederzijdse erkenning met Letland. I.2 Algemene evaluatie De Commissie is van oordeel dat de voorgestelde PEOA in de pretoetredingsfase een aanvaardbaar pakket van voordelen biedt aan alle partijen. De Gemeenschap heeft in alle sectoren daadwerkelijke markttoegang verkregen, in die zin dat zij toegang heeft tot alle verplichte procedures van de andere partij. De PEOA bevestigt dat Letland de wetgeving van de Gemeenschap in de desbetreffende sectoren grotendeels heeft overgenomen. Deze PEOA biedt voordelen op zowel politiek als economisch vlak. Het protocol geeft exporteurs in de Gemeenschap desgewenst de mogelijkheid hun industrieproducten voorafgaand aan de uitvoer overeenkomstig dezelfde (geharmoniseerde) voorschriften te testen en te certificeren en deze producten vervolgens in de andere partij in de handel te brengen zonder dat nog verdere overeenstemmingsbeoordelingen dienen plaats te vinden. De certificatieprocedures dienen voor beide markten slechts eenmaal te worden verricht overeenkomstig dezelfde geharmoniseerde voorschriften en normen. De erkenning van deze certificatie maakt besparingen mogelijk en stimuleert de uitvoer. Het Europese bedrijfsleven werd hierover geraadpleegd en heeft het protocol zijn onvoorwaardelijke steun toegezegd. De betrokken sectoren van de industrie, die het protocol ondersteunen, hebben de kosten of de tijd die met de overeenstemmingsbeoordeling van hun industrieproducten in Letland gepaard gaan niet steeds kunnen kwantificeren. De besparingen in tijd en kosten en de betere afzetmogelijkheden die dit protocol met zich brengt, konden derhalve nog niet in alle gevallen nauwkeurig worden bepaald. Dit zal wellicht pas mogelijk zijn wanneer het protocol enige tijd van toepassing is. Volgens een ruwe schatting [4] zal dit protocol een kostenbesparing van ongeveer 2,5 miljoen EUR voor de exporterende industrie en van ongeveer 360.000 EUR voor de Letlandse exporteurs mogelijk maken, waarvan een gedeelte de Europese importeurs en consumenten ten goede zal komen. [4] Op basis van de werkhypothese dat de certificatiekosten en aanverwante kosten gemiddeld ongeveer 1,5% van de aan het handelsverkeer verbonden kosten vertegenwoordigen. Cijfers betreffende het handelsverkeer tussen de EG en Letland zijn ter informatie bijgevoegd. In 2000 vertoonde de algemene handelsbalans voor de sectoren waarop dit protocol betrekking heeft een handelsoverschot van ongeveer 140 miljoen euro voor de Europese Unie (gemiddeld een factor 6,9:1, variërend van 3,5:1 in de sector speelgoed tot 7,3:1 in de sector elektrisch materiaal). In de sector van de producten voor de bouw heeft Letland evenwel een handelsoverschot ten opzichte van de Gemeenschap (momenteel voor portland-cement). De verwachting is dat het handelsverkeer verder zal toenemen wanneer de PEOA van toepassing wordt. De meeste voordelen, zoals een snellere markttoegang, een betere voorspelbaarheid, minder protectionisme, harmonisatie van de systemen, zijn evenwel niet kwantificeerbaar. Zeker is dat elke overeenkomst, wat de overeenstemmingsbeoordeling betreft, beide partijen in gelijke mate toegang verschaft tot de markt van de andere partij. Deze voordelen wegen ruimschoots op tegen de middelen die de Commissie beschikbaar zal moeten stellen voor het beheer van het protocol. Deze worden geraamd op de uitgaven voor 0,8 personen per jaar, te vermeerderen met reiskosten en andere uitgaven in verband met vergaderingen en andere activiteiten zoals de publicatie van handleidingen. De PEOA zal de markt van de Gemeenschap toegankelijker maken voor exporteurs in Letland. Bovendien zal dit land politieke goodwill ontvangen omdat het zijn wetgeving heeft aangepast. Letland beschouwt de PEOA als een instrument om zijn industriële betrekkingen met de EU te versterken en reeds voor de toetreding bepaalde sectoren in de interne markt te integreren. II. De ontwerp-besluiten van de raad Aan dit document is een voorstel voor twee besluiten van de Raad gehecht. Beide zijn vergelijkbaar met de voorstellen van de Commissie voor eerdere besluiten van de Raad inzake de ondertekening namens de Gemeenschap en de sluiting van PEOA's met Hongarije en Tsjechië [5]. [5] Voor Tsjechië Besluit 2001/365/EG van de Raad van 4 april 2001 (PB L 135 van 17.05.2002, blz. 1). Voor Hongarije Besluit 2001/366/EG van de Raad van 4 april 2001 (PB L 135 van 17.05.2002, blz. 35). Het eerste voorstel betreft de ondertekening van het protocol. Letland verlangt dat dit protocol door ondertekening wordt goedgekeurd. Voorgesteld wordt derhalve dat de Voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon aan te wijzen die gemachtigd is dit protocol namens de Gemeenschap te ondertekenen, onder voorbehoud van de latere sluiting op basis van de artikelen 133 en 300 van het Verdrag. Het voorstel voor een tweede besluit houdt verband met de goedkeuring van de PEOA. Het verdient, wat dit betreft, aanbeveling dat de Raad, naar analogie van eerdere besluiten van de Raad in verband met de sluiting van overeenkomsten inzake wederzijdse erkenning, een passende communautaire procedure voor de tenuitvoerlegging en het beheer van het protocol vaststelt. In het bijzonder is het wenselijk dat de Raad, in overleg met het door de Raad ingestelde bijzonder comité, de Commissie de nodige bevoegdheden verleent voor het beheer en de tenuitvoerlegging van het protocol. Voorts dient de Raad de Commissie, die handelt in overleg met het bijzonder comité, de nodige bevoegdheden te verlenen om in bepaalde gevallen het standpunt van de Gemeenschap in de Associatieraad of, in voorkomend geval, het Associatiecomité ten aanzien van dit protocol te bepalen. In alle andere gevallen wordt het standpunt van de Gemeenschap ten aanzien van dit protocol vastgesteld door de Raad, die met een gekwalificeerde meerderheid een besluit neemt op basis van een voorstel van de Commissie. De Commissie stelt de Raad derhalve voor zijn goedkeuring te hechten aan de bijgaande besluiten inzake de ondertekening en de sluiting van de PEOA. Handelsverkeer EU-Letland - Bijlage bij de toelichting voor de Raad. >RUIMTE VOOR DE TABEL> 2002/0057 (ACC) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Gemeenschap, van een Aanvullend Protocol inzake overeenstemmingsbeoordeling en de aanvaarding van industrieproducten bij de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Letland, anderzijds DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133, in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea eerste zin, Gezien het voorstel van de Commissie [6], [6] PB C [...]van [...], blz. [...]. Overwegende hetgeen volgt: (1) De Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Letland, anderzijds [7], is op 1 februari 1998 in werking getreden. [7] PB L 26 van 2.2.1998, blz 3. (2) In artikel 76 van de Europaovereenkomst is bepaald dat de samenwerking op het gebied van de normalisatie en de overeenstemmingsbeoordeling moet leiden tot de sluiting van overeenkomsten inzake wederzijdse erkenning. (3) Over het protocol inzake overeenstemmingsbeoordeling en de aanvaarding van industrieproducten bij de Europaovereenkomst werd door de Commissie namens de Gemeenschap onderhandeld. (4) Het protocol inzake overeenstemmingsbeoordeling en de aanvaarding van industrieproducten bij de Europaovereenkomst, dat op 10 juli 2000 en 5 april 2001 te Brussel werd geparafeerd, dient te worden ondertekend onder voorbehoud van de mogelijke sluiting op een latere datum, BESLUIT: Enig artikel De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon aan te wijzen die gemachtigd is, onder voorbehoud van de mogelijke sluiting op een latere datum, het protocol inzake overeenstemmingsbeoordeling en de aanvaarding van industrieproducten bij de Europaovereenkomst met de Republiek Letland namens de Gemeenschap te ondertekenen. Gedaan te Brussel, op [...] Voor de Raad De voorzitter [...]