This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02021R1173-20240709
Council Regulation (EU) 2021/1173 of 13 July 2021 on establishing the European High Performance Computing Joint Undertaking and repealing Regulation (EU) 2018/1488
Consolidated text: Verordening (EU) 2021/1173 van de Raad van 13 juli 2021 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Europese high-performance computing en tot intrekking van Verordening (EU) 2018/1488
Verordening (EU) 2021/1173 van de Raad van 13 juli 2021 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Europese high-performance computing en tot intrekking van Verordening (EU) 2018/1488
02021R1173 — NL — 09.07.2024 — 001.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
VERORDENING (EU) 2021/1173 VAN DE RAAD van 13 juli 2021 (PB L 256 van 19.7.2021, blz. 3) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
L 1732 |
1 |
19.6.2024 |
Gerectificeerd bij:
VERORDENING (EU) 2021/1173 VAN DE RAAD
van 13 juli 2021
tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Europese high-performance computing en tot intrekking van Verordening (EU) 2018/1488
Artikel 1
Oprichting
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
“opleveringstest”: een test die wordt uitgevoerd om te bepalen of een EuroHPC-supercomputer voldoet aan de vereisten van de systeemspecificatie;
“toegangstijd”: de rekentijd van een supercomputer die ter beschikking wordt gesteld aan een gebruiker of groep gebruikers om hun computerprogramma’s uit te voeren;
“verbonden entiteit”: een juridische entiteit als gedefinieerd in artikel 187, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046;
“voor AI geoptimaliseerde supercomputer”: een supercomputer die in de eerste plaats is ontworpen voor het trainen van grootschalige artificiële-intelligentie (“AI”)-modellen voor algemene doeleinden en voor het ontwikkelen van opkomende AI-toepassingen;
“AI-fabriek”: een gecentraliseerde of gedistribueerde entiteit die een diensteninfrastructuur voor supercomputing op het gebied van AI aanbiedt die bestaat uit een voor AI geoptimaliseerde supercomputer of een AI-gericht deel van een supercomputer, een bijbehorend datacentrum, specifieke toegang en AI-georiënteerde supercomputingdiensten, en die talent aantrekt en bundelt om de competenties te leveren die nodig zijn om supercomputers voor AI te gebruiken;
“expertisecentrum op het gebied van high-performance computing”: een na een openbare en vergelijkende oproep tot het indienen van voorstellen geselecteerd samenwerkingsproject ter bevordering van het gebruik van toekomstige uiterst prestatiegerichte computercapaciteiten waarmee gebruikersgemeenschappen in samenwerking met andere belanghebbenden op het gebied van high-performance computing bestaande parallelle codes kunnen opschalen om exaschaal- en extreme schaalprestaties te bereiken;
“medeontwerp”: een collectieve benadering van technologieleveranciers en -gebruikers die betrokken zijn bij een collaboratief en iteratief ontwerpproces voor de ontwikkeling van nieuwe technologie, toepassingen en systemen;
“belangenconflict”: een situatie waarbij een financiële actor of een andere persoon als bedoeld in artikel 61 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 betrokken is;
“samenstellende entiteit”: de entiteit waaruit een particulier lid van de gemeenschappelijke onderneming bestaat, op grond van de statuten van elk particulier lid;
“consortium van particuliere partners”: een vereniging van juridische entiteiten van de Unie die samen met de gemeenschappelijke onderneming een supercomputer van industriële kwaliteit verwerft; een of meer van die particuliere partners kunnen behoren tot de particuliere leden van de gemeenschappelijke onderneming;
“EuroHPC-supercomputer”: elk computersysteem waarvan de gemeenschappelijke onderneming volledig eigenaar is of waarvan zij mede-eigenaar is samen met andere deelnemende staten of een consortium van particuliere partners; het kan gaan om een klassieke supercomputer (hoogwaardige supercomputer, industriële supercomputer, voor AI geoptimaliseerde supercomputer of midrange-supercomputer), een hybride klassieke kwantumcomputer, een kwantumcomputer of een kwantumsimulator;
“exaschaal”: een prestatieniveau waarop het mogelijk is tien tot de achttiende macht berekeningen per seconde (of 1 exaflop) uit te voeren;
“hoogwaardige supercomputer”: een computersysteem van wereldklasse dat is ontwikkeld met de meest geavanceerde technologie die op een bepaald moment beschikbaar is en ten minste prestaties op exaschaal of hoger (d.w.z. post-exaschaal) levert voor toepassingen waarmee complexere problemen worden aangepakt;
“gastconsortium”: een groep deelnemende staten of een consortium van particuliere partners die hebben toegezegd bij te dragen aan de verwerving en exploitatie van een EuroHPC-supercomputer, inclusief organisaties die die deelnemende staten vertegenwoordigen;
“gastentiteit”: een juridische entiteit die beschikt over voorzieningen om een EuroHPC-supercomputer in onder te brengen en te exploiteren, en die is gevestigd in een deelnemende staat die een lidstaat is;
“hypergeconnecteerd”: beschikkend over een communicatiecapaciteit voor het overdragen van gegevens met 1 terabit per seconde (d.w.z. tien tot de twaalfde macht bits per seconde) of meer;
“industriële supercomputer”: minstens een midrange-supercomputer die speciaal is ontworpen om te voldoen aan eisen inzake beveiliging, vertrouwelijkheid en gegevensintegriteit voor industriële gebruikers die strenger zijn dan eisen voor wetenschappelijk gebruik;
“bijdragen in natura aan indirecte acties” die uit Horizon Europa worden gefinancierd: bijdragen van de deelnemende staat of de particuliere leden van de gemeenschappelijke onderneming of hun samenstellende entiteiten of verbonden entiteiten, bestaande uit de in aanmerking komende kosten die zij maken bij de uitvoering van indirecte acties, verminderd met de bijdrage van die gemeenschappelijke onderneming, van de deelnemende staten van die gemeenschappelijke onderneming en van elke andere bijdrage van de Unie aan die kosten;
“bijdragen in natura aan acties” die uit het programma Digitaal Europa of de Connecting Europe Facility worden gefinancierd: bijdragen van de deelnemende staat of de particuliere leden van de gemeenschappelijke onderneming of hun samenstellende entiteiten of verbonden entiteiten, bestaande uit de in aanmerking komende kosten die zij maken bij de uitvoering van een deel van de activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming, verminderd met de bijdrage van die gemeenschappelijke onderneming, van de deelnemende staten van die gemeenschappelijke onderneming en van elke andere bijdrage van de Unie aan die kosten;
“midrange-supercomputer”: een supercomputer van wereldklasse waarvan het prestatieniveau ten hoogste één orde lager ligt dan dat van een hoogwaardige supercomputer;
“nationaal HPC-kenniscentrum”: een juridische entiteit of een consortium van juridische entiteiten, die of dat gevestigd is in een deelnemende staat en verbonden is met een nationaal supercomputingcentrum van die deelnemende staat, die of dat gebruikers uit het bedrijfsleven, waaronder kleine en middelgrote ondernemingen, de academische wereld en overheidsdiensten op verzoek toegang verleent tot de supercomputers en tot de recentste HPC-technologieën, -instrumenten, -toepassingen en -diensten, en die of dat expertise, vaardigheden, opleiding, netwerkactiviteiten en voorlichting biedt;
“waarnemende staat”: een land dat in aanmerking komt voor deelname aan acties van de gemeenschappelijke onderneming die uit Horizon Europa of uit het programma Digitaal Europa worden gefinancierd, maar dat geen deelnemende staat is;
“deelnemende staat”: een land dat lid is van de gemeenschappelijke onderneming;
“prestatieniveau”: het aantal zwevendekommabewerkingen per seconde (flops) dat een supercomputer kan uitvoeren;
“particulier lid”: elk lid van de gemeenschappelijke onderneming dat niet de Unie of een deelnemende staat is;
“kwantumcomputer”: een computer die de wetten van de kwantummechanica benut om bepaalde specifieke vraagstukken op te lossen en daarbij minder rekenkracht gebruikt dan klassieke computers;
“kwantumsimulator”: een in hoge mate regelbaar kwantumtoestel waarmee inzicht kan worden verkregen in de eigenschappen van complexe kwantumsystemen of waarmee specifieke rekenvraagstukken kunnen worden opgelost die niet met klassieke computers kunnen worden opgelost;
“beveiliging van de toeleveringsketen” van een EuroHPC-supercomputer: de maatregelen die bij de selectie van iedere leverancier van die supercomputer moeten worden genomen om de beschikbaarheid van componenten, technologieën, systemen en knowhow die nodig zijn voor de verwerving en exploitatie van die supercomputer, te waarborgen; dit zijn onder meer maatregelen ter beperking van de risico’s in verband met eventuele verstoringen van de levering van dergelijke componenten, technologieën en systemen, met inbegrip van prijswijzigingen, lagere prestaties of alternatieve toeleveringsbronnen; de beveiliging van de toeleveringsketen heeft betrekking op de volledige levensduur van de EuroHPC-supercomputer;
“strategische onderzoeks- en innovatieagenda”: het document dat de looptijd van Horizon Europa bestrijkt, waarin de belangrijkste prioriteiten en de essentiële technologieën en innovaties worden vermeld die nodig zijn om de doelstellingen van de gemeenschappelijke onderneming te verwezenlijken;
“strategisch meerjarenprogramma”: een document met daarin een strategie voor alle activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming;
“supercomputing”: gegevensverwerking op prestatieniveaus die de grootschalige integratie van individuele computerelementen, met inbegrip van kwantumcomponenten, vereist voor het oplossen van problemen die niet met standaardcomputersystemen kunnen worden aangepakt;
“totale kosten van eigendom” van een EuroHPC-supercomputer: de verwervingskosten plus de exploitatiekosten, met inbegrip van onderhoud, totdat de eigendom van de supercomputer wordt overgedragen naar de gastentiteit of de supercomputer wordt verkocht of totdat de supercomputer buiten gebruik wordt gesteld zonder overdracht van eigendom;
“werkprogramma”: het document als bedoeld in artikel 2, punt 25), van Verordening (EU) 2021/695 of, indien relevant, het document dat ook dient als werkprogramma als bedoeld in artikel 24 van Verordening (EU) 2021/694 of artikel 19 van Verordening (EU) 2021/1153.
Artikel 3
Opdracht en doelstellingen
De gemeenschappelijke onderneming heeft de volgende algemene doelstellingen:
bijdragen aan de uitvoering van Verordening (EU) 2021/695, en met name artikel 3 daarvan, wetenschappelijke, economische, ecologische, technologische en maatschappelijke impact creëren met de investeringen van de Unie in onderzoek en innovatie, teneinde de wetenschappelijke en technologische basis van de Unie te versterken, de strategische prioriteiten van de Unie te verwezenlijken en bij te dragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen en het beleid van de Unie, en bijdragen aan de aanpak van wereldwijde uitdagingen, onder meer door de duurzameontwikkelingsdoelstellingen na te streven aan de hand van de beginselen van Agenda 2030 van de Verenigde Naties en de Overeenkomst van Parijs, die is aangenomen in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering ( 1 );
zorgen voor nauwe samenwerking en coördinatie met andere Europese partnerschappen, onder meer door middel van gezamenlijke oproepen, en streven naar synergieën met relevante activiteiten en programma’s op het niveau van de Unie en op nationaal en regionaal niveau, in het bijzonder met die welke de uitrol van innovatieve oplossingen, onderwijs en regionale ontwikkeling ondersteunen, indien van toepassing;
in de Unie een geïntegreerde, vraaggerichte, gebruikersgestuurde en hypergeconnecteerde supercomputing- en data-infrastructuur van wereldklasse ontwikkelen, uitrollen, uitbreiden en in stand houden;
de hypergeconnecteerde supercomputing- en data-infrastructuur federeren en die verbinden met de Europese dataruimten en het Europese cloud-ecosysteem voor de levering van computer- en datadiensten aan een groot aantal publieke en particuliere gebruikers in Europa;
wetenschappelijke excellentie bevorderen en ondersteuning verlenen aan de toepassing en het systematische gebruik van onderzoeks- en innovatieresultaten die in de Unie worden gegenereerd;
verdergaan met de ontwikkeling en ondersteuning van een in Europa breed verspreid uiterst concurrerend en innovatief supercomputing- en data-ecosysteem dat bijdraagt aan het wetenschappelijk en digitaal leiderschap van de Unie, en dat in staat is computertechnologieën en -architecturen autonoom te produceren en te integreren in toonaangevende computersystemen, alsook geavanceerde toepassingen die geoptimaliseerd zijn voor die systemen;
het gebruik van supercomputerdiensten en de ontwikkeling van de belangrijkste vaardigheden die de Europese wetenschap en industrie nodig hebben, uitbreiden;
de AI-fabrieken ontwikkelen en exploiteren ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van een zeer concurrerend en innovatief AI-ecosysteem in de Unie.
Artikel 4
Activiteitenpijlers
De gemeenschappelijke onderneming geeft uitvoering aan haar in artikel 3 bedoelde opdracht en doet dat overeenkomstig de volgende activiteitenpijlers:
de pijler Administratie, bestaande uit de algemene activiteiten in verband met de exploitatie en het beheer van de gemeenschappelijke onderneming;
de pijler Infrastructuur, bestaande uit de activiteiten voor de verwerving, uitrol, upgrade en exploitatie van de beveiligde, hypergeconnecteerde supercomputing-, kwantumcomputing- en data-infrastructuur van wereldklasse, met inbegrip van de bevordering van de toepassing en het systematische gebruik van in de Unie gegenereerde onderzoeks- en innovatieresultaten;
de pijler Federatie van supercomputingdiensten, bestaande uit alle activiteiten om de onderzoeks- en wetenschapswereld, het bedrijfsleven, waaronder kleine en middelgrote ondernemingen, en de overheidssector in de gehele Unie toegang te verlenen tot gefedereerde beveiligde middelen en diensten voor supercomputing en data, vooral in samenwerking met PRACE en Géant; die activiteiten omvatten:
ondersteuning van de interconnectie van de middelen op het gebied van high-performance computing, kwantumcomputing en data die geheel of gedeeltelijk eigendom zijn van de gemeenschappelijke onderneming of die op vrijwillige basis ter beschikking worden gesteld door de deelnemende staten;
ondersteuning van de interconnectie van de data-infrastructuren voor supercomputing en kwantumcomputing met de gemeenschappelijke Europese dataruimten van de Unie en gefedereerde beveiligde cloud- en data-infrastructuren;
ondersteuning van de ontwikkeling, verwerving en exploitatie van een platform voor naadloze federatie en beveiligde dienstverlening op het gebied van diensten- en data-infrastructuren voor super- en kwantumcomputing, waarbij één enkel contactpunt wordt opgezet voor alle supercomputing- of datadiensten die door de gemeenschappelijke onderneming worden beheerd, zodat alle gebruikers één aanspreekpunt hebben;
de pijler Technologie, bestaande uit ambitieuze onderzoeks- en innovatieactiviteiten om in heel Europa een concurrerend en innovatief supercomputing-ecosysteem van wereldklasse te ontwikkelen, gericht op hardware- en softwaretechnologieën, en de integratie daarvan in computersystemen, die de gehele wetenschappelijke en industriële waardeketen bestrijken, teneinde bij te dragen aan de strategische autonomie van de Unie; de nadruk zal ook liggen op energie-efficiënte HPC-technologieën, waarmee wordt bijgedragen tot ecologische duurzaamheid; die activiteiten hebben onder meer betrekking op:
energiezuinige componenten voor microverwerking, interconnectiecomponenten, systeemarchitectuur en aanverwante technologieën zoals nieuwe algoritmen, softwarecodes, instrumenten en omgevingen;
nieuwe computerparadigma’s en de integratie daarvan door middel van medeontwerp in toonaangevende supercomputingsystemen; die technologieën worden gekoppeld aan de ontwikkeling, verwerving en uitrol van hoogwaardige supercomputers, waaronder kwantumcomputers, en infrastructuren;
technologieën en systemen voor de interconnectie en exploitatie van klassieke supercomputingsystemen met andere, vaak complementaire computertechnologieën zoals kwantumcomputing of andere opkomende computingtechnologieën, die zorgen voor de doeltreffende werking ervan;
nieuwe algoritmen en softwaretechnologieën die aanzienlijk betere prestaties opleveren;
de pijler Toepassing, bestaande uit activiteiten voor het tot stand brengen en in stand houden van Europese excellentie op het gebied van belangrijke toepassingen en codes voor computing en data ten behoeve van de wetenschap, het bedrijfsleven, waaronder kleine en middelgrote ondernemingen, en de overheidssector; die activiteiten hebben onder meer betrekking op:
toepassingen, waaronder nieuwe algoritmen en softwareontwikkelingen, voor publieke en particuliere gebruikers waarbij profijt wordt getrokken van de resultaten en capaciteiten van hoogwaardige supercomputers en de convergentie daarvan met geavanceerde digitale technologieën, zoals artificiële intelligentie, high-performance data-analyse en cloudtechnologieën, door middel van medeontwerp, ontwikkeling en optimalisatie van grootschalige en opkomende leidendemarktcodes en -toepassingen op basis van HPC;
ondersteuning van onder meer expertisecentra op het gebied van high-performance computing voor toepassingen en grootschalige demonstratiemodellen op basis van high-performance computing en proefopstellingen voor big datatoepassingen en geavanceerde digitale diensten in een breed scala van de wetenschappelijke, de publieke en de industriële sector;
de pijler Uitbreiding van het gebruik en de vaardigheden, gericht op het ontwikkelen van capaciteiten en vaardigheden die excellentie op het gebied van supercomputing, kwantumcomputing en datagebruik stimuleren, waarbij wordt gekeken naar synergieën met andere programma’s en instrumenten, en met name het programma Digitaal Europa, waarbij het wetenschappelijke en industriële gebruik van supercomputingmiddelen en datatoepassingen wordt uitgebreid, en waarbij de industriële toegang tot en het industriële gebruik van supercomputer- en data-infrastructuren worden bevorderd voor innovatie die is aangepast aan de industriële behoeften, alsook ervoor zorgen dat Europa beschikt over een goed geïnformeerde toonaangevende wetenschappelijke gemeenschap en geschoolde arbeidskrachten voor wetenschappelijk leiderschap en de digitale transformatie van de industrie en de overheidsdiensten, onder meer door nationale HPC-kenniscentra en expertisecentra op het gebied van high-performance computing te ondersteunen en netwerken te laten vormen;
de pijler Internationale samenwerking, in overeenstemming met de doelstellingen van het externe beleid en de internationale verbintenissen van de Unie activiteiten definiëren en uitvoeren — en daaraan deelnemen — die relevant zijn voor de bevordering van internationale samenwerking op het gebied van supercomputing om mondiale wetenschappelijke en maatschappelijke kwesties op te lossen en tegelijkertijd het concurrentievermogen van het Europese ecosysteem voor voorziening en gebruik op het gebied van high-performance computing te bevorderen;
de pijler AI-fabriek voor betrouwbare en ethische AI, die activiteiten omvat voor het aanbieden van een AI-georiënteerde supercomputingdiensteninfrastructuur die erop gericht is de capaciteiten, competenties en vaardigheden van het AI-ecosysteem met betrekking tot onderzoek en innovatie verder te ontwikkelen; die pijler omvat de volgende activiteiten:
de verwerving en exploitatie van voor AI geoptimaliseerde supercomputers die op dezelfde locatie als datacentra zijn ondergebracht of via zeer snelle netwerken met datacentra zijn verbonden;
de upgrade van bestaande EuroHPC-supercomputers met AI-capaciteiten;
het bieden van toegang en van eerlijke mogelijkheden voor toegang tot de voor AI geoptimaliseerde supercomputers of EuroHPC-supercomputers die zijn geüpgraded met AI-capaciteiten, onder meer door het gebruik ervan uit te breiden tot een groot aantal publieke en particuliere gebruikers, waaronder start-ups en kleine en middelgrote ondernemingen;
de exploitatie van gecentraliseerde of gedistribueerde AI-georiënteerde supercomputingdienstencentra ter ondersteuning van het ecosysteem van AI-start-ups en het onderzoeks- en innovatie-ecosysteem die algoritmische ondersteuning bieden, steun voor het verder ontwikkelen, trainen, testen, evalueren en valideren van modellen en systemen voor het trainen van AI, en steun voor de ontwikkeling van opkomende grootschalige AI-toepassingen op strategische gebieden zoals gezondheid en zorg, klimaatverandering, robotica of geconnecteerd en geautomatiseerd rijden;
de exploitatie van supercomputervriendelijke programmeringsfaciliteiten, onder meer voor de parallellisatie van AI-toepassingen om het gebruik van supercomputingcapaciteiten te optimaliseren;
de exploitatie van andere AI ondersteunende supercomputingdiensten;
het aantrekken, bundelen en opleiden van talent om hun competenties en vaardigheden met betrekking tot het gebruik van de EuroHPC-supercomputers voor AI te ontwikkelen;
het interageren met de andere AI-fabrieken, hun diensten in heel Europa toegankelijk maken en samenwerken met de EuroHPC-competentiecentra en EuroHPC-excellentiecentra, en met relevante AI-initiatieven van de Unie, zoals de hubs van start-ups op het gebied van artificiële intelligentie, de ecosystemen op het gebied van artificiële intelligentie en data, de faciliteiten voor het testen van en experimenteren met artificiële intelligentie, het Europees centraal platform voor artificiële intelligentie, de artificiële-intelligentiegeoriënteerde digitale-innovatiehubs, de artificiële-intelligentiegerelateerde kennis- en innovatiegemeenschappen van het Europees Instituut voor innovatie en technologie, relevante Europese onderzoeksinfrastructuren en andere gerelateerde initiatieven.
Artikel 5
Financiële bijdrage van de Unie
De financiële bijdrage van de Unie aan de gemeenschappelijke onderneming, met inbegrip van EER-kredieten, bedraagt tot 3 081 300 000 EUR, inclusief 92 000 000 EUR voor administratieve kosten, op voorwaarde dat dat bedrag ten minste gelijk is aan de bijdrage van de deelnemende staten, en is als volgt verdeeld:
tot 900 000 000 EUR uit Horizon Europa;
tot 1 981 300 000 EUR uit het programma Digitaal Europa;
tot 200 000 000 EUR uit de Connecting Europe Facility.
Artikel 6
Overige bijdragen van de Unie
Bijdragen afkomstig van programma’s van de Unie die niet in artikel 5, lid 1, worden genoemd en die door de Unie worden medegefinancierd in het kader van een door een van de deelnemende staten die een lidstaat is uitgevoerd programma, worden niet in aanmerking genomen bij de berekening van de in artikel 5 genoemde maximale financiële bijdrage van de Unie.
Artikel 7
Bijdragen van andere leden dan de Unie
De Commissie kan de financiële bijdrage van de Unie aan de gemeenschappelijke onderneming beëindigen, evenredig verlagen of schorsen, of de in artikel 23 van de statuten bedoelde ontbindingsprocedure inleiden in de volgende gevallen:
indien de gemeenschappelijke onderneming niet voldoet aan de voorwaarden voor de bijdrage van de Unie, of
indien de andere leden dan de Unie of hun samenstellende entiteiten of verbonden entiteiten geen bijdrage leveren, slechts gedeeltelijk bijdragen of de termijnen voor de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde bijdrage niet in acht nemen, of
naar aanleiding van de in artikel 24 bedoelde evaluaties.
Het besluit van de Commissie om de financiële bijdrage van de Unie te beëindigen, evenredig te verlagen of te schorsen laat de terugbetaling van in aanmerking komende kosten die door andere leden dan de Unie zijn gemaakt voordat het besluit ter kennis van de gemeenschappelijke onderneming is gebracht, onverlet.
Artikel 8
Beheer van de bijdragen van de deelnemende staten
Aanvullend op de criteria van artikel 22 van Verordening (EU) 2021/695, artikel 18 van Verordening (EU) 2021/694 of artikel 11 van Verordening 2021/1153, kunnen in een bijlage bij het werkprogramma criteria betreffende de deelname van nationale juridische entiteiten worden opgenomen.
Elke deelnemende staat vertrouwt de beoordeling van de voorstellen aan de gemeenschappelijke onderneming toe overeenkomstig de regels van Horizon Europa.
De selectie van de voorstellen geschiedt op basis van de ranglijst van de beoordelingscommissie. De raad van bestuur kan in naar behoren gemotiveerde gevallen van de lijst afwijken zoals bepaald in het werkprogramma om de algemene samenhang van de portefeuillebenadering te bewaken.
Elke deelnemende staat heeft op basis van zijn nationale strategische prioriteiten een vetorecht over alle kwesties die betrekking hebben op het gebruik van zijn eigen nationale financiële bijdrage aan de gemeenschappelijke onderneming voor aanvragers die in de betrokken deelnemende staat zijn gevestigd.
Elke deelnemende staat streeft ernaar zijn betalingsschema, verslaglegging en audits te synchroniseren met die van de gemeenschappelijke onderneming en zijn kostensubsidiabiliteitsregels af te stemmen op de regels van Horizon Europa.
Artikel 9
Gastentiteit
Na een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling worden de gastentiteit als bedoeld in lid 2 van dit artikel en desbetreffende deelnemende staat waar de gastentiteit is gevestigd of het desbetreffende gastconsortium door de raad van bestuur geselecteerd via een eerlijk en transparant proces op basis van onder meer de volgende criteria:
overeenstemming met de algemene systeemspecificaties die in de oproep tot het indienen van blijken van belangstelling zijn gedefinieerd;
de totale kosten van de eigendom van de EuroHPC-supercomputer, met inbegrip van een nauwkeurige raming en een methode voor de verificatie van de exploitatiekosten van die supercomputer gedurende de levensduur ervan;
de ervaring waarover de gastentiteit beschikt met betrekking tot het installeren en exploiteren van soortgelijke systemen;
de kwaliteit van de fysieke en IT-infrastructuur van de gastfaciliteit, alsmede de beveiliging daarvan en de connectiviteit met de rest van de Unie;
de kwaliteit van de dienstverlening aan de gebruikers, in het bijzonder de capaciteit te voldoen aan de overeenkomst inzake het dienstverleningsniveau die deel uitmaakt van de documenten van de selectieprocedure;
verstrekking van een passend bewijsstuk waaruit blijkt dat de lidstaat waar de gastentiteit is gevestigd of de bevoegde autoriteiten van de deelnemende staten van het gastconsortium zich ertoe verbinden de totale kosten van eigendom van de EuroHPC-supercomputer die niet onder de in artikel 5 bedoelde bijdrage van de Unie of in artikel 6 bedoelde andere bijdragen van de Unie vallen, te dragen totdat de eigendom ervan door de gemeenschappelijke onderneming wordt overgedragen aan die gastentiteit of totdat de supercomputer wordt verkocht of buiten gebruik wordt gesteld indien de eigendom niet wordt overgedragen.
Voor de voor AI geoptimaliseerde supercomputers gelden voor de gastentiteiten de volgende aanvullende selectiecriteria:
nabijheid van een bestaand datacentrum, of een verbinding met een bestaand datacentrum via zeer snelle netwerken;
visie, plannen en capaciteit van de gastentiteit om de uitdagingen van het ecosysteem van AI-start-ups en het onderzoeks- en innovatie-ecosysteem en de AI-gebruikersgemeenschap aan te pakken en in een ondersteunende gecentraliseerde of gedistribueerde AI-gerichte supercomputingdienst te voorzien;
kwaliteit en relevantie van de ervaring en knowhow die beschikbaar zijn bij het beoogde team dat naar verwachting zal worden belast met de ondersteunende AI-georiënteerde supercomputingdienstenomgeving;
plannen voor interactie en samenwerking met andere AI-fabrieken, met EuroHPC-competentiecentra en EuroHPC-excellentiecentra en met relevante AI-initiatieven, zoals de hubs van start-ups op het gebied van artificiële intelligentie, de ecosystemen voor artificiële intelligentie en data, de faciliteiten voor het testen van en experimenteren met artificiële intelligentie, het Europees centraal platform voor artificiële intelligentie, de artificiële-intelligentiegerichte digitale-innovatiehubs en andere gerelateerde initiatieven;
bestaande capaciteiten en toekomstplannen van de gastentiteit om bij te dragen tot de ontwikkeling van de talentenpool.
Met het oog op de verwerving en de exploitatie van de in artikel 13 bedoelde industriële EuroHPC-supercomputers of partities van EuroHPC-supercomputers sluit de gastentiteit een overeenkomst met een consortium van particuliere partners;
Het onderbrengen van een industriële EuroHPC-supercomputer voldoet aan de volgende voorwaarden:
overeenkomstig artikel 13 vertrouwt de gemeenschappelijke onderneming de exploitatie van elke afzonderlijke industriële EuroHPC-supercomputer waarvan zij mede-eigenaar is, toe aan een gastentiteit;
gastentiteiten worden geselecteerd overeenkomstig lid 5 van dit artikel en de in artikel 19 bedoelde financiële regels van de gemeenschappelijke onderneming;
na een oproep tot het indienen van blijken van belangstelling worden de gastentiteit en haar geassocieerde consortium van particuliere partners door de raad van bestuur geselecteerd volgens een eerlijk en transparant proces dat onder meer gebaseerd is op het volgende:
de criteria van lid 5, punten a) tot en met e), van dit artikel, en
de verstrekking van een passend bewijsstuk waaruit blijkt dat het consortium van particuliere partners zich ertoe verbindt het deel van de totale kosten van eigendom van de EuroHPC-supercomputer dat niet onder de in artikel 5 bedoelde bijdrage van de Unie of in artikel 6 bedoelde andere bijdragen van de Unie valt, te dragen.
Artikel 10
Onderbrengingsovereenkomst
In de onderbrengingsovereenkomst worden met name de volgende elementen met betrekking tot de EuroHPC-supercomputers vastgesteld:
de tijdens de procedure betreffende de verwerving van de supercomputer geldende rechten en plichten, met inbegrip van de opleveringstests van de supercomputer;
de aansprakelijkheidsvoorwaarden voor de exploitatie van de supercomputer;
de kwaliteit van de dienstverlening die aan de gebruikers wordt aangeboden bij de exploitatie van de supercomputer, zoals vastgesteld in de overeenkomst inzake het dienstverleningsniveau;
de plannen inzake de energie-efficiëntie en ecologische duurzaamheid van de supercomputer;
de toegangsvoorwaarden voor het aandeel van de Unie in de toegangstijd tot de supercomputer, zoals door de raad van bestuur overeenkomstig artikel 17 vastgesteld;
de rapportageregels met betrekking tot de toegangstijden;
het aandeel van de totale kosten van eigendom dat als gevolg van een regeling van de gastentiteit zal worden gedragen door de deelnemende staat waar de gastentiteit is gevestigd of door de deelnemende staten in het gastconsortium;
de voorwaarden voor de in artikel 11, lid 5, artikel 12, lid 7, artikel 13, lid 6, en artikel 14, lid 6, bedoelde overdracht van eigendom, in geval van EuroHPC-supercomputers met inbegrip van bepalingen voor de berekening van hun restwaarde en voor de buitengebruikstelling ervan;
de verplichting van de gastentiteit om toegang tot de EuroHPC-supercomputers te verlenen, waarbij zij zorgt voor de beveiliging van de supercomputers alsmede de bescherming van persoonsgegevens overeenkomstig Verordening (EU) 2016/679, de bescherming van de privacy en elektronische communicatie overeenkomstig Richtlijn 2002/58/EG, de bescherming van bedrijfsgeheimen overeenkomstig Richtlijn (EU) 2016/943 en de bescherming van de vertrouwelijkheid van andere gegevens die onder de geheimhoudingsplicht vallen;
de verplichting van de gastentiteit om een gecertificeerde auditprocedure in te stellen met betrekking tot de exploitatiekosten van de EuroHPC-supercomputer en de toegangstijden van de gebruikers;
de verplichting van de gastentiteit om uiterlijk op 31 januari van elk jaar aan de raad van bestuur een auditverslag en gegevens over het gebruik van de toegangstijd in het voorgaande begrotingsjaar te verstrekken;
de specifieke voorwaarden die gelden wanneer de gastentiteit een EuroHPC-supercomputer voor industrieel gebruik exploiteert, of een voor AI geoptimaliseerde supercomputer.
Artikel 11
Verwerving en eigendom van de hoogwaardige supercomputers
Het resterende deel van de totale kosten van eigendom van de hoogwaardige supercomputers wordt gedragen door de deelnemende staat waar de gastentiteit is gevestigd of door de deelnemende staten in het gastconsortium, eventueel aangevuld met de in artikel 6 bedoelde bijdragen.
Artikel 12
Verwerving en eigendom van kwantumcomputers en kwantumsimulatoren
Het resterende deel van de totale kosten van eigendom van de kwantumcomputers en kwantumsimulatoren wordt gedragen door de deelnemende staat waar de gastentiteit is gevestigd of door de deelnemende staten in het gastconsortium, eventueel aangevuld met de in artikel 6 bedoelde bijdragen.
Artikel 12 bis
Verwerving en eigendom van voor AI geoptimaliseerde supercomputers
Het resterende deel van de totale kosten van eigendom van de voor AI geoptimaliseerde supercomputers wordt gedragen door de deelnemende staat waar de gastentiteit is gevestigd of door de deelnemende staten in het gastconsortium, eventueel aangevuld met de in artikel 6 bedoelde bijdragen.
Artikel 13
Verwerving en eigendom van industriële EuroHPC-supercomputers
Artikel 14
Verwerving en eigendom van de midrange-supercomputers
Artikel 15
Upgraden van supercomputers
▼M1 —————
De gastentiteit wordt door de raad van bestuur geselecteerd middels een eerlijke en transparante procedure op basis van onder meer de volgende criteria:
rechtvaardiging van de upgrade;
compatibiliteit met de oorspronkelijke EuroHPC-supercomputer;
grotere exploitatiecapaciteit van de EuroHPC-supercomputer;
verstrekking van een passend bewijsstuk waaruit blijkt dat de lidstaat waar de gastentiteit is gevestigd of de bevoegde autoriteiten van de deelnemende staten van het gastconsortium zich ertoe verbinden de upgradekosten van de EuroHPC-supercomputer die niet onder de in artikel 5 bedoelde bijdrage van de Unie of in artikel 6 bedoelde andere bijdragen van de Unie vallen, te dragen totdat de eigendom ervan door de gemeenschappelijke onderneming wordt overgedragen aan die gastentiteit of totdat de supercomputer wordt verkocht of buiten gebruik wordt gesteld indien de eigendom niet wordt overgedragen.
Artikel 16
Gebruik van EuroHPC-supercomputers
Artikel 17
Toewijzing van toegangstijd van de Unie tot de EuroHPC-supercomputers
De raad van bestuur controleert op gezette tijden het aandeel van de Unie in de toegangstijd per deelnemende staat en per gebruikerscategorie, ook voor commerciële doeleinden. De raad van bestuur kan onder meer besluiten:
de toegangstijden per activiteiten- of gebruikerscategorie opnieuw aan te passen met het oog op een optimale benutting van de capaciteiten van de EuroHPC-supercomputers;
voorstellen te doen voor aanvullende steunmaatregelen om gebruikers billijke toegangsmogelijkheden te bieden, met de bedoeling hun vaardigheden en deskundigheid op het gebied van HPC-systemen te versterken.
Artikel 18
Toegangstijd van de Unie tot EuroHPC-supercomputers voor commerciële doeleinden
Artikel 19
Financiële regels
Artikel 20
Personeel
Artikel 21
Gedetacheerde nationale deskundigen en stagiairs
Artikel 22
Voorrechten en immuniteiten
Protocol nr. 7 inzake voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, gehecht aan het VEU en het VWEU, is van toepassing op de gemeenschappelijke onderneming en haar personeel.
Artikel 23
Aansprakelijkheid van de gemeenschappelijke onderneming
Artikel 24
Toezicht en evaluatie
Artikel 25
Bevoegdheid van het Hof van Justitie van de Europese Unie en toepasselijk recht
Het Hof van Justitie van de Europese Unie is bevoegd uitspraak te doen:
op grond van alle arbitragebedingen in door de gemeenschappelijke onderneming gesloten overeenkomsten of contracten of in haar besluiten;
in geschillen over vergoeding van schade die door personeelsleden van de gemeenschappelijke onderneming wordt veroorzaakt bij de uitoefening van hun taken;
in elk geschil tussen de gemeenschappelijke onderneming en haar personeel binnen de grenzen en onder de voorwaarden vastgelegd in het Statuut of de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.
Artikel 26
Klachten bij de Europese Ombudsman
Tegen besluiten van de gemeenschappelijke onderneming ter uitvoering van deze verordening kan een klacht bij de Europese Ombudsman worden ingediend overeenkomstig artikel 228 VWEU.
Artikel 27
Ex-postaudits
Artikel 28
Bescherming van de financiële belangen van de leden
Artikel 29
Vertrouwelijkheid
De gemeenschappelijke onderneming beschermt gevoelige informatie waarvan openbaarmaking de belangen van haar leden of die van deelnemers aan de werkzaamheden van de gemeenschappelijke onderneming zou kunnen schaden.
Artikel 30
Transparantie
Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad ( 6 ) is van toepassing op de documenten in bezit van de gemeenschappelijke onderneming.
Artikel 31
Verwerking van persoonsgegevens
Wanneer voor de toepassing van deze verordening de verwerking van persoonsgegevens is vereist, worden die verwerkt overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad ( 7 ).
Artikel 32
Toegang tot resultaten en informatie over voorstellen
Artikel 33
Regels voor deelname en verspreiding van toepassing op uit Horizon Europa gefinancierde indirecte acties
Artikel 34
Vergoedingspercentages
Voor indirecte acties die in het kader van Horizon Europa worden gefinancierd, kan, in afwijking van artikel 34 van Verordening (EU) 2021/695, en voor activiteiten die in het kader van het programma Digitaal Europa worden gefinancierd, de gemeenschappelijke onderneming verschillende vergoedingspercentages toepassen voor de financiering van de Unie in het kader van een actie, afhankelijk van het soort deelnemer, namelijk kleine en middelgrote ondernemingen, en het soort actie. De vergoedingspercentages worden vermeld in het werkprogramma.
Artikel 35
Regels van toepassing op in het kader van de Connecting Europe Facility gefinancierde activiteiten
Verordening (EU) 2021/1153 is van toepassing op de activiteiten die door de gemeenschappelijke onderneming in het kader van de Connecting Europe Facility worden gefinancierd.
Artikel 36
Regels van toepassing op in het kader van Digitaal Europa gefinancierde activiteiten
Verordening (EU) 2021/694 is van toepassing op de activiteiten die door de gemeenschappelijke onderneming in het kader van de het programma Digitaal Europa worden gefinancierd.
Artikel 37
Ondersteuning door de gastlidstaat
Tussen de gemeenschappelijke onderneming en de lidstaat waar haar zetel zich bevindt, kan een administratieve overeenkomst worden gesloten betreffende door die staat aan de gemeenschappelijke onderneming verleende voorrechten, immuniteiten en andere ondersteuning.
Artikel 38
Intrekking
De acties die op grond van de artikelen 10, 11, 13 en 14 van Verordening (EU) 2018/1488 en de artikelen 6 en 7 van de aan die verordening gehechte statuten zijn geïnitieerd, blijven van toepassing totdat zij zijn voltooid en voor zover nodig.
Acties die voortvloeien uit oproepen tot het indienen van voorstellen en oproepen tot het indienen van offertes waarin wordt voorzien in jaarlijkse uitvoeringsplannen die zijn vastgesteld uit hoofde van Verordening (EU) 2018/1488, worden eveneens aangemerkt als acties geïnitieerd uit hoofde van die verordening.
Artikel 39
Overgangsbepalingen
Artikel 40
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE
STATUTEN VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERNEMING EUROPESE HIGH-PERFORMANCE COMPUTING
Artikel 1
Taken
De gemeenschappelijke onderneming voert de volgende taken uit:
publieke en private middelen bijeenbrengen voor de financiering van de activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming;
ondersteuning bieden voor de tenuitvoerlegging van de opdracht, de doelstellingen en de activiteitenpijlers van de gemeenschappelijke onderneming als bedoeld in de artikelen 3 en 4 van deze verordening; die activiteiten worden gefinancierd met middelen uit de begroting van de Unie in het kader van Verordening (EU) 2021/695 tot vaststelling van Horizon Europa, Verordening (EU) 2021/694 tot vaststelling van het programma Digitaal Europa en Verordening (EU) 2021/1153 tot vaststelling van de Connecting Europe Facility, overeenkomstig het toepassingsgebied van hun respectieve verordeningen, alsook met bijdragen van de betrokken deelnemende staten aan de gemeenschappelijke onderneming; daartoe lanceert de gemeenschappelijke onderneming oproepen tot het indienen van voorstellen, aanbestedingen en alle andere instrumenten of procedures waarin Horizon Europa, het programma Digitaal Europa en de Connecting Europe Facility voorzien;
de oproepen tot het indienen van blijken van belangstelling voor het onderbrengen of upgraden van EuroHPC-supercomputers uitschrijven en beheren, en de ontvangen offertes beoordelen, met de steun van onafhankelijke externe deskundigen;
de gastentiteit van de EuroHPC-supercomputers op een eerlijke, open en transparante manier selecteren overeenkomstig artikel 9 van deze verordening;
overeenkomstig artikel 10 van deze verordening een onderbrengingsovereenkomst sluiten met de gastentiteit voor de exploitatie en het onderhoud van de EuroHPC-supercomputers en toezien op de naleving van de onderbrengingsovereenkomst, met inbegrip van de opleveringstest van de verworven supercomputers;
algemene en specifieke voorwaarden voor de toekenning van het aandeel van de Unie in de toegangstijd tot de EuroHPC-supercomputers formuleren en toezicht houden op de toegang tot die supercomputers overeenkomstig artikel 17 van deze verordening;
ervoor zorgen dat haar concrete acties bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van Horizon Europa, de strategische meerjarenplanning, regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage, en andere vereisten van dat programma, zoals de uitvoering van het kader voor feedback op gemeenschappelijk beleid;
open oproepen tot het indienen van voorstellen uitschrijven en financiering toekennen aan indirecte acties overeenkomstig Verordening (EU) 2021/695 en binnen de grenzen van de beschikbare middelen, hoofdzakelijk in de vorm van subsidies;
open oproepen tot het indienen van voorstellen en aanbestedingen uitschrijven en middelen toekennen overeenkomstig Verordening (EU) 2021/694 en Verordening (EU) 2021/1153, binnen de grenzen van de beschikbare middelen;
toezicht houden op de uitvoering van de acties en subsidieovereenkomsten en aanbestedingscontracten beheren;
de doeltreffendheid van het initiatief inzake Europese high-performance computing waarborgen, op basis van een reeks passende maatregelen;
toezicht houden op de algehele voortgang in de richting van de doelstellingen van de gemeenschappelijke onderneming;
hechte samenwerking ontwikkelen en voor coördinatie zorgen met activiteiten, organisaties en belanghebbenden op EU- en nationaal niveau, zodat synergieën ontstaan en de resultaten van onderzoek en innovatie op het gebied van high-performance computing beter worden benut;
hechte samenwerking ontwikkelen en zorgen voor coördinatie met andere Europese partnerschappen en operationele synergieën in gemeenschappelijke backoffice-functies met andere gemeenschappelijke ondernemingen;
het strategisch meerjarenprogramma vaststellen, de bijbehorende jaarlijkse werkprogramma’s voor de uitvoering ervan opstellen en uitvoeren, en eventuele noodzakelijke aanpassingen aan het strategisch meerjarenprogramma aanbrengen;
activiteiten voor voorlichting, communicatie, exploitatie en informatieverspreiding verrichten door het mutatis mutandis toepassen van artikel 51 van Verordening (EU) 2021/695, en het beschikbaar en toegankelijk maken in een gemeenschappelijke elektronische Horizon Europa-gegevensbank van uitvoerige informatie over de resultaten van oproepen tot het indienen van voorstellen;
alle andere taken uitvoeren die nodig zijn om de in artikel 3 van deze verordening vastgelegde doelstellingen te bereiken.
Artikel 2
Leden
De gemeenschappelijke onderneming bestaat uit de volgende leden:
de Unie, vertegenwoordigd door de Commissie;
België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, IJsland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Zweden;
Montenegro, Noord-Macedonië, Zwitserland en Turkije, op voorwaarde dat die derde landen betrokken zijn bij ten minste één van de in artikel 5, lid 1, bedoelde relevante programma’s van deze verordening;
na aanvaarding van deze statuten door middel van een verklaring van aanvaarding, het ETP4HPC (European Technology Platform for High Performance Computing), een vereniging naar Nederlands recht met zetel in Amsterdam (Nederland) en de vereniging DAIRO (“Data, AI and Robotics”), een vereniging naar Belgisch recht met zetel in Brussel (België).
Artikel 3
Wijziging van het lidmaatschap
Artikel 4
Organen van de gemeenschappelijke onderneming
De gemeenschappelijke onderneming bestaat uit de volgende organen:
de raad van bestuur;
de uitvoerend directeur;
het industrieel en wetenschappelijk adviescomité, bestaande uit de adviesgroep inzake onderzoek en innovatie en de adviesgroep inzake infrastructuur.
Artikel 5
Samenstelling van de raad van bestuur
Artikel 6
Werking van de raad van bestuur
Voor de toepassing van dit lid neemt de raad van bestuur besluiten met een meerderheid die bestaat uit de stem van de Unie en ten minste 50 % van alle stemmen van de deelnemende staten, met inbegrip van de stemmen van de niet-aanwezige leden.
Voor de toepassing van dit lid worden besluiten van de raad van bestuur met gekwalificeerde meerderheid genomen. De gekwalificeerde meerderheid wordt geacht te zijn bereikt indien zij de Unie omvat en ten minste 55 % van de lidstaten zijnde deelnemende staten waarvan de bevolking ten minste 65 % van de totale bevolking van die staten uitmaakt. Om de bevolkingsaantallen te bepalen, worden de aantallen in bijlage III bij Besluit 2009/937/EU van de Raad ( 8 ) gebruikt.
Voor de toepassing van dit lid neemt de raad van bestuur besluiten met een meerderheid die ten minste 75 % van alle stemmen uitmaakt, met inbegrip van de stemmen van de niet-aanwezige leden.
In de eerste fase wordt de overige 50 % van de stemrechten gelijkmatig over alle deelnemende staten verdeeld. De raad van bestuur neemt besluiten met een meerderheid die bestaat uit de stem van de Unie en ten minste 55 % van alle stemmen van de deelnemende staten, met inbegrip van de stemmen van de niet-aanwezige leden.
In de tweede fase beslist de raad van bestuur met gekwalificeerde meerderheid van stemmen als bedoeld in lid 4 van dit artikel.
De uitvoerend directeur is gerechtigd om deel te nemen aan de vergaderingen en de beraadslagingen, maar heeft geen stemrecht. De raad van bestuur kan per geval andere personen uitnodigen om de vergaderingen als waarnemers bij te wonen.
Elke waarnemende staat mag een afgevaardigde in de raad van bestuur benoemen, die alle relevante documenten ontvangt en mag deelnemen aan de beraadslagingen van de raad van bestuur, tenzij de raad van bestuur daar per geval anders over beslist. Die afgevaardigden hebben geen stemrecht, waarborgen de vertrouwelijkheid van gevoelige informatie overeenkomstig artikel 29 van deze verordening en zijn onderworpen aan de regels inzake belangenconflicten.
Artikel 7
Taken van de raad van bestuur
De raad van bestuur voert met name de volgende algemene administratieve taken van de gemeenschappelijke onderneming uit:
nieuwe lidmaatschapsaanvragen beoordelen, aanvaarden of afwijzen overeenkomstig artikel 3, lid 2, van deze statuten;
beslissen over de beëindiging van het lidmaatschap van leden van de gemeenschappelijke onderneming die hun verplichtingen niet nakomen;
de financiële regels van de gemeenschappelijke onderneming bespreken en goedkeuren overeenkomstig artikel 19 van deze verordening;
de jaarlijkse administratieve begroting van de gemeenschappelijke onderneming bespreken en goedkeuren, met inbegrip van de daarmee overeenstemmende personeelsformatie waarin, uitgedrukt in voltijdequivalenten, het aantal tijdelijke ambten per functiegroep en per rang, het aantal arbeidscontractanten en het aantal gedetacheerde nationale deskundigen is aangegeven;
de uitvoerend directeur benoemen, ontslaan, zijn ambtstermijn verlengen, hem adviseren en toezicht houden op zijn prestaties;
het geconsolideerde jaarlijkse activiteitenverslag bespreken en goedkeuren, met inbegrip van de in artikel 18, lid 1, van deze statuten bedoelde, daarmee verband houdende uitgaven;
de bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag uitoefenen met betrekking tot het personeel, overeenkomstig artikel 20 van deze verordening;
waar passend uitvoeringsregels voor het Statuut en de Regeling vaststellen overeenkomstig artikel 20, lid 3, van deze verordening;
waar passend regels vaststellen voor de detachering van nationale deskundigen naar de gemeenschappelijke onderneming en voor het inzetten van stagiairs overeenkomstig artikel 21, lid 2, van deze verordening;
waar passend adviesgroepen oprichten als aanvulling op de organen van de gemeenschappelijke onderneming als bedoeld in artikel 4 van deze statuten;
regels en specifieke criteria vaststellen voor de selectie, de benoeming en het ontslag van de leden van de overeenkomstig punt j) opgerichte adviesgroepen, met inbegrip van overwegingen betreffende gender- en geografische diversiteit, en het door die adviesgroepen autonoom vastgestelde reglement van orde goedkeuren;
de organisatiestructuur van het programmabureau bespreken en goedkeuren, na een aanbeveling van de uitvoerend directeur;
waar passend door leden van de gemeenschappelijke onderneming gedane verzoeken tot wijziging van deze verordening voorleggen aan de Commissie;
de algemene en specifieke toegangsvoorwaarden voor het gebruik van het aandeel van de Unie in de toegangstijd tot de EuroHPC-supercomputers formuleren overeenkomstig artikel 17 van deze verordening;
de hoogte van de vergoeding voor de commerciële diensten als bedoeld in artikel 18 van deze verordening vaststellen, en beslissen over de toewijzing van toegangstijd aan die diensten;
het communicatiebeleid van de gemeenschappelijke onderneming bespreken en goedkeuren op aanbeveling van de uitvoerend directeur;
de verantwoordelijkheid dragen voor elke taak die niet specifiek aan een bepaald orgaan van de gemeenschappelijke onderneming is toegewezen; de raad van bestuur kan dergelijke taken aan elk orgaan van de gemeenschappelijke onderneming toewijzen.
De raad van bestuur voert met name de volgende taken in verband met de verwerving en exploitatie van de EuroHPC-supercomputers en de gegenereerde inkomsten als bedoeld in artikel 16 van deze verordening uit:
het gedeelte van het strategisch meerjarenprogramma dat verband houdt met de verwerving van EuroHPC-supercomputers als bedoeld in artikel 18, lid 1, van deze statuten bespreken en goedkeuren;
het gedeelte van het jaarlijkse werkprogramma dat verband houdt met de verwerving van EuroHPC-supercomputers en de selectie van gastentiteiten en de daarmee verband houdende uitgavenramingen als bedoeld in artikel 18, lid 4, van deze statuten bespreken en goedkeuren;
het uitschrijven van oproepen tot het indienen van blijken van belangstelling goedkeuren, overeenkomstig het jaarlijkse werkprogramma;
de selectie goedkeuren van de gastentiteiten voor de EuroHPC-supercomputers die zijn geselecteerd aan de hand van een eerlijk, open en transparant proces overeenkomstig artikel 9 van deze verordening;
jaarlijks beslissen over het gebruik van de inkomsten uit de vergoedingen voor commerciële diensten als bedoeld in artikel 18 van deze verordening;
het uitschrijven van aanbestedingen goedkeuren, overeenkomstig het jaarlijkse werkprogramma;
de voor financiering geselecteerde inschrijvingen goedkeuren;
beslissen over de mogelijke overdracht van eigendom van de EuroHPC-supercomputers aan een gastentiteit, de verkoop ervan aan een andere entiteit of het buiten gebruik stellen ervan, overeenkomstig artikel 11, lid 5, artikel 12, lid 7, en artikel 14, lid 6, van deze verordening;
beslissen over de mogelijke overdracht van eigendom van de EuroHPC-supercomputers aan een consortium van particuliere partners, de verkoop ervan aan een andere entiteit of het buiten gebruik stellen ervan, overeenkomstig artikel 13, lid 6, van deze verordening.
De raad van bestuur voert met name de volgende taken uit in verband met de onderzoeks- en innovatieactiviteiten en de activiteiten inzake datagebruik en vaardigheden van de gemeenschappelijke onderneming:
het gedeelte van het strategisch meerjarenprogramma dat verband houdt met de onderzoeks- en innovatieactiviteiten als bedoeld in artikel 18, lid 1, van deze statuten, aan het begin van het initiatief bespreken en goedkeuren en het indien nodig gedurende de looptijd van Horizon Europa wijzigen; het strategisch meerjarenprogramma vermeldt onder meer de andere Europese partnerschappen waarmee de gemeenschappelijke onderneming een formele en regelmatige samenwerking tot stand brengt, alsmede mogelijkheden voor synergieën tussen de acties van de gemeenschappelijke onderneming en nationale of regionale initiatieven en beleidsmaatregelen, op basis van door de deelnemende staten ontvangen informatie;
het gedeelte van het jaarlijkse werkprogramma bespreken en goedkeuren dat betrekking heeft op de onderzoeks- en innovatieactiviteiten en de overeenkomstige uitgavenramingen als bedoeld in artikel 18, lid 4, van deze statuten, met het oog op de uitvoering van het strategisch meerjarenprogramma, met inbegrip van de inhoud van de oproepen tot het indienen van voorstellen, het toepasselijke financieringspercentage per onderwerp van de oproep en de daarmee verband houdende regels voor indienings-, evaluatie-, selectie-, gunnings- en beroepsprocedures;
het uitschrijven van oproepen tot het indienen van voorstellen goedkeuren overeenkomstig het jaarlijkse werkplan;
de lijst met voor financiering aangewezen acties goedkeuren op basis van de aanbeveling van de uitvoerend directeur, op grond van artikel 8 van deze verordening;
verantwoordelijkheid dragen voor het nauwlettend en tijdig monitoren van de voortgang van het onderzoeks- en innovatieprogramma en de afzonderlijke acties van de gemeenschappelijke onderneming met betrekking tot de prioriteiten van de Commissie en het strategisch meerjarenprogramma, en waar nodig corrigerende maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat de gemeenschappelijke onderneming haar doelstellingen bereikt.
De raad van bestuur voert met name de volgende taken in verband met de activiteiten inzake capaciteitsopbouw en -verbreding van de gemeenschappelijke onderneming uit:
het gedeelte van het strategisch meerjarenprogramma dat verband houdt met de activiteiten inzake capaciteitsopbouw en -verbreding als bedoeld in artikel 18, lid 1, van deze statuten bespreken en goedkeuren;
het gedeelte van het jaarlijkse werkprogramma dat verband houdt met de activiteiten inzake capaciteitsopbouw en -verbreding en de daarmee verband houdende uitgavenramingen als bedoeld in artikel 18, lid 4, van deze statuten bespreken en goedkeuren;
het uitschrijven van oproepen tot het indienen van voorstellen en aanbestedingen goedkeuren overeenkomstig het jaarlijkse werkplan;
de lijst met voor financiering aangewezen acties goedkeuren op basis van de aanbeveling van de uitvoerend directeur.
De raad van bestuur voert met name de volgende taken uit met betrekking tot de federatie en connectiviteit van de HPC- en data-infrastructuuractiviteiten, alsook met betrekking tot de internationale samenwerkingsactiviteiten van de gemeenschappelijke onderneming:
het gedeelte van het strategisch meerjarenprogramma dat verband houdt met de federatie en connectiviteit van de HPC- en data-infrastructuuractiviteiten en de internationale samenwerking als bedoeld in artikel 18, lid 1, van deze statuten bespreken en goedkeuren;
het gedeelte van het jaarlijkse werkprogramma dat verband houdt met de federatie en connectiviteit van de HPC- en data-infrastructuuractiviteiten en met de internationale samenwerking en de daarmee verband houdende uitgavenramingen als bedoeld in artikel 18, lid 4, van deze statuten bespreken en goedkeuren;
het uitschrijven van oproepen tot het indienen van voorstellen en aanbestedingen goedkeuren overeenkomstig het jaarlijkse werkplan;
de lijst met voor financiering aangewezen acties goedkeuren op basis van de aanbeveling van de uitvoerend directeur.
Artikel 8
Benoeming, ontslag of verlenging van de ambtstermijn van de uitvoerend directeur
De uitvoerend directeur wordt na een openbare en transparante selectieprocedure door de raad van bestuur aangesteld uit een lijst van door de Commissie voorgedragen kandidaten.
Voor het sluiten van de arbeidsovereenkomst met de uitvoerend directeur wordt de gemeenschappelijke onderneming vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur.
Artikel 9
Taken van de uitvoerend directeur
De uitvoerend directeur voert met name de volgende taken onafhankelijk uit:
het ontwerp van strategisch meerjarenprogramma als bedoeld in artikel 18, lid 1, van deze statuten ter bespreking en goedkeuring aan de raad van bestuur voorleggen;
de jaarlijkse ontwerpbegroting opstellen, met inbegrip van de daarmee overeenkomende personeelsformatie, en die ter bespreking en goedkeuring voorleggen aan de raad van bestuur, en daarbij het aantal tijdelijke ambten per rang en functiegroep aangeven, alsook het aantal arbeidscontractanten en gedetacheerde nationale deskundigen, uitgedrukt in voltijdequivalenten;
het ontwerp van jaarlijks werkprogramma opstellen en dit ter bespreking en goedkeuring voorleggen aan de raad van bestuur, en in dat programma een omschrijving geven van het toepassingsgebied van de oproepen tot het indienen van voorstellen, de oproepen tot het indienen van blijken van belangstelling en de aanbestedingen die nodig zijn om het onderzoeks- en innovatieactiviteitenprogramma, het aanbestedingsprogramma, het activiteitenprogramma inzake capaciteitsopbouw en -verbreding, en het activiteitenprogramma inzake federatie, connectiviteit en internationale samenwerking die door het industrieel en wetenschappelijk adviescomité zijn voorgesteld, uit te voeren, alsmede de daarmee verband houdende, door de deelnemende staten en de Commissie voorgestelde uitgavenramingen;
de jaarrekening voor advies voorleggen aan de raad van bestuur;
het geconsolideerde jaarlijks activiteitenverslag opstellen, met inbegrip van de informatie over de overeenkomstige uitgaven, en dit ter goedkeuring voorleggen aan de raad van bestuur;
namens de gemeenschappelijke onderneming individuele subsidieovereenkomsten, -contracten en -besluiten ondertekenen;
aanbestedingscontracten ondertekenen;
toezicht houden op de exploitatie van de EuroHPC-supercomputers die eigendom zijn van of worden gefinancierd door de gemeenschappelijke onderneming, met inbegrip van de toewijzing van het aandeel van de Unie in de toegangstijd, de naleving van de toegangsrechten voor gebruikers uit de academische wereld en het bedrijfsleven, alsook de kwaliteit van de dienstverlening;
het communicatiebeleid van de gemeenschappelijke onderneming aan de raad van bestuur voorstellen;
instaan voor de organisatie van, de leiding over en het toezicht op de werkzaamheden en het personeel van de gemeenschappelijke onderneming binnen de grenzen van de bevoegdheidsdelegatie door de raad van bestuur zoals bepaald in artikel 20, lid 2, van deze verordening;
een doeltreffend en efficiënt internecontrolesysteem instellen, toezien op de werking ervan en elke ingrijpende wijziging daarvan aan de raad van bestuur melden;
erover waken dat risicoanalyses en risicobeheer worden toegepast;
indien van toepassing zorg dragen voor het tot stand brengen van interne auditcapaciteit bij de gemeenschappelijke onderneming;
toegangstijd toewijzen voor nood- en crisissituaties, in overeenstemming met het door de raad van bestuur vastgestelde toegangsbeleid;
alle andere maatregelen nemen die nodig zijn voor de beoordeling van de voortgang die de gemeenschappelijke onderneming boekt bij de verwezenlijking van haar doelstellingen, zoals vastgesteld in artikel 3 van deze verordening;
alle andere taken uitvoeren die door de raad van bestuur aan de uitvoerend directeur zijn toevertrouwd of gedelegeerd.
De uitvoerend directeur zet een programmabureau op voor de uitvoering, onder zijn of haar verantwoordelijkheid, van alle ondersteunende taken die voortvloeien uit deze verordening. Het programmabureau bestaat uit het personeel van de gemeenschappelijke onderneming en voert met name de volgende taken uit:
bijstand verlenen bij het opzetten en beheren van een geschikt boekhoudsysteem in overeenstemming met de financiële regels als bedoeld in artikel 19 van deze verordening;
het beheer voeren over de in het jaarlijkse werkprogramma vastgestelde oproepen tot het indienen van voorstellen en over de subsidieovereenkomsten en -besluiten;
het beheer voeren over de in het jaarlijkse werkprogramma vastgestelde aanbestedingen en de contracten;
het beheer voeren over het proces voor de selectie van de gastentiteiten en de onderbrengingsovereenkomsten;
de leden en de andere organen van de gemeenschappelijke onderneming alle relevante informatie en de nodige ondersteuning geven zodat zij hun taken kunnen vervullen, en aan hun specifieke verzoeken voldoen;
fungeren als het secretariaat van de organen van de gemeenschappelijke onderneming en assistentie verlenen aan de door de raad van bestuur opgerichte adviesgroepen.
Artikel 10
Samenstelling van het industrieel en wetenschappelijk adviescomité
Artikel 11
Werking van de adviesgroep inzake onderzoek en innovatie
Artikel 12
Werking van de adviesgroep inzake infrastructuur
Artikel 13
Taken van de adviesgroep inzake onderzoek en innovatie
De adviesgroep inzake onderzoek en innovatie:
stelt haar bijdrage aan het in artikel 18, lid 1, van deze statuten bedoelde ontwerp van strategisch meerjarenprogramma met betrekking tot onderzoeks- en innovatieactiviteiten op en herziet dat geregeld, overeenkomstig de ontwikkeling van de wetenschappelijke en industriële vraag;
organiseert openbare raadplegingen die openstaan voor alle publieke en particuliere belanghebbenden op het gebied van high-performance computing en kwantumcomputing, om hen te informeren en feedback in te winnen over het ontwerp van strategisch meerjarenprogramma en de daarmee verband houdende ontwerpactiviteiten van het werkprogramma voor onderzoek en innovatie voor een bepaald jaar.
Het in lid 1 bedoelde ontwerp van strategisch meerjarenprogramma omvat:
de strategische onderzoeks- en innovatieagenda met de onderzoeks- en innovatieprioriteiten voor de ontwikkeling en invoering van technologieën en toepassingen voor eindgebruikers voor high-performance computing op verschillende toepassingsgebieden, teneinde de ontwikkeling van een geïntegreerd HPC-, kwantumcomputing- en data-ecosysteem in de Unie te ondersteunen, de veerkracht van de Unie te vergroten en nieuwe markten en maatschappelijke toepassingen te helpen creëren, evenals maatregelen om de ontwikkeling en invoering van Europese technologie te bevorderen;
potentiële internationale samenwerkingsactiviteiten op het gebied van onderzoek en innovatie die waarde toevoegen en van wederzijds belang zijn;
prioriteiten op het gebied van opleiding en onderwijs om te voorzien in kerncompetenties en de vaardigheidskloof op het gebied van HPC- en kwantumcomputingtechnologieën en -toepassingen aan te pakken, met name voor de industrie.
Artikel 14
Taken van de adviesgroep inzake infrastructuur
De adviesgroep inzake infrastructuur verstrekt advies aan de raad van bestuur voor de verwerving en de exploitatie van de EuroHPC-supercomputers. De adviesgroep doet daartoe het volgende:
zij stelt haar bijdrage aan het in artikel 18, lid 1, van deze statuten bedoelde ontwerp van strategisch meerjarenprogramma met betrekking tot de aanschaf van EuroHPC supercomputers, capaciteitsopbouw en -verbreding op en herziet dat geregeld, overeenkomstig de ontwikkeling van de wetenschappelijke en industriële vraag;
zij organiseert openbare raadplegingen die openstaan voor alle publieke en particuliere belanghebbenden op het gebied van high-performance computing, inclusief kwantumcomputing, om hen te informeren en feedback in te winnen over het ontwerp van strategisch meerjarenprogramma voor de verwerving en de exploitatie van de EuroHPC-supercomputers en de daarmee verband houdende ontwerpactiviteiten van het werkprogramma voor een bepaald jaar.
De in lid 1 bedoelde bijdrage aan het ontwerp van strategisch meerjarenprogramma omvat:
de aankoop van EuroHPC-supercomputers, waarbij onder meer rekening wordt gehouden met de planning van de verwerving, de vereiste capaciteitsuitbreiding, de betrokken soorten toepassingen en gebruikersgemeenschappen, de relevante gebruikerseisen en passende systeemarchitectuur, de gebruikerseisen en de architectuur van de infrastructuur;
de federatie en interconnectie van die infrastructuur, waarbij onder meer rekening wordt gehouden met de integratie met nationale HPC- of kwantumcomputinginfrastructuren, en de architectuur van de hypergeconnecteerde en gefedereerde infrastructuur, en
capaciteitsopbouw, inclusief de nationale HPC-kenniscentra en verbredings- en opleidingsactiviteiten voor eindgebruikers, alsmede mogelijkheden om de invoering en het gebruik van Europese technologische oplossingen, met name door de nationale HPC-kenniscentra, te bevorderen.
Artikel 15
Financieringsbronnen
Indien een deel van de bijdrage van de Unie voor de administratieve kosten niet wordt gebruikt, kan het ter beschikking worden gesteld om de exploitatiekosten van de gemeenschappelijke onderneming te dekken.
De exploitatiekosten van de gemeenschappelijke onderneming worden gedekt door:
de financiële bijdrage van de Unie;
financiële bijdragen van de deelnemende staat waar de gastentiteit is gevestigd of van de deelnemende staten in een gastconsortium aan de gemeenschappelijke onderneming — waaronder de bijdragen van de Unie die worden aangemerkt als bijdragen van de deelnemende staat op grond van artikel 15, lid 3, van Verordening (EU) 2021/695 — voor de verwerving van de hoogwaardige EuroHPC-supercomputers of kwantummachines en voor de exploitatie ervan totdat de eigendom ervan wordt overgedragen aan de gastentiteit of totdat ze worden verkocht of buiten gebruik worden gesteld overeenkomstig artikel 11, lid 5, en artikel 12, lid 7, van deze verordening, verminderd met de bijdragen van de gemeenschappelijke onderneming en alle andere bijdragen van de Unie aan die kosten;
bijdragen in natura van de deelnemende staat waar de gastentiteit is gevestigd of van de deelnemende staten in een gastconsortium — waaronder de bijdragen van de Unie die worden aangemerkt als bijdragen van de deelnemende staat op grond van artikel 15, lid 3, van Verordening (EU) 2021/695 — bestaande uit de exploitatiekosten van de EuroHPC-supercomputers die eigendom zijn van de gemeenschappelijke onderneming, die door de gastentiteiten zijn gemaakt, verminderd met de bijdragen van de gemeenschappelijke onderneming en alle andere bijdragen van de Unie aan die kosten;
financiële bijdragen van de deelnemende staat waar de gastentiteit is gevestigd of van de deelnemende staten in een gastconsortium — waaronder de bijdragen van de Unie die worden aangemerkt als bijdragen van de deelnemende staat op grond van artikel 15, lid 3, van Verordening (EU) 2021/695 — bestaande uit de gemaakte kosten voor de verwerving, samen met de gemeenschappelijke onderneming, van de midrange-EuroHPC-supercomputers, verminderd met de bijdragen van de gemeenschappelijke onderneming en alle andere bijdragen van de Unie aan die kosten;
financiële bijdragen van een consortium van particuliere partners, bestaande uit de kosten die zijn gemaakt voor de verwerving en exploitatie, samen met de gemeenschappelijke onderneming, van de industriële EuroHPC-supercomputers, verminderd met de bijdragen van de gemeenschappelijke onderneming en alle andere bijdragen van de Unie aan die kosten, totdat de eigendom ervan wordt overgedragen aan de gastentiteit of totdat ze worden verkocht of buiten gebruik worden gesteld overeenkomstig artikel 13, lid 6, van deze verordening;
financiële bijdragen van deelnemende staten aan de in aanmerking komende kosten die in die deelnemende staten gevestigde begunstigden maken — waaronder de bijdragen van de Unie die worden aangemerkt als bijdragen van de deelnemende staat op grond van artikel 15, lid 3, van Verordening (EU) 2021/695 — bij het verrichten van indirecte acties die overeenstemmen met de onderzoeks- en innovatieagenda, als aanvulling op de vergoeding van die kosten door de gemeenschappelijke onderneming, verminderd met de bijdragen van de gemeenschappelijke onderneming en alle andere bijdragen van de Unie aan die kosten. Die bijdragen laten de regels inzake staatssteun onverlet;
bijdragen in natura van de particuliere leden of hun samenstellende en verbonden entiteiten als omschreven in artikel 2, punten 16) en 17), van deze verordening.
De in de begroting van de gemeenschappelijke onderneming opgenomen middelen bestaan uit de volgende bijdragen:
de financiële bijdragen van de Unie aan de administratieve kosten;
de financiële bijdragen van de leden aan de exploitatiekosten;
alle door de gemeenschappelijke onderneming gegenereerde inkomsten;
alle andere financiële bijdragen, middelen en inkomsten;
de interesten op de bijdragen die aan de gemeenschappelijke onderneming zijn betaald, gelden als inkomsten.
Artikel 16
Financiële verbintenissen
De financiële verbintenissen van de gemeenschappelijke onderneming mogen het bedrag van de beschikbare of door haar leden voor haar begroting vastgelegde financiële middelen niet overschrijden. De Commissie kan meerjarige verbintenissen aangaan.
Artikel 17
Begrotingsjaar
Het begrotingsjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december.
Artikel 18
Operationele en financiële planning
Artikel 19
Operationele en financiële verslaglegging
De uitvoerend directeur brengt jaarlijks verslag uit aan de raad van bestuur over de uitvoering van zijn of haar taken in overeenstemming met de financiële regels van de gemeenschappelijke onderneming als bedoeld in artikel 19 van deze verordening. Het geconsolideerde jaarlijkse activiteitenverslag bevat informatie over onder meer de volgende zaken:
onderzoek, innovatie en andere uitgevoerde acties en de bijbehorende uitgaven;
de verwerving en exploitatie van infrastructuur, met inbegrip van het gebruik van en de toegang tot de infrastructuur, zoals de door elke deelnemende staat daadwerkelijk gebruikte toegangstijden;
de ingediende voorstellen en inschrijvingen, met inbegrip van een uitsplitsing per type deelnemer (waaronder kleine en middelgrote ondernemingen) en per land;
de voor financiering geselecteerde indirecte acties, met een uitsplitsing per type deelnemer (waaronder kleine en middelgrote ondernemingen) en per land, met vermelding van de bijdragen van de gemeenschappelijke onderneming aan de afzonderlijke deelnemers en acties;
de voor financiering geselecteerde inschrijvingen, met een uitsplitsing per type contractant (waaronder kleine en middelgrote ondernemingen) en per land, met vermelding van de bijdrage van de gemeenschappelijke onderneming aan de afzonderlijke contractanten en aanbestedingsactiviteiten;
het resultaat van de aanbestedingsactiviteiten;
vorderingen in de richting van de verwezenlijking van de in artikel 3 van deze verordening omschreven doelstellingen, en voorstellen voor verdere noodzakelijke werkzaamheden ter verwezenlijking van die doelstellingen.
Artikel 20
Interne audit
Artikel 21
Aansprakelijkheid van leden en verzekering
Artikel 22
Belangenconflicten
Artikel 23
Ontbinding
( 1 ) PB L 282 van 19.10.2016, blz. 4.
( 2 ) PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1.
( 3 ) Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).
( 4 ) Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).
( 5 ) PB L 136 van 31.5.1999, blz. 15.
( 6 ) Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).
( 7 ) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
( 8 ) Besluit 2009/937/EU van de Raad van 1 december 2009 houdende vaststelling van zijn reglement van orde (PB L 325 van 11.12.2009, blz. 35).