This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32014O0012
2014/330/EU: Guideline of the European Central Bank of 12 March 2014 amending Guideline ECB/2013/4 on additional temporary measures relating to Eurosystem refinancing operations and eligibility of collateral and amending Guideline ECB/2007/9 (ECB/2014/12)
2014/330/EU: Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 12 maart 2014 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2013/4 inzake aanvullende tijdelijke maatregelen betreffende herfinancieringstransacties van het Eurosysteem en de beleenbaarheid van onderpand en tot wijziging van Richtsnoer ECB/2007/9 (ECB/2014/12)
2014/330/EU: Richtsnoer van de Europese Centrale Bank van 12 maart 2014 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2013/4 inzake aanvullende tijdelijke maatregelen betreffende herfinancieringstransacties van het Eurosysteem en de beleenbaarheid van onderpand en tot wijziging van Richtsnoer ECB/2007/9 (ECB/2014/12)
PB L 166 van 5.6.2014, p. 42–43
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 19/08/2014; opgeheven door 32014O0031
5.6.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 166/42 |
RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 12 maart 2014
tot wijziging van Richtsnoer ECB/2013/4 inzake aanvullende tijdelijke maatregelen betreffende herfinancieringstransacties van het Eurosysteem en de beleenbaarheid van onderpand en tot wijziging van Richtsnoer ECB/2007/9
(ECB/2014/12)
(2014/330/EU)
DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, inzonderheid het eerste streepje van artikel 127, lid 2,
Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid het eerste streepje van artikel 3.1, artikel 12.1, artikel 14.3 en artikel 18.2,
Gezien Richtsnoer ECB/2011/14 van 20 september 2011 betreffende monetaire-beleidsinstrumenten en -procedures van het Eurosysteem (1) en Besluit ECB/2013/6 van 20 maart 2013 houdende de regels betreffende het gebruik van door de overheid gegarandeerde ongedekte bankbrieven voor eigen gebruik als onderpand voor monetaire-beleidstransacties van het Eurosysteem (2) en Besluit ECB/2013/35 van 26 september 2013 inzake aanvullende met herfinancieringstransacties van het Eurosysteem en de beleenbaarheid van onderpand verband houdende maatregelen (3),
Overwegende:
(1) |
Conform artikel 18.1 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, mogen de Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben (de „NCB's”) krediettransacties verrichten met kredietinstellingen en andere marktpartijen, waarbij de verleende kredieten worden gedekt door toereikend onderpand. De standaardvoorwaarden waaronder de ECB en de NCB's bereid zijn krediettransacties te verrichten, waaronder de beleenbaarheidscriteria van onderpand voor Eurosysteemkrediettransacties zijn vastgelegd in bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14, alsook in Besluit ECB/2013/6 en Besluit ECB/2013/35. |
(2) |
Conform paragraaf 1.6 van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14 kan de Raad van bestuur te allen tijde besluiten tot aanpassing van de instrumenten, voorwaarden, criteria en procedures voor de tenuitvoerlegging van de monetairebeleidstransacties van het Eurosysteem. |
(3) |
Richtsnoer ECB/2013/4 (4), Besluit ECB/2013/22 (5) en Besluit ECB/2013/36 (6) samen met andere rechtshandelingen stipuleren aanvullende tijdelijk toe te passen maatregelen betreffende herfinancieringstransacties van het Eurosysteem en de beleenbaarheid van onderpand tot de Raad van bestuur van mening is dat zij niet langer noodzakelijk zijn om een goede doorwerking van het monetaire beleid te verzekeren. |
(4) |
Richtsnoer ECB/2013/4 moet gewijzigd worden om de volgende wijzigingen van het Eurosysteemonderpandkader te verwerken: a) de leningsgewijze rapportagevereisten ook doen toepassen op effecten op onderpand van activa, gedekt door creditcardontvangsten in bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14; b) de herziening van de mapping van bepaalde ratings binnen het kader van de geharmoniseerde Eurosysteemratingschaal, en c) verduidelijking van de ratingregels aangaande effecten op onderpand van activa, |
HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen
Richtsnoer ECB/2013/4 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 1, lid 3 wordt als volgt vervangen: „3. Binnen het kader van artikel 5, lid 1 en artikel 7 worden de Helleense Republiek en de Portugese Republiek beschouwd als eurogebiedlidstaten die voldoen aan een programma van de Europese Unie/het Internationaal Monetair Fonds.”. |
2) |
Artikel 3, lid 1 wordt als volgt vervangen: „1. Naast de uit hoofde van hoofdstuk 6 van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14 beleenbare effecten op onderpand van activa, komen effecten op onderpand van activa die niet voldoen aan de kredietbeoordelingsvereisten van paragraaf 6.3 van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14, maar voor het overige voldoen aan alle op effecten op onderpand van activa toepasselijke beleenbaarheidscriteria uit hoofde van Richtsnoer ECB/2011/14, in aanmerking als onderpand voor monetairebeleidstransacties van het Eurosysteem, mits zij twee ratings hebben van minstens „triple-B” (7) van enige voor de uitgifte toegelaten EKBI. Naast de uit hoofde van hoofdstuk 6 van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14 beleenbare effecten op onderpand van activa, komen effecten op onderpand van activa die niet voldoen aan de kredietbeoordelingsvereisten van paragraaf 6.3 van bijlage I bij Richtsnoer ECB/2011/14, maar voor het overige voldoen aan alle op effecten op onderpand van activa toepasselijke beleenbaarheidscriteria uit hoofde van Richtsnoer ECB/2011/14, in aanmerking als onderpand voor monetairebeleidstransacties van het Eurosysteem, mits zij twee ratings hebben van minstens „triple-B”(*) van enige voor de uitgifte toegelaten EKBI.
(7) Een „triple-B”-rating is een rating van minstens „Baa3” van Moody's, „BBB-” van Fitch of Standard & Poor's of een rating van „BBBL” van DBRS.”." |
Artikel 2
Inwerkingtreding en implementatie
1. Dit richtsnoer treedt op de dag van notificatie aan de NCB's in werking.
2. De NCB's nemen de voor voldoening aan artikel 1van dit richtsnoer noodzakelijke maatregelen die zij met ingang van 1 april 2014 toepassen. Zij stellen de ECB ten laatste op 24 maart 2014 in kennis van de met die maatregelen verband houdende teksten en middelen.
Artikel 3
Geadresseerden
Dit richtsnoer is gericht tot alle centrale banken van het Eurosysteem.
Gedaan te Frankfurt am Main, 12 maart 2014.
De President van de ECB
Mario DRAGHI
(1) PB L 331 van 14.12.2011, blz. 1.
(2) PB L 95 van 5.4.2013, blz. 22.
(3) PB L 301 van 12.11.2013, blz. 6.
(4) Richtsnoer ECB/2013/4 van de Europese Centrale Bank van 20 maart 2013 inzake aanvullende tijdelijke maatregelen betreffende herfinancieringstransacties van het Eurosysteem en de beleenbaarheid van onderpand en tot wijziging van Richtsnoer ECB/2007/9 (PB L 95 van 5.4.2013, blz. 23).
(5) Besluit ECB/2013/22 van 5 juli 2013 inzake tijdelijke maatregelen betreffende de beleenbaarheid van door de Republiek Cyprus uitgegeven of volledig gegarandeerde verhandelbare schuldbewijzen (PB L 195 van 18.7.2013, blz. 27).
(6) Besluit ECB/2013/36 van 26 september 2013 inzake aanvullende tijdelijke met herfinancieringstransacties van het Eurosysteem en de beleenbaarheid van onderpand verband houdende maatregelen (PB L 301 van 12.11.2013, blz. 13).