This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32021R2268R(02)
Corrigendum to Commission Delegated Regulation (EU) 2021/2268 of 6 September 2021 amending the regulatory technical standards laid down in Commission Delegated Regulation (EU) 2017/653 as regards the underpinning methodology and presentation of performance scenarios, the presentation of costs and the methodology for the calculation of summary cost indicators, the presentation and content of information on past performance and the presentation of costs by packaged retail and insurance-based investment products (PRIIPs) offering a range of options for investment and alignment of the transitional arrangement for PRIIP manufacturers offering units of funds referred to in Article 32 of Regulation (EU) No 1286/2014 of the European Parliament and of the Council as underlying investment options with the prolonged transitional arrangement laid down in that Article (Official Journal of the European Union L 455 I of 20 December 2021)
Rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2268 van de Commissie van 6 september 2021 tot wijziging van de in Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/653 van de Commissie vastgestelde technische reguleringsnormen wat betreft de onderliggende methodologie voor en de presentatie van prestatiescenario’s, de presentatie van kosten en de methodologie voor de berekening van samenvattende kostenindicatoren, de presentatie en inhoud van informatie over prestaties in het verleden en de presentatie van kosten door verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (priip’s) die een scala van beleggingsopties bieden, en de afstemming van de overgangsregeling van artikel 32 van Verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad voor priip-ontwikkelaars die rechten van deelneming in fondsen als onderliggende beleggingsopties aanbieden, op de in dat artikel vastgestelde verlengde overgangsregeling (Publicatieblad van de Europese Unie L 455 I van 20 december 2021)
Rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2268 van de Commissie van 6 september 2021 tot wijziging van de in Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/653 van de Commissie vastgestelde technische reguleringsnormen wat betreft de onderliggende methodologie voor en de presentatie van prestatiescenario’s, de presentatie van kosten en de methodologie voor de berekening van samenvattende kostenindicatoren, de presentatie en inhoud van informatie over prestaties in het verleden en de presentatie van kosten door verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (priip’s) die een scala van beleggingsopties bieden, en de afstemming van de overgangsregeling van artikel 32 van Verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad voor priip-ontwikkelaars die rechten van deelneming in fondsen als onderliggende beleggingsopties aanbieden, op de in dat artikel vastgestelde verlengde overgangsregeling (Publicatieblad van de Europese Unie L 455 I van 20 december 2021)
PB L 115 van 13.4.2022, p. 187–229
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
13.4.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 115/187 |
Rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2268 van de Commissie van 6 september 2021 tot wijziging van de in Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/653 van de Commissie vastgestelde technische reguleringsnormen wat betreft de onderliggende methodologie voor en de presentatie van prestatiescenario’s, de presentatie van kosten en de methodologie voor de berekening van samenvattende kostenindicatoren, de presentatie en inhoud van informatie over prestaties in het verleden en de presentatie van kosten door verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (priip’s) die een scala van beleggingsopties bieden, en de afstemming van de overgangsregeling van artikel 32 van Verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad voor priip-ontwikkelaars die rechten van deelneming in fondsen als onderliggende beleggingsopties aanbieden, op de in dat artikel vastgestelde verlengde overgangsregeling
( Publicatieblad van de Europese Unie L 455 I van 20 december 2021 )
Op bladzijde 1 komt Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2268 als volgt te luiden:
“GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2021/… VAN DE COMMISSIE
van 6 september 2021
tot wijziging van de in Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/653 van de Commissie vastgestelde technische reguleringsnormen wat betreft de onderliggende methodologie voor en de presentatie van prestatiescenario’s, de presentatie van kosten en de methodologie voor de berekening van samenvattende kostenindicatoren, de presentatie en inhoud van informatie over prestaties in het verleden en de presentatie van kosten door verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (priip’s) die een scala van beleggingsopties bieden, en de afstemming van de overgangsregeling van artikel 32 van Verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad voor priip-ontwikkelaars die rechten van deelneming in fondsen als onderliggende beleggingsopties aanbieden, op de in dat artikel vastgestelde verlengde overgangsregeling
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 november 2014 over essentiële-informatiedocumenten voor verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (PRIIP’s) (1), en met name artikel 8, lid 5, en artikel 10, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uit de ervaring die in de eerste jaren van toepassing van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/653 van de Commissie (2) is opgedaan, is gebleken dat bepaalde elementen van de presentatie en inhoud van essentiële-informatiedocumenten moeten worden herzien. Een dergelijke herziening is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat retailbeleggers passende informatie blijven ontvangen over de verschillende soorten verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (“priip’s”), ongeacht de specifieke marktomstandigheden, met name wanneer er sprake is van een langere periode van positieve marktprestaties. |
(2) |
Om retailbeleggers te voorzien van informatie die begrijpelijk en niet-misleidend is en voor verschillende soorten priip’s relevant is, mogen prestatiescenario’s in de essentiële-informatiedocumenten geen overdreven positieve vooruitzichten voor potentiële toekomstige rendementen bieden. De prestaties van onderliggende beleggingen en de prestaties van niet-gestructureerde beleggingsfondsen en andere soortgelijke priip’s houden rechtstreeks verband met elkaar. De onderliggende methodologie voor de presentatie van prestatiescenario’s moet daarom worden aangepast om te vermijden dat gebruik wordt gemaakt van een statistische methode die prestatiescenario’s oplevert die de waargenomen rendementen kunnen versterken. De onderliggende methodologie voor de presentatie van prestatiescenario’s moet ook worden aangepast om ervoor te zorgen dat die scenario’s gebaseerd zijn op een langere periode van waargenomen rendementen, waarbij zowel perioden van positieve als negatieve groei in aanmerking worden genomen, zodat na verloop van tijd stabielere prestatiescenario’s worden geboden en procyclische resultaten tot een minimum worden beperkt. Het vermogen van de methodologie voor de presentatie van prestatiescenario’s om passende toekomstgerichte ramingen te verschaffen, is aangetoond door middel van back-testing waarbij de resultaten van die methodologie werden vergeleken met de werkelijke waargenomen prestaties van priip’s. |
(3) |
Om te vermijden dat prestatiescenario’s worden beschouwd als prognoses met de beste raming, is het noodzakelijk meer prominente waarschuwingen over die scenario’s op te leggen. De openbaarmaking, in eenvoudige bewoordingen, van aanvullende details over de aannamen waarop die scenario’s zijn gebaseerd, moet ook het risico van ongepaste verwachtingen over mogelijke toekomstige rendementen verminderen. |
(4) |
Informatie over de kosten is voor retailbeleggers belangrijk bij het vergelijken van verschillende priip’s. Opdat retailbeleggers een beter inzicht kunnen krijgen in de verschillende soorten kostenstructuren van de verschillende priip’s en de relevantie van die structuren voor hun individuele omstandigheden, moet de informatie over de kosten in de essentiële-informatiedocumenten een beschrijving van de belangrijkste kostenelementen omvatten. Om het adviseren over en het verkopen van priip’s te vergemakkelijken, moeten de indicatoren voor individuele kostenelementen worden afgestemd op de informatie die openbaar wordt gemaakt in het kader van sectorale wetgeving van de Unie, met name Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (3) en Richtlijn (EU) 2016/97 van het Europees Parlement en de Raad (4). Tegelijkertijd moet de vergelijkbaarheid van alle soorten priip’s qua totale kosten worden gewaarborgd. De betekenis van samenvattende kostenindicatoren in essentiële-informatiedocumenten moet worden verduidelijkt, zodat retailbeleggers dergelijke samenvattende kostenindicatoren beter kunnen begrijpen. |
(5) |
Om beter rekening te houden met de economische kenmerken van bepaalde activaklassen en priip’s die niet voldoende transacties genereren om marktbewegingen met voldoende statistische zekerheid te elimineren, moet in de herziene methode voor de berekening van transactiekosten een meer gedifferentieerde en evenredige benadering worden gehanteerd. Die methode moet ook het ontstaan van eventuele negatieve transactiekosten wegwerken om het risico te vermijden dat deze de retailbelegger in verwarring brengen. |
(6) |
Voor priip’s die een scala van beleggingsopties bieden, moet een aangepaste presentatie van informatie over de kosten worden vastgesteld om retailbeleggers een beter inzicht te geven in de kostenimplicaties van die verschillende beleggingsopties. |
(7) |
Om retailbeleggers in staat te stellen het optreden van volatiliteit in het rendement van lineaire priip’s en lineaire onderliggende beleggingsopties alsook eerdere prestaties in bepaalde marktomstandigheden te observeren, te begrijpen en te vergelijken, moeten in Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/653 bepaalde vereisten inzake de gestandaardiseerde inhoud en presentatie van prestaties in het verleden worden vastgesteld door bepaalde regels van Verordening (EU) nr. 583/2010 van de Commissie (5) op te nemen en aan te passen. De gestandaardiseerde inhoud en presentatie van prestaties in het verleden moeten een aanvulling vormen op de informatie in de prestatiescenario’s. De essentiële-informatiedocumenten voor die lineaire priip’s en lineaire onderliggende beleggingsopties moeten in het deel “Andere nuttige informatie” verwijzingen bevatten naar afzonderlijke documenten of websites met informatie over prestaties in het verleden. |
(8) |
Overeenkomstig artikel 32, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1286/2014 zijn beheermaatschappijen, beleggingsmaatschappijen en personen die advies geven over rechten van deelneming in icbe’s, of rechten van deelneming in icbe’s verkopen, tot en met 31 december 2021 van de verplichtingen uit hoofde van die verordening vrijgesteld. Wanneer een lidstaat voorschriften betreffende het format en de inhoud van het essentiële-informatiedocument, als vastgelegd in de artikelen 78 tot en met 81 van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad (6), toepast op niet-icbe-fondsen die aan retailbeleggers worden aangeboden, geldt de vrijstelling van artikel 32, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1286/2014 voor beheermaatschappijen, beleggingsmaatschappijen en personen die advies geven over rechten van deelneming in dergelijke fondsen aan retailbeleggers of dergelijke rechten van deelneming verkopen. Met het oog op een consistente wettelijke overgangsregeling voor deze fondsen mogen ontwikkelaars van verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (“priip-ontwikkelaars”) op grond van artikel 14, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/653, dat, overeenkomstig artikel 18 van die gedelegeerde verordening, van toepassing is tot en met 31 december 2021, dergelijke in overeenstemming met de artikelen 78 tot en met 81 van Richtlijn 2009/65/EG opgestelde documenten blijven gebruiken indien ten minste één van de onderliggende beleggingsopties een icbe- of niet-icbe-fonds is. In het voorstel van de Commissie voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad (7) tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1286/2014 wordt voorgesteld om de in artikel 32 van die verordening bedoelde overgangsregelingen te verlengen tot en met 30 juni 2022. Priip-ontwikkelaars moeten de overeenkomstig de artikelen 78 tot en met 81 van Richtlijn 2009/65/EG opgestelde documenten kunnen blijven gebruiken zolang die overgangsregelingen voorhanden zijn. |
(9) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/653 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(10) |
Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die bij de Commissie zijn ingediend door de Europese Bankautoriteit, de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen en de Europese Autoriteit voor effecten en markten (“de Europese toezichthoudende autoriteiten”). |
(11) |
De Europese toezichthoudende autoriteiten hebben openbare raadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische reguleringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, de mogelijke daaraan verbonden kosten en baten geanalyseerd en het advies ingewonnen van de overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (8) opgerichte Stakeholdergroep bankwezen, de overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad (9) opgerichte Stakeholdergroep verzekeringen en herverzekeringen, en de overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (10) opgerichte Stakeholdergroep effecten en markten. |
(12) |
Aangezien de technische reguleringsnormen nauw met elkaar verbonden zijn en om ervoor te zorgen dat de door die normen ingevoerde vereisten volledig consistent zijn, is het passend één rechtshandeling vast te stellen tot wijziging van de in Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/653 vastgestelde technische reguleringsnormen. |
(13) |
Om priip-ontwikkelaars en personen die advies geven over priip’s of priip’s verkopen, voldoende tijd te geven om zich voor te bereiden op de verplichting om een EID op te stellen overeenkomstig de nieuwe vereisten, moet deze verordening van toepassing zijn met ingang van 1 juli 2022, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/653 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
Aan artikel 8 wordt het volgende lid 3 toegevoegd: “3. Voor icbe’s als omschreven in punt 1, a), van bijlage VIII, abi’s als omschreven in punt 1, b), van die bijlage, of aan unit-linked verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten als omschreven in punt 1, c), van die bijlage, omvat het deel “Andere nuttige informatie” van het essentiële-informatiedocument:
Voor priip’s als bedoeld in deel 1, punt 5, van bijlage II die fondsen van het open-end-type zijn, of andere priip’s die openstaan voor inschrijving, worden de eerdere prestatiescenarioberekeningen maandelijks gepubliceerd en wordt in het deel “Andere nuttige informatie” aangegeven waar die berekeningen kunnen worden gevonden.”. |
5) |
De titel van hoofdstuk II wordt vervangen door: “HOOFDSTUK II SPECIFIEKE BEPALINGEN VOOR HET ESSENTIËLE-INFORMATIEDOCUMENT VAN PRIIP’S DIE EEN SCALA VAN BELEGGINGSOPTIES BIEDEN ”. |
6) |
In artikel 10 worden de punten a) en b) vervangen door:
|
7) |
In artikel 11 wordt punt c) geschrapt. |
8) |
Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:
|
9) |
De artikelen 13 en 14 worden vervangen door: “Artikel 13 Deel “Wat zijn de kosten?” in het generieke essentiële-informatiedocument In afwijking van artikel 5, lid 1, punt b), specificeren priip-ontwikkelaars in het deel “Wat zijn de kosten?” het volgende:
Artikel 14 Specifieke informatie over elke onderliggende beleggingsoptie De specifieke informatie over elke onderliggende beleggingsoptie, bedoeld in artikel 10, punt b), wordt verstrekt in een specifiek informatiedocument dat het generieke essentiële-informatiedocument aanvult. Priip-ontwikkelaars nemen voor elke onderliggende beleggingsoptie alle volgende elementen op:
De in de punten a) tot en met e) van dit lid bedoelde informatie volgt de structuur van de relevante delen van de template in bijlage I.”. |
10) |
Het volgende hoofdstuk II bis wordt ingevoegd: “HOOFDSTUK II bis SPECIFIEKE BEPALINGEN VOOR HET ESSENTIËLE-INFORMATIEDOCUMENT VAN BEPAALDE ICBE’S EN ABI’S Artikel 14 bis Beleggingscompartimenten van icbe’s of abi’s 1. Ingeval een icbe of abi uit twee of meer beleggingscompartimenten bestaat, wordt voor elk individueel beleggingscompartiment een afzonderlijk essentiële-informatiedocument opgesteld. 2. Elk in lid 1 bedoeld essentiële-informatiedocument bevat in het deel “Wat is dit voor een product?” de volgende informatie:
3. Indien de icbe-beheermaatschappij of abi-beheerder de retailbelegger kosten in rekening brengt om zijn belegging overeenkomstig lid 2, punt c), om te ruilen en indien die kosten verschillen van de standaardkosten voor het aan- of verkopen van rechten van deelneming, worden die kosten apart vermeld in het deel “Wat zijn de kosten?” van het essentiële-informatiedocument. Artikel 14 ter Aandelencategorieën van icbe’s of abi’s 1. Indien een icbe of abi uit meer dan één categorie van rechten van deelneming of aandelen bestaat, wordt voor elke categorie van rechten van deelneming of aandelen een essentiële-informatiedocument opgesteld. 2. Het essentiële-informatiedocument dat betrekking heeft op twee of meer categorieën van dezelfde icbe of abi, mag worden samengevoegd tot één enkel essentiële-informatiedocument, mits het resulterende document volledig voldoet aan alle vereisten inzake lengte, taal en presentatie van het essentiële-informatiedocument. 3. De icbe-beheermaatschappij of abi-beheerder kan een categorie kiezen die representatief is voor een of meer andere categorieën van de icbe of abi, mits de keuze eerlijk, duidelijk en niet misleidend is voor potentiële retailbeleggers in die andere categorieën. In dergelijke gevallen bevat het deel “Wat zijn de risico’s en wat kan ik ervoor terugkrijgen?” van het essentiële-informatiedocument een beschrijving van het wezenlijke risico voor elk van die andere gerepresenteerde categorieën. Een essentiële-informatiedocument dat op de representatieve categorie gebaseerd is, mag aan retailbeleggers in de andere categorieën worden verstrekt. 4. Categorieën die van elkaar verschillen, worden niet samengevoegd in een samengestelde representatieve categorie als bedoeld in lid 3. 5. De icbe-beheermaatschappij of abi-beheerder houdt gegevens bij over de andere categorieën die door de in lid 3 bedoelde representatieve categorie worden gerepresenteerd en over de rechtvaardigingsgronden van die keuze. 6. Waar van toepassing wordt het deel “Wat is dit voor een product?” van het essentiële-informatiedocument aangevuld met een vermelding van de gekozen representatieve categorie, waarbij de term wordt gebruikt waarmee die categorie in het prospectus van de icbe of in de beschrijving van de beleggingsstrategie en -doelstellingen van de abi wordt aangeduid. 7. In dat deel wordt tevens aangegeven waar retailbeleggers informatie kunnen vinden over de andere categorieën van de icbe of abi die in hun eigen lidstaat worden verhandeld. Artikel 14 quater Icbe’s of abi’s als dakfondsconstructies 1. Wanneer de icbe een aanzienlijk deel van haar activa in andere icbe’s of andere in artikel 50, lid 1, punt e), van Richtlijn 2009/65/EG bedoelde instellingen voor collectieve belegging belegt, bevat de beschrijving van de doelstellingen en het beleggingsbeleid van die icbe in het essentiële-informatiedocument een korte beschrijving van de wijze waarop de continue selectie van de andere instellingen voor collectieve belegging plaatsvindt. Wanneer een icbe een dakfonds van hedgefondsen is, bevat het essentiële-informatiedocument informatie over de aankoop van niet-EU-abi’s die niet onder toezicht staan. 2. Wanneer de abi een aanzienlijk deel van haar activa in andere icbe’s of abi’s belegt, zijn de leden 1 en 2 van overeenkomstige toepassing. Artikel 14 quinquies Feeder-icbe’s 1. Voor feeder-icbe’s, als omschreven in artikel 58 van Richtlijn 2009/65/EG, bevat het essentiële-informatiedocument in het deel “Wat is dit voor een product?” de volgende informatie die specifiek is voor de feeder-icbe’s:
2. Indien het risico- en opbrengstprofiel van de feeder-icbe op een wezenlijk punt verschilt van dat van de master-icbe, wordt dat feit en de reden ervoor in het deel “Wat zijn de risico’s en wat kan ik ervoor terugkrijgen?” van het essentiële-informatiedocument toegelicht. 3. Enigerlei liquiditeitsrisico en de verhouding tussen de aankoop- en terugbetalingsregelingen voor de master- en feeder-icbe worden in het deel “Wat zijn de risico’s en wat kan ik ervoor terugkrijgen?” van het essentiële-informatiedocument toegelicht. Artikel 14 sexies Gestructureerde icbe’s of abi’s Gestructureerde beleggingsfondsen zijn icbe’s of abi’s die retailbeleggers op bepaalde vooraf bepaalde data op algoritmen gebaseerde betalingen verstrekken die verband houden met de prestaties, of het optreden van prijsveranderingen of de vervulling van andere voorwaarden, van financiële activa, indexen of referentieportefeuilles, of icbe’s of abi’s met vergelijkbare kenmerken.”. |
11) |
Aan artikel 15, lid 2, wordt het volgende punt d) toegevoegd:
|
12) |
Het volgende hoofdstuk IV bis wordt ingevoegd: “HOOFDSTUK IV bis VERWIJZINGEN Artikel 17 bis Gebruik van verwijzingen naar andere informatiebronnen Onverminderd artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1286/2014 mogen in het essentiële-informatiedocument verwijzingen naar andere informatiebronnen, zoals het prospectus en jaarlijkse of halfjaarlijkse verslagen, worden opgenomen, mits alle informatie die voor de retailbeleggers van fundamenteel belang is om de essentiële elementen van de belegging te begrijpen, in het essentiële-informatiedocument zelf is opgenomen. Verwijzingen naar de website van de priip of de priip-ontwikkelaar zijn toegestaan, alsook verwijzingen naar het onderdeel daarvan dat het prospectus en de periodieke verslagen bevat. De in de eerste alinea bedoelde verwijzingen leiden de retailbelegger naar de specifieke afdeling van de relevante informatiebron. In het essentiële-informatiedocument mogen verscheidene van elkaar verschillende verwijzingen worden opgenomen, maar deze worden tot een minimum beperkt.”. |
13) |
In artikel 18 wordt de derde alinea vervangen door: “Artikel 14, lid 2, is van toepassing tot en met 30 juni 2022.”. |
14) |
Bijlage I wordt vervangen door de tekst in bijlage I bij deze verordening. |
15) |
Bijlage II wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening. |
16) |
Bijlage III wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage III bij deze verordening. |
17) |
Bijlage IV wordt vervangen door de tekst in bijlage IV bij deze verordening. |
18) |
Bijlage V wordt vervangen door de tekst in bijlage V bij deze verordening. |
19) |
Bijlage VI wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage VI bij deze verordening. |
20) |
Bijlage VII wordt vervangen door de tekst in bijlage VII bij deze verordening. |
21) |
De tekst in bijlage VIII bij deze verordening wordt toegevoegd als bijlage VIII. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2022. Artikel 1, punt 13, is echter van toepassing met ingang van 1 januari 2022.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 6 september 2021.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
BIJLAGE I
“BIJLAGE I
TEMPLATE VOOR HET ESSENTIËLE-INFORMATIEDOCUMENT
Priip-ontwikkelaars zijn gebonden aan de volgorde van de delen en de titels van de template. De template definieert echter geen parameters voor de lengte van elk deel en de plaats van pagina-einden. Als geheel mag de template afgedrukt niet langer zijn dan drie pagina’s van A4-formaat.
Essentiële-informatiedocument |
|
Doel Dit document geeft u essentiële informatie over dit beleggingsproduct. Het is geen marketingmateriaal. Deze informatie is wettelijk voorgeschreven om u te helpen de aard, de risico’s, de kosten, de mogelijke winsten en verliezen van dit product te begrijpen en u te helpen het met andere producten te vergelijken. |
|
Product [Naam van het product] [Naam van de priip-ontwikkelaar] (indien van toepassing) [ISIN of UPI] [website voor priip-ontwikkelaar] [Bel [telefoonnummer] voor meer informatie] [[Naam van de bevoegde autoriteit] is verantwoordelijk voor het toezicht op [naam van de priip-ontwikkelaar] met betrekking tot dit essentiële-informatiedocument] (indien van toepassing) [Aan dit priip is in [naam van de lidstaat] vergunning verleend] (indien van toepassing) [Aan [naam van de icbe-beheermaatschappij] is in [naam van de lidstaat] vergunning verleend en zij wordt gereguleerd door [identiteit van de bevoegde autoriteit] (indien van toepassing) [Aan [naam van de abi-beheerder] is in [naam van de lidstaat] vergunning verleend en zij wordt gereguleerd door [identiteit van de bevoegde autoriteit] [datum waarop het EID is opgesteld] |
|
[Waarschuwing (indien van toepassing) U staat op het punt een product te kopen dat niet eenvoudig en misschien moeilijk te begrijpen is] |
|
Wat is dit voor een product? Soort Looptijd Doelstellingen Retailbeleggersdoelgroep [Verzekeringsuitkeringen en kosten] |
|
Wat zijn de risico’s en wat kan ik ervoor terugkrijgen? |
|
Risico |
Beschrijving van het risico- en rendementsprofiel |
Indicator |
Samenvattende risico-indicator (SRI)S RI-template en beschrijvingen zoals vermeld in bijlage III, met inbegrip van het mogelijke maximale verlies: kan ik het gehele bedrag aan belegd vermogen kwijtraken? Draag ik het risico op verdere financiële verbintenissen of verplichtingen? Is er kapitaalbescherming tegen marktrisico? |
Prestaties |
Templates en beschrijvingen voor prestatiescenario’s zoals vermeld in bijlage V |
Scenario’s |
Scenario’s met, indien van toepassing, informatie over devoorwaarden voor rendement aan de retailbeleggers of ingebouwde prestatiebeperkingen, en een verklaring dat de belastingwetgeving van de lidstaat van herkomst van de retailbelegger effect kan hebben op de daadwerkelijke uitbetaling |
Wat gebeurt er als [naam van de priip-ontwikkelaar] niet kan uitbetalen? Informatie over het bestaan van een garantiestelsel, de naam van de garantsteller, of van een compensatieregeling voor beleggers, inclusief de gedekte en de niet-gedekte risico’s. |
|
Wat zijn de kosten? Beschrijvingen van op te nemen informatie over andere distributiekosten |
|
Kosten in de loop van de tijd |
Template en beschrijvingen volgens bijlage VII |
Samenstelling van de kosten |
Template en beschrijvingen volgens bijlage VI |
Hoe lang moet ik het houden en kan ik er eerder geld uit halen? |
|
Aanbevolen [vereiste minimum-] periode van bezit: [x] |
|
Informatie over de mogelijkheid om vóór de vervaldatum te desinvesteren, de voorwaarden daarvoor en de toegepaste vergoedingen en boeten indien dat het geval is. Informatie over de gevolgen van geld innen vóór het einde van de looptijd of vóór het einde van de aanbevolen periode van bezit. |
|
Hoe kan ik een klacht indienen? |
|
Andere nuttige informatie Indien van toepassing een korte beschrijving van de gepubliceerde informatie over prestaties in het verleden |
BIJLAGE II
Bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/653 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Deel 1 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
In deel 3 wordt het volgende punt 52 bis toegevoegd:
|
BIJLAGE III
Bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/653 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Punt 1 wordt vervangen door:
|
2) |
Punt 3 wordt vervangen door:
|
3) |
Het volgende punt 6 bis wordt ingevoegd:
|
BIJLAGE IV
“BIJLAGE IV
PRESTATIESCENARIO’S
Aantal scenario’s
1. |
De prestatiescenario’s in het kader van deze verordening die verschillende mogelijke rendementen laten zien, zijn de volgende:
|
2. |
In het stressscenario worden aanzienlijke ongunstige effecten van het priip beschreven die niet tot uiting komen in het in punt 1, c), van deze bijlage genoemde ongunstige scenario. Het stressscenario bevat tussenliggende perioden voor zover die perioden worden getoond voor de prestatiescenario’s in punt 1, a) tot en met c), van deze bijlage. |
3. |
Een extra scenario voor verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten gaat uit van het in punt 1, b), van deze bijlage genoemde gematigde scenario, indien de prestatie van belang is voor het rendement van de belegging. |
4. |
Het minimale beleggingsrendement wordt tevens weergegeven zonder rekening te houden met de situatie waarbij de priip-ontwikkelaar of de partij die direct of indirect gehouden is relevante betalingen te verrichten aan de retailbelegger niet kan uitbetalen. |
Berekening van ongunstige, gematigde en gunstige scenariowaarden voor de aanbevolen periode van bezit voor priip’s in categorie 2
Geval 1: in punt 1 van bijlage VIII bedoelde priip’s met voldoende historische gegevens
5. |
De volgende regels zijn van toepassing op de in punt 1 van bijlage VIII bedoelde priip’s, wanneer ten tijde van de berekening is voldaan aan de volgende criteria met betrekking tot de lengte van de jaarlijkse opeenvolgende historische waarden voor het priip:
|
6. |
Indien de aanbevolen periode van bezit vijf jaar of minder bedraagt, worden het ongunstige, het gematigde en het gunstige scenario berekend over de laatste tien jaar vanaf de datum waarop de berekening wordt gemaakt. Indien de aanbevolen periode van bezit langer is dan vijf jaar, worden het ongunstige, het gematigde en het gunstige scenario berekend over een periode die gelijk is aan de aanbevolen periode van bezit plus vijf jaar na de datum waarop de berekening wordt gemaakt. |
7. |
De berekening van het ongunstige, het gematigde en het gunstige scenario omvat de volgende stappen:
|
8. |
Het ongunstige scenario geeft de slechtste evolutie van de waarde van het priip weer in overeenstemming met punt 7, e), van deze bijlage. |
9. |
Het gematigde scenario geeft de mediaan-evolutie van de waarde van het priip weer in overeenstemming met punt 7, d), van deze bijlage. |
10. |
Het gunstige scenario geeft de beste evolutie van de waarde van het priip weer in overeenstemming met punt 7, d), van deze bijlage. |
11. |
De scenario’s worden minstens één keer per maand berekend. |
Geval 2: in punt 1 van bijlage VIII bedoelde priip’s zonder voldoende historische gegevens en met de mogelijkheid om een benchmark te gebruiken
12. |
Voor in punt 1 van bijlage VIII bedoelde priip’s worden het ongunstige, het gematigde en het gunstige scenario berekend zoals aangegeven in de punten 6 tot en met 11 van deze bijlage, aan de hand van gegevens van een benchmark om de waarden voor het priip na aftrek van alle toepasselijke kosten aan te vullen, indien:
Indien in de informatie over de doelstellingen van het priip wordt verwezen naar een benchmark, wordt die benchmark gebruikt, mits aan de voorwaarden in de eerste alinea is voldaan. |
Geval 3: in punt 1 van bijlage VIII bedoelde priip’s zonder voldoende historische gegevens en zonder benchmark, of met een benchmark zonder voldoende historische gegevens, of alle andere priip’s in categorie 2
13. |
Voor in punt 1 van bijlage VIII bedoelde priip’s die niet onder geval 1 of geval 2 vallen, of voor alle andere priip’s in categorie 2 worden het ongunstige, het gematigde en het gunstige scenario berekend zoals aangegeven in de punten 6 tot en met 11 van deze bijlage, aan de hand van de benchmarks van Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad (11 *2 12). Die benchmarks vertegenwoordigen de activaklassen waarin het priip belegt of de onderliggende beleggingen waaraan het priip is blootgesteld, ter aanvulling van de waarden voor het priip of de benchmark bedoeld in punt 12 van deze bijlage. Alle activaklassen waarin het priip meer dan 25 % van zijn activa of onderliggende beleggingen zou kunnen beleggen en die meer dan 25 % van de blootstelling vertegenwoordigen, worden in aanmerking genomen. Indien geen dergelijke benchmark bestaat, wordt een passende vervangende waarde gebruikt. |
14. |
Indien het priip in verschillende soorten activa belegt of blootstelling aan verschillende soorten onderliggende beleggingen aanbiedt en er meer dan één benchmark als bedoeld in punt 13 van deze bijlage is vastgesteld, worden de scenario’s berekend aan de hand van een “samengestelde benchmark”, rekening houdend met de gewichten van de geraamde belegging in elk soort activa of onderliggende beleggingen. |
15. |
Voor priip’s in categorie 2 waarvoor er geen geschikte benchmark of vervangende waarde met voldoende historische gegevens is die voldoen aan de criteria van punt 5 van deze bijlage voor het priip, worden prestatiescenario’s berekend overeenkomstig de punten 21 tot en met 27 van deze bijlage aan de hand van 15 jaar historische rendementen van het priip of een passende benchmark of vervangende waarde. |
Gevallen 2 en 3: gebruik van passende benchmarks of vervangende waarden
16. |
Om te beoordelen of het gebruik van een bepaalde benchmark of vervangende waarde geschikt is om de prestatiescenario’s te ramen, gebruiken priip-ontwikkelaars de volgende criteria, mits die criteria in overeenstemming zijn met de doelstellingen van het priip en het soort activa waarin het priip belegt of de onderliggende beleggingen waaraan het priip blootstelling aanbiedt, en relevant zijn voor het priip:
Priip-ontwikkelaars mogen naast de in de eerste alinea vermelde criteria ook aanvullende criteria gebruiken, mits zij aantonen dat die aanvullende criteria relevant zijn voor de doelstellingen van het priip en het soort activa waarin het priip belegt of het soort onderliggende beleggingen waaraan het priip blootstelling aanbiedt. |
17. |
Priip-ontwikkelaars kunnen aantonen dat de benchmarks consistent zijn met de doelstellingen van het priip en documenteren hun besluit, met inbegrip van een duidelijke motivering van de gebruikte benchmark. |
Berekening van het stressscenario voor priip’s in categorie 2
18. |
Voor priip’s in categorie 2 omvat de berekening van het stressscenario de volgende stappen:
|
19. |
Voor priip’s in categorie 2 zijn de verwachte waarden aan het eind van de aanbevolen periode van bezit voor het stressscenario:
waarbij:
|
20. |
De aangegeven waarde voor het stressscenario mag niet beter zijn dan die van het ongunstige scenario. |
Berekening van scenariowaarden voor de aanbevolen periode van bezit voor bepaalde priip’s in categorie 1, priip’s in categorie 3 en priip’s in categorie 4
21. |
Het gunstige scenario is de waarde van het priip op het 90e percentiel van een geraamde verdeling van de resultaten over de aanbevolen periode van bezit, na aftrek van alle toepasselijke kosten. |
22. |
Het gematigde scenario is de waarde van het priip op het 50e percentiel van een geraamde verdeling van de resultaten over de aanbevolen periode van bezit, na aftrek van alle toepasselijke kosten. |
23. |
Het ongunstige scenario is de waarde van de priip op het 10e percentiel van een geschatte verdeling van de resultaten over de aanbevolen periode van bezit, na aftrek van alle toepasselijke kosten. |
24. |
Wanneer de priip-ontwikkelaar van mening is dat er een wezenlijk risico bestaat dat deze scenario’s retailbeleggers ongepaste verwachtingen kunnen bieden over de mogelijke rendementen die zij kunnen ontvangen, kunnen zij lagere percentielen gebruiken dan die welke in de punten 21, 22 en 23 van deze bijlage zijn gespecificeerd. |
25. |
Voor priip’s in categorie 3 is de methode om de geraamde verdeling van de resultaten van het priip over de aanbevolen periode van bezit af te leiden identiek aan de in de punten 19 tot en met 23 van bijlage II gespecificeerde methode. Het verwachte rendement van elk actief is echter het over de periode waargenomen rendement zonder de verwachte prestatie met behulp van de verwachte risicovrije disconteringsfactor te disconteren. |
26. |
Voor priip’s in categorie 3 wordt de berekening van het stressscenario als volgt aangepast ten opzichte van de berekening voor priip’s in categorie 2:
|
27. |
Voor priip’s in categorie 3 wordt het stressscenario de waarde van het priip in het uiterste zα-percentiel als gedefinieerd in punt 19 van deze bijlage van de gesimuleerde verdeling als vastgesteld in punt 26 van deze bijlage. |
28. |
Voor priip’s in categorie 4 wordt de in punt 27 van bijlage II beschreven methode gevolgd voor niet op de markt waargenomen factoren, zo nodig in combinatie met de methode voor priip’s in categorie 3. Als het priip verschillende componenten combineert, worden voor de desbetreffende componenten van het priip de in de punten 5 tot en met 20 van deze bijlage beschreven toepasselijke methoden voor priip’s in categorie 2 en de in de punten 21 tot en met 27 van deze bijlage beschreven toepasselijke methoden voor priip’s in categorie 3 gebruikt. De prestatiescenario’s zijn een gewogen gemiddelde van de relevante componenten. In de berekeningen van de prestaties wordt rekening gehouden met productkenmerken en kapitaalgaranties. |
29. |
Voor priip’s in categorie 1 overeenkomstig punt 4, a), van bijlage II en priip’s in categorie 1 overeenkomstig punt 4, b), van bijlage II, die niet op een gereglementeerde markt of op een overeenkomstig artikel 28 van Verordening (EU) nr. 600/2014 daarmee gelijkwaardig geachte markt van een derde land worden verhandeld, worden prestatiescenario’s berekend overeenkomstig punten 21 tot en met 27 van deze bijlage. |
Berekening van scenariowaarden voor de aanbevolen periode van bezit voor andere soorten priip’s in categorie 1
30. |
Voor priip’s in categorie 1 zijnde futures, callopties en putopties die op een gereglementeerde markt of op een daarmee overeenkomstig artikel 28 van Verordening (EU) nr. 600/2014 gelijkwaardig geachte markt van een derde land worden verhandeld, worden de prestatiescenario’s weergegeven in de vorm van grafieken van de uitbetalingsstructuur. In een grafiek wordt de prestatie weergegeven voor alle scenario’s voor de verschillende niveaus van de onderliggende waarde. Op de horizontale as zijn de diverse mogelijke prijzen van de onderliggende waarde afgezet en op de verticale as, de winst of het verlies bij de verschillende prijzen van de onderliggende waarde. De grafiek toont voor elke prijs van de onderliggende waarde het bijbehorende winst- of verliesniveau en bij welke prijs van de onderliggende waarde dat niveau gelijk aan nul is. |
31. |
Voor priip’s in categorie 1 overeenkomstig punt 4, c), van bijlage II wordt een redelijke en voorzichtige beste raming van de verwachte waarden voor de prestatiescenario’s omschreven in punt 1, a), b) en c), aan het eind van de aanbevolen periode van bezit gegeven.
De geselecteerde en weergegeven scenario’s zijn in overeenstemming met en complementair aan de overige informatie in het essentiële-informatiedocument, inclusief het algemene risicoprofiel voor het priip. De priip-ontwikkelaar zorgt ervoor dat de scenario’s stroken met interne conclusies over productbeheer, zoals de uitkomsten van eventuele door de ontwikkelaar voor het priip uitgevoerde stresstests en gegevens en analyses die zijn gebruikt om de andere informatie in het essentiële-informatiedocument tot stand te brengen. De scenario’s worden zo geselecteerd dat de mogelijke resultaten van het priip onder gunstige én onder ongunstige omstandigheden evenwichtig worden weergegeven, maar alleen scenario’s die redelijkerwijs te verwachten zijn, worden getoond. De scenario’s worden niet zodanig gekozen dat gunstige resultaten ten onrechte meer aandacht krijgen dan ongunstige. |
Berekening van scenariowaarden voor tussenliggende perioden van bezit
32. |
Voor priip’s met een aanbevolen periode van bezit tussen 1 en 10 jaar wordt de prestatie weergegeven in twee verschillende perioden van bezit: aan het eind van het eerste jaar en aan het eind van de aanbevolen periode van bezit. |
33. |
Voor priip’s met een aanbevolen periode van bezit van 10 jaar of meer wordt de prestatie weergegeven in drie perioden van bezit: aan het eind van het eerste jaar, aan het eind van het jaar waarin de aanbevolen periode van bezit voor de helft is verstreken, en aan het eind van de aanbevolen periode van bezit. |
34. |
Voor priip’s met een aanbevolen periode van bezit van één jaar of minder worden geen prestatiescenario’s weergegeven voor tussenliggende perioden van bezit. |
35. |
Voor priip’s in categorie 2 worden de te vermelden waarden voor de tussenliggende perioden voor het ongunstige, het gematigde en het gunstige scenario berekend overeenkomstig de punten 5 tot en met 14 van deze bijlage, aan de hand van de in punt 6 gespecificeerde periode, maar op basis van de resultaten die in de tussenliggende periode van bezit zijn bereikt. |
36. |
Voor priip’s in categorie 2 worden de voor de tussenliggende perioden weer te geven waarden voor het stressscenario berekend aan de hand van de formules in de punten 18 en 19 van deze bijlage, waarbij N staat voor het aantal handelsperioden vanaf de begindatum tot het eind van de tussenliggende periode. Punt 20 van deze bijlage is ook van toepassing op de tussenliggende perioden. |
37. |
Tenzij punt 38 van deze bijlage van toepassing is, worden voor in de punten 15 en 29 van deze bijlage bedoelde priip’s, priip’s in categorie 3 en priip’s in categorie 4 de voor de tussenliggende periode van bezit weer te geven scenariowaarden door de priip-ontwikkelaar geschat op een manier die overeenstemt met de schatting aan het eind van de aanbevolen periode van bezit. |
38. |
Voor priip’s in categorie 1 zijnde futures, callopties en putopties die op een gereglementeerde markt of op een daarmee overeenkomstig artikel 28 van Verordening (EU) nr. 600/2014 gelijkwaardig geachte markt van een derde land worden verhandeld, of voor in punt 90, d) van bijlage VI bedoelde priip’s, kunnen de prestatiescenario’s enkel worden weergegeven aan het eind van de aanbevolen periode van bezit. |
Algemene eisen
39. |
De prestatiescenario’s van het priip worden berekend onder aftrek van alle toepasselijke kosten overeenkomstig bijlage VI voor het scenario en de periode van bezit die worden gepresenteerd. |
40. |
Prestatiescenario’s worden berekend aan de hand van bedragen die consistent zijn met de bedragen die worden gebruikt voor de berekening van de kosten zoals gespecificeerd in de punten 90 en 91 van bijlage VI. |
41. |
Voor priip’s zijnde forwards, futures, CFD’s (contract for difference) of swaps worden prestatiescenario’s berekend onder de aanname dat het in punt 40 gespecificeerde bedrag het notionele bedrag is. |
42. |
De prestatiescenario’s worden gepresenteerd in monetaire eenheden. De cijfers worden standaard afgerond op de dichtstbijzijnde 10 EUR of de desbetreffende valuta, tenzij er specifieke uitbetalingsvoorwaarden zijn, waardoor het misleidend kan zijn de cijfers op de dichtstbijzijnde 10 EUR af te ronden; in dat geval mag de priip-ontwikkelaar tot op de dichtstbijzijnde euro afgeronde cijfers presenteren. Onverminderd punt 7 van deze bijlage geven de geldbedragen de som weer van de bedragen die de retailbelegger tijdens de aanhoudingsperiode zou ontvangen (na aftrek van kosten), bestaande uit:
|
43. |
Voor priip’s zijnde forwards, futures, CFD’s (contract for difference) of swaps geven prestatiescenario’s in monetaire eenheden de tijdens de periode van bezit gemaakte winsten of verliezen weer. |
44. |
De prestatiescenario’s worden ook in percentages gepresenteerd, als het gemiddelde jaarlijks rendement op de inleg. Het percentage wordt berekend met de scenariowaarde als teller en het bedrag van het oorspronkelijke beleggingsbedrag of de betaalde prijs als noemer, volgens onderstaande formule:
(scenariowaarde/initiële belegging) ^ (1/T) — 1, indien T > 1. Daarbij staat T voor de duur van de periode van bezit in jaren. |
45. |
Voor aanbevolen perioden van bezit korter dan één jaar weerspiegelen prestatiescenario’s in percentages het verwachte rendement voor die periode, niet geannualiseerd. |
46. |
Voor priip’s zijnde forwards, futures, CFD’s (contract for difference) of swaps wordt het rendementspercentage berekend op basis van het notionele bedrag van het contract en wordt de berekening toegelicht in een voetnoot. De formule voor de berekening is als volgt:
(Nettowinst of -verlies/Notioneel bedrag) ^ (1/T) -1, indien T > 1. In de voetnoot moet worden aangegeven dat het potentiële rendement wordt berekend als een percentage op het notionele bedrag. |
47. |
Voor verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten geldt het volgende naast de onder punt 28 van deze bijlage hierboven bedoelde methoden bij de berekening van de prestatiescenario’s voor de belegging:
|
BIJLAGE V
“BIJLAGE V
METHODOLOGIE VOOR DE PRESENTATIE VAN PRESTATIESCENARIO’S
DEEL 1
Algemene specificaties van de presentatie
1. |
De prestatiescenario’s worden op een manier gepresenteerd die nauwkeurig, eerlijk, duidelijk en niet misleidend is en waarschijnlijk begrijpelijk is voor de gemiddelde retailbelegger. |
2. |
In elk geval worden de volgende beschrijvende toelichtingen uit deel 2 van deze bijlage opgenomen:
|
3. |
Voor alle priips’s, met uitzondering van de in punt 30 van bijlage IV bedoelde priip’s in categorie 1:
|
4. |
Wanneer een stressscenario wordt getoond, wordt het beschrijvende element D in deel 2 van deze bijlage opgenomen. |
5. |
Voor priip’s in categorie 2, met uitzondering van die bedoeld in punt 15 van bijlage IV, worden voor het ongunstige, het gematigde en het gunstige scenario beschrijvende toelichtingen opgenomen met element E in deel 2 van deze bijlage. |
6. |
Voor priip’s in categorie 1 met uitzondering van die bedoeld in punt 30 van bijlage IV, in punt 15 van bijlage IV bedoelde priip’s in categorie 2, priip’s in categorie 3 en priip’s in categorie 4 wordt een korte toelichting van de weergegeven scenario’s opgenomen met een maximum van 300 tekens in gewone taal. |
7. |
De elementen H, I, J en K in deel 2 van deze bijlage worden ook opgenomen in het geval van in punt 30 van bijlage IV bedoelde priip’s in categorie 1. |
8. |
Tussenliggende perioden van bezit worden getoond overeenkomstig de punten 32, 33 en 34 van bijlage IV. De tussenliggende perioden kunnen verschillen afhankelijk van de duur van de aanbevolen periode van bezit. |
9. |
Voor priip’s die geen prestatiescenario’s voor tussenliggende perioden van bezit geven, wordt in voorkomend geval het beschrijvende element F in deel 2 van deze bijlage opgenomen. |
10. |
Tenzij anders bepaald, gebruiken priip-ontwikkelaars voor alle priip’s, met uitzondering van de in punt 30 van bijlage IV bedoelde priip’s in categorie 1, de templates in deel 3 van deze bijlage om de prestatiescenario’s te presenteren, naargelang het een priip met eenmalige inleg of premiebetaling betreft, of een priip met periodieke betaling of premiebetaling, of een priip als bedoeld in punt 76 quater van bijlage VI. |
11. |
De term “uitstap” wordt in de tabel van het prestatiescenario gebruikt om het einde van de belegging weer te geven, tenzij deze term voor specifieke soorten priip’s misleidend kan zijn; in dat geval mag een alternatieve term worden gebruikt, zoals “beëindiging” of “afkoop”. |
12. |
Voor de in punt 4, b), van bijlage II bedoelde priip’s in categorie 1 moet de terminologie indien nodig worden aangepast om de specifieke kenmerken van het priip weer te geven, zoals om te verwijzen naar het notionele bedrag van het priip. |
13. |
Voor verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten worden extra rijen opgenomen met betrekking tot de premies voor biometrisch risico en een scenario voor de verzekeringsuitkeringen, zoals geïllustreerd in de templates A en B in deel 3 van deze bijlage. Rendementen voor dit scenario worden alleen in geldbedragen getoond. |
14. |
Voor priip’s met periodieke betaling of premiebetaling bevatten de templates ook informatie over het geaccumuleerde beleggingsbedrag en, indien van toepassing, de geaccumuleerde premie voor biometrisch risico, zoals geïllustreerd in template B in deel 3 van deze bijlage. |
15. |
Voor priip’s die bedoeld zijn om levenslang te worden aangehouden, kan de in de prestatiescenario’s vermelde aanbevolen periode van bezit aangeven dat het priip bedoeld is om levenslang te worden aangehouden en het aantal jaren vermelden dat als voorbeeld voor de berekening is gebruikt. |
16. |
Voor priip’s die direct ingaande lijfrenten of andere priip’s zijn die alleen bedoeld zijn om uit te keren wanneer de verzekerde gebeurtenis zich voordoet, wordt in de tabel van het prestatiescenario, naargelang van het geval, het volgende weergegeven:
|
17. |
Wanneer het priip wordt opgevraagd of geannuleerd vóór het eind van de aanbevolen periode van bezit overeenkomstig de simulatie, wordt de presentatie van de prestatiescenario’s dienovereenkomstig aangepast, zoals geïllustreerd in template C in deel 3 van deze bijlage, en worden toelichtingen toegevoegd zodat duidelijk is of een bepaald scenario een vroegtijdige opvraging of annulering omvat en dat niet van herbelegging werd uitgegaan. In scenario’s waarbij het priip automatisch wordt opgevraagd of geannuleerd, worden de cijfers gegeven in de kolom “Als u uitstapt bij opvraging of op vervaldag” van template C in deel 3 van deze bijlage. De voor de tussenliggende perioden van bezit vermelde perioden zijn dezelfde voor de verschillende prestatiescenario’s en zijn gebaseerd op de aanbevolen periode van bezit indien het priip niet wordt opgevraagd, hetgeen naar verwachting wordt afgestemd op de looptijd ervan. Cijfers voor tussenliggende perioden van bezit worden alleen gegeven voor scenario’s waarbij het priip nog niet is opgevraagd of geannuleerd vóór of aan het eind van die tussenliggende periode van bezit en omvatten alle uitstapkosten die op dat moment van toepassing zijn. Indien het priip op basis van de simulatie vóór of aan het eind van die tussenliggende periode van bezit zou zijn opgevraagd, worden voor die periode geen cijfers gegeven. |
DEEL 2
Voorgeschreven beschrijvende elementen
[Element A] De weergegeven bedragen zijn inclusief alle kosten van het product zelf, (waar van toepassing) [maar mogelijk niet inclusief alle kosten die u betaalt aan uw adviseur of distributeur/en inclusief de kosten van uw adviseur of distributeur]. In de bedragen is geen rekening gehouden met uw persoonlijke fiscale situatie, die eveneens van invloed kan zijn op hoeveel u terugkrijgt.
[Element B] Wat u bij dit product ontvangt, hangt af van de toekomstige marktprestaties. De marktontwikkelingen in de toekomst zijn onzeker en kunnen niet nauwkeurig worden voorspeld.
[Element C] [Het ongunstige, het gematigde en het gunstige scenario zijn illustraties aan de hand van de slechtste, de gemiddelde en de beste prestaties van [het product/een geschikte benchmark] over de afgelopen [x] jaren.] (voor priip’s in categorie 2, met uitzondering van die bedoeld in punt 15 van bijlage IV) [De weergegeven scenario’s zijn illustraties op basis van prestaties in het verleden en bepaalde aannamen] (voor andere soorten priip’s). De markten kunnen zich in de toekomst heel anders ontwikkelen.
[Element D] Het stressscenario toont wat u zou kunnen terugkrijgen in extreme marktomstandigheden.
[Element E] Dit soort scenario deed zich voor bij een belegging [indien van toepassing verwijzing naar benchmark toevoegen] tussen [data in jaren toevoegen].
[Element F] Dit product kan niet [gemakkelijk] worden verkocht. Indien u vroeger dan de aanbevolen periode van bezit uit de belegging stapt [u hebt geen garantie] (als er slechts voor de aanbevolen periode van bezit een garantie is) [en] [u [zult/kunt] extra kosten moeten betalen] (als er uitstapkosten zijn).
[Element G] Het rendement is alleen gegarandeerd als u [beschrijf relevante voorwaarden of verwijs naar de plaats in het essentiële-informatiedocument waar deze voorwaarden zijn beschreven, zoals de beschrijvende toelichting overeenkomstig bijlage III].
[Element H] Deze grafiek illustreert het mogelijke rendement op uw belegging. U kunt de grafiek vergelijken met die van de uitkering op andere derivaten.
[Element I] De weergegeven grafiek toont verschillende mogelijke resultaten en geeft geen exacte indicatie van wat u zou kunnen terugkrijgen. Wat u ontvangt, hangt af van de ontwikkeling van het onderliggende. De grafiek laat voor elke stand van het onderliggende zien wat de winst of het verlies op het product is. De horizontale as laat de mogelijke prijzen van de onderliggende waarde op de vervaldatum zien, en de verticale as de winst of het verlies.
[Element J] U koopt dit product als u verwacht dat de prijs van de onderliggende waarde zal [stijgen/dalen].
[Element K] U verliest maximaal uw volledige inleg (betaalde premie).
DEEL 3
Templates
Template A: eenmalige inleg of eenmalige premiebetaling
Aanbevolen periode van bezit: |
[] |
|||
Voorbeeld belegging: |
[10 000 EUR] |
|||
(Waar van toepassing) Verzekeringspremie: |
[geldbedrag] |
|||
|
Als u [uitstapt] na één jaar |
Als u [uitstapt] na [.] |
Als u [uitstapt] na |
|
(indien van toepassing) |
(indien van toepassing) |
[aanbevolen periode van bezit] |
||
Scenario’s [bij leven] |
||||
Minimaal |
[Geldbedrag] of [Er is geen minimaal gegarandeerd rendement [als u [uitstapt] vóór [… jaren/maanden/dagen]] (indien van toepassing) . U kunt uw belegging geheel of gedeeltelijk verliezen [of verdere betalingen moeten doen om verliezen te dekken] (indien van toepassing)] |
|||
Stress |
Wat u kunt terugkrijgen na kosten |
[] EUR |
[] EUR |
[] EUR |
|
Gemiddeld rendement per jaar |
[] % |
[] % |
[] % |
Ongunstig |
Wat u kunt terugkrijgen na kosten |
[] EUR |
[] EUR |
[] EUR |
|
Gemiddeld rendement per jaar |
[] % |
[] % |
[] % |
Gematigd |
Wat u kunt terugkrijgen na kosten |
[] EUR |
[] EUR |
[] EUR |
|
Gemiddeld rendement per jaar |
[] % |
[] % |
[] % |
Gunstig |
Wat u kunt terugkrijgen na kosten |
[] EUR |
[] EUR |
[] EUR |
|
Gemiddeld rendement per jaar |
[] % |
[] % |
[] % |
(Indien van toepassing) Scenario [bij overlijden] |
||||
[Verzekerde gebeurtenis] |
Wat uw begunstigden kunnen terugkrijgen na kosten |
[] EUR |
[] EUR |
[] EUR |
Template B: periodieke inleg of premiebetaling
Aanbevolen periode van bezit: |
[] |
|||
Voorbeeld belegging: |
[1 000 EUR] per jaar |
|||
(Waar van toepassing) Verzekeringspremie: |
[geldbedrag] per jaar |
|||
|
Als u [uitstapt] na één jaar |
Als u [uitstapt] na [.] |
Als u [uitstapt] na |
|
(indien van toepassing) |
(indien van toepassing) |
[aanbevolen periode van bezit] |
||
Scenario’s [bij leven] |
||||
Minimaal |
[Geldbedrag] of [Er is geen minimaal gegarandeerd rendement [als u [uitstapt] vóór[… jaren/maanden/dagen]] (indien van toepassing) . U kunt uw belegging geheel of gedeeltelijk verliezen [of verdere betalingen moeten doen om verliezen te dekken] (indien van toepassing)] |
|||
Stress |
Wat u kunt terugkrijgen na kosten |
[] EUR |
[] EUR |
[] EUR |
|
Gemiddeld rendement per jaar |
[] % |
[] % |
[] % |
Ongunstig |
Wat u kunt terugkrijgen na kosten |
[] EUR |
[] EUR |
[] EUR |
|
Gemiddeld rendement per jaar |
[] % |
[] % |
[] % |
Gematigd |
Wat u kunt terugkrijgen na kosten |
[] EUR |
[] EUR |
[] EUR |
|
Gemiddeld rendement per jaar |
[] % |
[] % |
[] % |
Gunstig |
Wat u kunt terugkrijgen na kosten |
[] EUR |
[] EUR |
[] EUR |
|
Gemiddeld rendement per jaar |
[] % |
[] % |
[] % |
In de loop van de tijd belegd bedrag |
[] EUR |
[] EUR |
[] EUR |
|
(Indien van toepassing) Scenario [bij overlijden] |
||||
[Verzekerde gebeurtenis] |
Wat uw begunstigden kunnen terugkrijgen na kosten |
[] EUR |
[] EUR |
[] EUR |
In de loop van de tijd betaalde verzekeringspremie |
[] EUR |
[] EUR |
[] EUR |
Template C: in punt 76 quater van bijlage VI bedoelde priip’s (autocallables)
Aanbevolen periode van bezit: |
Totdat het product wordt opgevraagd of op vervaldag komt Dit kan per scenario verschillen en wordt in de tabel aangegeven |
|||
Voorbeeld belegging: |
[10 000 EUR] |
|||
|
Als u [uitstapt] na één jaar |
Als u [uitstapt] na [.] |
Als u [uitstapt] bij opvraging of op vervaldag |
|
(indien van toepassing) |
(indien van toepassing) |
|
||
Scenario’s |
||||
Minimaal |
[Geldbedrag] of [Er is geen minimaal gegarandeerd rendement [als u [uitstapt] vóór [… jaren/maanden/dagen]] (indien van toepassing) . U kunt uw belegging geheel of gedeeltelijk verliezen [of verdere betalingen moeten doen om verliezen te dekken] (indien van toepassing)] |
|||
Stress |
Wat u kunt terugkrijgen na kosten |
[] EUR |
[] EUR |
[] EUR |
(product eindigt na []) |
Gemiddeld rendement per jaar |
[] % |
[] % |
[] % |
Ongunstig |
Wat u kunt terugkrijgen na kosten |
[] EUR |
[] EUR |
[] EUR |
(product eindigt na []) |
Gemiddeld rendement per jaar |
[] % |
[] % |
[] % |
Gematigd |
Wat u kunt terugkrijgen na kosten |
[] EUR |
[] EUR |
[] EUR |
(product eindigt na []) |
Gemiddeld rendement per jaar |
[] % |
[] % |
[] % |
Gunstig |
Wat u kunt terugkrijgen na kosten |
[] EUR |
[] EUR |
[] EUR |
(product eindigt na []) |
Gemiddeld rendement per jaar |
[] % |
[] % |
[] % |
BIJLAGE VI
Bijlage VI bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/653 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In punt 3 wordt punt a) vervangen door:
|
2) |
Punt 5 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
In punt 6 wordt punt a) vervangen door:
|
4) |
De punten 7 en 8 worden vervangen door:
|
5) |
Het volgende punt 8 bis wordt ingevoegd:
|
6) |
Punt 10 wordt vervangen door:
|
7) |
Aan punt 11 wordt het volgende punt c) toegevoegd:
|
8) |
De volgende punten 11 bis en 11 ter worden ingevoegd:
|
9) |
De punten 14 en 15 worden vervangen door:
|
10) |
Punt 18 wordt vervangen door:
|
11) |
Na punt 18 worden de volgende titel en punt 18 bis ingevoegd: “ Over-the-counter uitgevoerde transacties
|
12) |
Het volgende punt 20 bis wordt ingevoegd:
|
13) |
Na punt 23 wordt het volgende punt 23 bis ingevoegd: “ Laag aantal transacties en andere soortgelijke gevallen
|
14) |
Na punt 23 bis worden de volgende titel en de volgende punten 23 ter en 23 quater ingevoegd: “ Gebruik van gegevens vóór 31 december 2024
|
15) |
In deel 2 wordt titel I vervangen door:
|
16) |
De punten 61 en 62 worden vervangen door:
|
17) |
De titel na punt 62 wordt geschrapt. |
18) |
Punt 63 wordt vervangen door:
|
19) |
Na punt 63 worden de volgende titel II van deel 2 en een ondertitel ingevoegd:
|
20) |
Punt 64 wordt vervangen door:
|
21) |
De titel na punt 64 en de punten 65, 66 en 67 worden vervangen door: “ Indicatoren van vaste kosten: transactiekosten en andere vaste kosten
|
22) |
De titel na punt 67 en de punten 68 en 69 worden vervangen door: “ Incidentele kosten en indicatoren van incidentele kosten (prestatievergoedingen en carried interests)
|
23) |
Na punt 69 wordt de volgende titel ingevoegd:
|
24) |
de punten 70 en 71worden vervangen door:
|
25) |
Na punt 75 wordt de volgende titel ingevoegd: “ Specifieke vereisten voor priip’s met een aanbevolen periode van bezit van minder dan één jaar ”. |
26) |
Na punt 76 wordt de titel “Berekening van de ratio’s” geschrapt. |
27) |
Het volgende punt 76 bis wordt ingevoegd:
|
28) |
Na punt 76 bis worden de volgende titel en punt 76 ter ingevoegd: “ Specifieke vereisten voor priip’s die forwards, futures, CFD’s (contract for difference) of swaps zijn
|
29) |
Na punt 76 ter worden de volgende titel en punt 76 quater ingevoegd: “ Specifieke vereisten voor priip’s die automatisch kunnen worden opgevraagd of geannuleerd vóór het einde van de aanbevolen periode van bezit indien aan bepaalde vooraf vastgestelde voorwaarden is voldaan
De kostencijfers worden berekend op basis van een prestatie die consistent is met elk scenario.”. |
30) |
De punten 78, 79 en 80 worden vervangen door:
Voor beleggingsfondsen is het volgende van toepassing:
|
31) |
Punt 82 wordt vervangen door:
|
32) |
Punt 84 wordt vervangen door:
|
33) |
Titel II van deel 2 wordt geschrapt. |
34) |
Punt 90 wordt vervangen door:
|
35) |
De punten 92, 93 en 94 worden geschrapt. |
BIJLAGE VII
“BIJLAGE VII
PRESENTATIE VAN DE KOSTEN
Onmiddellijk onder de titel van het deel “Wat zijn de kosten?” wordt de volgende waarschuwing opgenomen, tenzij de priip-ontwikkelaar weet dat de persoon die advies geeft over het priip of het verkoopt geen extra kosten in rekening zal brengen:
“De persoon die u adviseert over dit product of u dit product verkoopt, brengt u mogelijk andere kosten in rekening. In dat geval verstrekt deze persoon u informatie over deze kosten en over de gevolgen ervan voor uw belegging.”.
In de onderstaande kostentabellen wordt de term “uitstap” gebruikt om het einde van de belegging weer te geven. Indien die term voor specifieke soorten priip’s misleidend kan zijn, mag een alternatieve term worden gebruikt, zoals “beëindiging” of “afkoop”.
Tabel 1 voor alle priip’s behalve die bedoeld in artikel 13, punt b), en in punt 76 quater van bijlage VI (autocallables)
De priip-ontwikkelaar vermeldt de volgende rubrieken, beschrijvingen en tabel 1 met de geaggregeerde kostencijfers in geldbedragen en in percentages als gespecificeerd in de punten 61 en 62 van bijlage VI met de in punt 90 van die bijlage bedoelde perioden van bezit:
“ Kosten in de loop van de tijd
De tabellen geven de bedragen weer die uit uw belegging worden gehaald om verschillende soorten kosten te dekken. Deze bedragen variëren naargelang hoeveel u belegt, hoe lang u het product aanhoudt [en hoe goed het product presteert (indien van toepassing)]. De hier weergegeven bedragen zijn illustraties op basis van een voorbeeld van een beleggingsbedrag en verschillende mogelijke beleggingsperioden.
We gaan ervan uit dat:
— |
u [in het eerste jaar] het bedrag terugkrijgt dat u hebt belegd (0 % jaarrendement). [Voor de andere perioden van bezit gaan we ervan uit dat het product presteert zoals aangegeven in het gematigde scenario] |
— |
[10 000 EUR/1 000 EUR per jaar] wordt belegd” |
|
Als u [uitstapt] na één jaar (indien van toepassing) |
Als u [uitstapt] na [1/2 van de aanbevolen periode van bezit] (indien van toepassing) |
Als u [uitstapt] na [aanbevolen periode van bezit] |
||||
Totale kosten |
[] EUR |
[] EUR |
[] EUR |
||||
Effect van de kosten per jaar (11 *2 12) |
[] % |
[] % per jaar |
[] % per jaar |
||||
|
Tabel 1 voor in artikel 13, punt b), bedoelde priip’s
De priip-ontwikkelaar vermeldt de volgende rubrieken, beschrijvingen en tabel 1 met de geaggregeerde kostencijfers in geldbedragen en in percentages als gespecificeerd in de punten 61 en 62 van bijlage VI met de in punt 90 van die bijlage bedoelde perioden van bezit, waarbij een uitsplitsing wordt gemaakt tussen de kosten van het priip die geen kosten van de onderliggende beleggingsopties zijn (“verzekeringscontract”) en de verschillende kosten van de onderliggende beleggingsopties (“beleggingsopties”):
“ Kosten in de loop van de tijd
De tabellen geven de bedragen weer die uit uw belegging worden gehaald om verschillende soorten kosten te dekken. Deze bedragen variëren naargelang hoeveel u belegt, hoe lang u het product aanhoudt [en hoe goed het product presteert (indien van toepassing)]. De hier weergegeven bedragen zijn illustraties op basis van een voorbeeld van een beleggingsbedrag en verschillende mogelijke beleggingsperioden.
We gaan ervan uit dat:
— |
u in het eerste jaar het bedrag terugkrijgt dat u hebt belegd (0 % jaarrendement). Voor de andere perioden van bezit gaan we ervan uit dat het product presteert zoals aangegeven in het gematigde scenario |
— |
[10 000 EUR/1 000 EUR per jaar] wordt belegd |
[Verklaring dat de totale kosten voor de retailbelegger bestaan uit een combinatie van de kosten van het priip die geen kosten van de onderliggende beleggingsopties zijn, en de kosten van de onderliggende beleggingsopties, en variëren naargelang van de onderliggende beleggingsopties]”
|
Als u [uitstapt] na één jaar (indien van toepassing) |
Als u [uitstapt] na [1/2 van de aanbevolen periode van bezit] (indien van toepassing) |
Als u [uitstapt] na [aanbevolen periode van bezit] |
||||
Totale kosten |
|||||||
|
[] EUR [] — [] EUR |
[] EUR [] — [] EUR |
[] EUR [] — [] EUR |
||||
Effect van de kosten per jaar (*3) |
|||||||
|
[] % [] — [] % |
[] % per jaar [] — [] % per jaar |
[] % per jaar [] — [] % per jaar |
||||
|
Tabel 1 voor in punt 76 quater van bijlage VI bedoelde priip’s (autocallables)
Voor in punt 76 quater van bijlage VI bedoelde priip’s luiden de titel, de beschrijving en tabel 1 “Kosten in de loop van de tijd” als volgt:
“ Kosten in de loop van de tijd
De tabellen geven de bedragen weer die uit uw belegging worden gehaald om verschillende soorten kosten te dekken. Deze bedragen variëren naargelang hoeveel u belegt, hoe lang u het product aanhoudt [en hoe goed het product presteert (indien van toepassing)]. De hier weergegeven bedragen zijn illustraties op basis van een voorbeeld van een beleggingsbedrag en verschillende mogelijke beleggingsperioden.
De looptijd van dit product is onzeker, aangezien het op verschillende tijdstippen kan eindigen, naargelang van de ontwikkeling van de markt. De hier vermelde bedragen houden rekening met twee verschillende scenario’s (bij vervroegde opvraging en op vervaldag). Indien u besluit vóór de vervaldag van het product uit te stappen, kunnen boven op de hier vermelde bedragen uitstapkosten van toepassing zijn.
We gaan ervan uit dat:
— |
[10 000 EUR/1 000 EUR per jaar] wordt belegd |
— |
de prestatie van het product consistent is met elke aangegeven periode van bezit” |
|
Indien het product op de eerst mogelijke datum wordt opgevraagd [] |
Indien het product op vervaldag komt |
||||
Totale kosten |
[] EUR |
[] EUR |
||||
Effect van de kosten per jaar (*4) |
[] % |
[] % per jaar |
||||
|
Tabel 2 voor alle priip’s behalve die bedoeld in artikel 13, punt b)
De priip-ontwikkelaar geeft een uitsplitsing van de kosten volgens de indeling in de punten 64 tot en met 69 van bijlage VI, aan de hand van de rubrieken en tabel 2 hieronder.
Er wordt een zeer beknopte beschrijving van de aard van elk soort kosten opgenomen. Dit omvat een numerieke indicator (geldbedrag of percentage) en de berekeningsgrondslag indien die kan worden voorgesteld in eenvoudige termen die waarschijnlijk begrijpelijk zijn voor de doelgroep van het priip. De beschrijving is gebaseerd op een of meer voorbeelden in onderstaande tabel, tenzij deze niet van toepassing zijn.
“ Samenstelling van de kosten
Eenmalige kosten bij in- of uitstap |
(priip’s): Als u [uitstapt] na [één jaar/aanbevolen periode van bezit (indien die minder dan één jaar is)] (verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten): Effect van de kosten per jaar als u [uitstapt] na [aanbevolen periode van bezit] |
|||||||||||
Instapkosten |
[Beschrijf de aard in maximaal 300 tekens. Voorbeelden:
|
[Maximaal] [] EUR (priip’s) of [] % (ibip’s) |
||||||||||
Uitstapkosten |
[Beschrijf de aard in maximaal 300 tekens. Voorbeelden:
(Wanneer alleen in specifieke omstandigheden uitstapkosten van toepassing zijn) — “Deze kosten zijn alleen van toepassing als (licht de omstandigheden toe of geef een voorbeeld in maximaal 200 tekens)” Voor verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten waarbij de uitstapkosten alleen gelden vóór uitstap bij de aanbevolen periode van bezit, vermeldt de kolom rechts “n.v.t.” en wordt in deze kolom naast de bovenstaande beschrijvingen ook de volgende verklaring opgenomen:“De uitstapkosten worden in de volgende kolom als “n.v.t.” aangegeven, aangezien ze niet van toepassing zijn als u het product houdt tot de aanbevolen periode van bezit.” |
[] EUR (priip’s) of [] % (ibip’s) |
||||||||||
Lopende kosten [die elk jaar in rekening worden gebracht] |
|
|||||||||||
Beheerskosten en andere administratie- of exploitatiekosten |
[Beschrijf de grondslag in maximaal 150 tekens. Voorbeeld: “[] % van de waarde van uw belegging per jaar”]. Dit is een schatting op basis van de feitelijke kosten van het afgelopen jaar. |
[] EUR (priip’s) of [] % (ibip’s) |
||||||||||
Transactiekosten |
[] % van de waarde van uw belegging per jaar. Dit is een schatting van de kosten die ontstaan wanneer we de onderliggende beleggingen voor het product kopen en verkopen. Het feitelijke bedrag zal variëren naargelang hoeveel we kopen en verkopen. |
[] EUR (priip’s) of [] % (ibip’s) |
||||||||||
Incidentele kosten die onder bepaalde voorwaarden in rekening worden gebracht |
|
|||||||||||
Prestatie-vergoedingen [en carried interest] |
[[Beschrijf in maximaal 300 tekens]. Het feitelijke bedrag zal variëren naargelang van de prestaties van uw belegging. De geaggregeerde kostenraming hierboven omvat het gemiddelde over de afgelopen 5 jaar.] of [Er is geen prestatievergoeding voor dit product]. |
[] EUR (priip’s) of [] % (ibip’s) |
||||||||||
|
Voor priip’s die een scala van beleggingsopties aanbieden, maken de ontwikkelaars gebruik van de tabellen 1 en 2 van deze bijlage die van toepassing is op alle priip’s behalve die bedoeld in artikel 13, punt b), en punt 76 quater van bijlage VI voor de presentatie van de kosten, waarbij per cijfer en per tabel de verschillende kosten worden getoond.
Voor priip’s met een aanbevolen periode van bezit van minder dan één jaar wordt de kostenratio in percentages in de tabellen 1 en 2 aangeduid met “Effect van de kosten” in plaats van “Effect van de kosten per jaar” en in de voetnoot bij tabel 1 wordt het volgende vermeld: “Dit illustreert het effect van de kosten over een periode van bezit van minder dan één jaar. Dit percentage kan niet rechtstreeks worden vergeleken met de cijfers van het effect van de kosten die voor andere priip’s worden gegeven.”
Voor priip’s waarbij de kostenratio’s in percentages worden berekend aan de hand van de notionele waarde, wordt onder de tabel de volgende voetnoot toegevoegd: “Dit illustreert de kosten in verhouding tot de notionele waarde van het priip.”
Tabel 2 voor in artikel 13, punt b), bedoelde priip’s
De priip-ontwikkelaar geeft een uitsplitsing van de kosten volgens de indeling in de punten 64 tot en met 69 van bijlage VI, aan de hand van de rubrieken en tabel 2 hieronder. Indien van toepassing voor het soort kosten, wordt een uitsplitsing van de kosten gemaakt in kosten van het priip die geen kosten van de onderliggende beleggingsopties zijn (“verzekeringscontract”) en de verschillende kosten van de beleggingsopties (“beleggingsopties”).
Er wordt een zeer beknopte beschrijving van de aard van elk soort kosten opgenomen. Dit omvat een numerieke indicator (vast bedrag of percentage) en de berekeningsgrondslag indien die kan worden voorgesteld in eenvoudige termen die waarschijnlijk begrijpelijk zijn voor de doelgroep van het priip. De beschrijving is gebaseerd op een of meer voorbeelden in onderstaande tabel, tenzij deze niet van toepassing zijn.
“ Samenstelling van de kosten
Eenmalige kosten bij in- of uitstap |
Effect van de kosten per jaar als u [uitstapt] na [aanbevolen periode van bezit] |
|||||||||||
Instapkosten |
[Beschrijf de aard in maximaal 300 tekens. Voorbeelden:
|
“[] %” of “Verzekeringscontract [] % Beleggingsoptie [] — [] %” |
||||||||||
Uitstapkosten |
[Beschrijf de aard in maximaal 300 tekens. Voorbeelden:
(Wanneer alleen in specifieke omstandigheden uitstapkosten van toepassing zijn) — “Deze kosten zijn alleen van toepassing als (licht de omstandigheden toe of geef een voorbeeld in maximaal 200 tekens)” Voor verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten waarbij de uitstapkosten alleen gelden vóór uitstap bij de aanbevolen periode van bezit, vermeldt de kolom rechts “n.v.t.” en wordt in deze kolom naast de bovenstaande beschrijvingen ook de volgende verklaring opgenomen: “De uitstapkosten worden in de volgende kolom als “n.v.t.” aangegeven, aangezien zij niet van toepassing zijn als u het product houdt tot de aanbevolen periode van bezit.” |
“[] %” of “Verzekeringscontract [] % Beleggingsoptie [] — [] %” |
||||||||||
Lopende kosten die elk jaar in rekening worden gebracht |
|
|||||||||||
Beheerskosten en andere administratie- of exploitatiekosten |
[Beschrijf de grondslag in maximaal 150 tekens. Voorbeeld: “[] % van de waarde van uw belegging per jaar”]. Dit is een schatting op basis van de feitelijke kosten van het afgelopen jaar. |
“[] %” of “Verzekeringscontract [] % Beleggingsoptie [] — [] %” |
||||||||||
Transactiekosten |
[] % van de waarde van uw belegging per jaar. Dit is een schatting van de kosten die ontstaan wanneer we de onderliggende beleggingen voor het product kopen en verkopen. Het feitelijke bedrag zal variëren naargelang hoeveel we kopen en verkopen. |
“[] %” of “Verzekeringscontract [] % Beleggingsoptie [] — [] %” |
||||||||||
Incidentele kosten die onder bepaalde voorwaarden in rekening worden gebracht |
|
|||||||||||
Prestatie-vergoedingen [en carried interest] |
[Beschrijf in maximaal 300 tekens. Het feitelijke bedrag zal variëren naargelang van de prestaties van uw belegging. De geaggregeerde kostenraming hierboven omvat het gemiddelde over de afgelopen 5 jaar.] of [Er is geen prestatievergoeding voor dit product]. |
“[] %” of “Verzekeringscontract [] % Beleggingsoptie [] — [] %” |
||||||||||
|
BIJLAGE VIII
“BIJLAGE VIII
INHOUD EN PRESENTATIE VAN INFORMATIE OVER DE PRESTATIES IN HET VERLEDEN
Definities
1. |
Voor de presentatie van informatie over de prestaties in het verleden wordt verstaan onder:
|
Berekening van de prestaties in het verleden van icbe’s of abi’s
2. |
De berekening van de cijfers van prestaties in het verleden is gebaseerd op de intrinsieke waarde van de icbe of abi en onder de aanname dat de uitkeerbare inkomsten van het fonds werden herbelegd. |
Gebruik van “gesimuleerde” gegevens voor prestaties in het verleden voor icbe’s of abi’s
3. |
Een simulatie van het trackrecord op het gebied van prestaties in het verleden voor de periode waarin nog geen gegevens beschikbaar waren, is enkel in de volgende gevallen toegestaan, mits deze op een eerlijke, duidelijke en niet-misleidende wijze wordt aangewend:
|
Berekening van prestaties in het verleden voor unit-linked verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten
4. |
De berekening van prestaties in het verleden als beschreven in punt 2 van deze bijlage is van overeenkomstige toepassing op unit-linked verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten. De berekening is consistent met hetzij de verklaring van het effect van de premie voor biometrisch risico, hetzij het kostengedeelte van de premie voor biometrisch risico op het rendement van de belegging als bedoeld in artikel 2, lid 4. |
Presentatie van de prestaties in het verleden van icbe’s of abi’s
5. |
De informatie over de prestaties in het verleden van de icbe of abi wordt gepresenteerd in een staafdiagram waarin de prestaties van de icbe of abi van de laatste tien jaar zijn weergegeven. Het staafdiagram is groot genoeg om leesbaar te zijn. |
6. |
Icbe’s of abi’s met prestaties van minder dan vijf volledige kalenderjaren maken gebruik van een presentatie die enkel de laatste vijf jaren bestrijkt. |
7. |
Een jaar waarvoor er geen gegevens beschikbaar zijn, wordt blanco weergegeven zonder andere vermeldingen dan de datum. |
8. |
Voor icbe’s of abi’s die nog niet beschikken over gegevens over prestaties voor een volledig kalenderjaar, wordt een verklaring opgenomen waarin wordt toegelicht dat er onvoldoende gegevens zijn om retailbeleggers een bruikbare aanwijzing van de prestaties in het verleden te verschaffen. |
9. |
De lay-out van het staafdiagram wordt aangevuld met de volgende verklaringen, die duidelijk zichtbaar zijn:
|
10. |
De informatie bevat geen gegevens over prestaties in het verleden met betrekking tot (een deel van) het lopende kalenderjaar. |
Gebruik van een benchmark naast de prestaties in het verleden
11. |
Indien in het deel “Wat is dit voor een product?” van het essentiële-informatiedocument naar een benchmark wordt verwezen, wordt in het diagram naast elke staaf voor de prestaties in het verleden van de icbe of abi een staaf opgenomen die de resultaten van die benchmark weergeeft. Dit geldt zowel voor icbe’s of abi’s die een benchmark volgen als voor die welke aan de hand van een benchmark worden beheerd. Een icbe of abi wordt geacht aan de hand van een benchmark te worden beheerd, wanneer de benchmarkindex een rol speelt bij het beheer van de icbe of abi, bijvoorbeeld voor portefeuillesamenstelling en/of prestatiemaatstaven. |
12. |
Voor icbe’s of abi’s die niet beschikken over gegevens over prestaties in het verleden voor de vereiste vijf of tien jaar, wordt de benchmark niet weergegeven voor de jaren waarin de icbe nog niet bestond. |
13. |
Indien de icbe of abi aan de hand van een benchmark wordt beheerd als bedoeld in punt 11 van deze bijlage, worden de beschrijvingen in punt 9 van deze bijlage als volgt in vet lettertype aangevuld:
“ Deze grafiek toont de prestaties van het fonds als percentage van het verlies of de winst per jaar gedurende de afgelopen [] jaar ten opzichte van zijn benchmark”. “ Het kan u helpen om te beoordelen hoe het fonds in het verleden is beheerd en het te vergelijken met de benchmark. ”. |
Presentatie van het staafdiagram
14. |
Het staafdiagram waarin de prestaties in het verleden worden gepresenteerd, voldoet aan de volgende criteria:
|
Effect en behandeling van materiële wijzigingen
15. |
Indien zich gedurende de periode die in het in de punten 5 tot en met 10 van deze bijlage bedoelde staafdiagram wordt weergegeven, een materiële wijziging voordoet in de doelstellingen en het beleggingsbeleid van de icbe of abi, worden de prestaties in het verleden van de icbe of abi die dateren van vóór die materiële wijziging toch nog in het diagram weergegeven. |
16. |
De periode vóór de in punt 15 van deze bijlage bedoelde materiële wijziging wordt op het staafdiagram aangeduid met vermelding van een duidelijke waarschuwing dat deze prestaties tot stand zijn gekomen in omstandigheden die niet langer van toepassing zijn. |
Gebruik van “gesimuleerde” gegevens voor prestaties in het verleden
17. |
In alle gevallen waarin de prestaties overeenkomstig punt 3 van deze bijlage zijn gesimuleerd, wordt duidelijk op het staafdiagram vermeld dat het om gesimuleerde prestaties gaat. |
18. |
Een icbe of abi die haar rechtspositie wijzigt maar in dezelfde lidstaat blijft gevestigd, behoudt haar trackrecord op het gebied van prestaties in het verleden alleen wanneer de bevoegde autoriteit van die lidstaat redelijkerwijze oordeelt dat de wijziging van rechtspositie geen gevolgen heeft voor de prestaties van de icbe of abi. |
19. |
In geval van een in artikel 2, lid 1, punt p), i) en iii), van Richtlijn 2009/65/EG bedoelde fusie worden enkel de prestaties in het verleden van de ontvangende icbe behouden. |
20. |
Punt 19 van deze bijlage is van overeenkomstige toepassing op fusies van abi’s. |
Presentatie van de prestaties in het verleden van feeder-icbe’s of -abi’s
21. |
De voorstelling van het trackrecord op het gebied van prestaties in het verleden van feeder-icbe’s of -abi’s is specifiek voor de feeder-icbe of -abi en is geen reproductie van het trackrecord op het gebied van prestaties in het verleden van de master-icbe of -abi. |
22. |
Punt 21 van deze bijlage is niet van toepassing wanneer:
|
Presentatie van prestaties in het verleden van unit-linked verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten
23. |
De punten 5 tot en met 16 van deze bijlage zijn van overeenkomstige toepassing op unit-linked verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten. De presentatie is consistent met hetzij de beschrijving van het effect van de premie voor biometrisch risico, hetzij het kostengedeelte van de premie voor biometrisch risico op het rendement van de belegging als bedoeld in artikel 2, lid 4. |
(*1) Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1).”;
(1) PB L 352 van 9.12.2014, blz. 1.
(2) Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/653 van de Commissie van 8 maart 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad over essentiële-informatiedocumenten voor verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (priip’s) door de vaststelling van technische reguleringsnormen voor de presentatie, de inhoud, de evaluatie en de herziening van essentiële-informatiedocumenten en de voorwaarden voor het voldoen aan het vereiste om dergelijke documenten te verstrekken (PB L 100 van 12.4.2017, blz. 1).
(3) Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).
(4) Richtlijn (EU) 2016/97 van het Europees Parlement en de Raad van 20 januari 2016 betreffende verzekeringsdistributie (PB L 26 van 2.2.2016, blz. 19).
(5) Verordening (EU) nr. 583/2010 van de Commissie van 1 juli 2010 tot uitvoering van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft essentiële beleggersinformatie en de voorwaarden waaraan moet worden voldaan als de essentiële beleggersinformatie of het prospectus op een andere duurzame drager dan papier of via een website wordt verstrekt (PB L 176 van 10.7.2010, blz. 1).
(6) Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) (PB L 302 van 17.11.2009, blz. 32).
(7) COM(2021) 397.
(8) Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).
(9) Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/79/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48).
(10) Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).
(11) Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende indices die worden gebruikt als benchmarks voor financiële instrumenten en financiële overeenkomsten of om de prestatie van beleggingsfondsen te meten en tot wijziging van Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU en Verordening (EU) nr. 596/2014 (PB L 171 van 29.6.2016, blz. 1).
(*2) “Dit illustreert hoe de kosten elk jaar gedurende de periode van bezit uw rendement doen dalen. Hieruit blijkt bijvoorbeeld dat als u uitstapt na de aanbevolen periode van bezit, uw gemiddelde rendement per jaar wordt geraamd op [] % vóór de kosten en [] % na de kosten.”.
(*3) “Dit illustreert hoe de kosten elk jaar gedurende de periode van bezit uw rendement doen dalen. Hieruit blijkt bijvoorbeeld dat als u uitstapt na de aanbevolen periode van bezit, uw gemiddelde rendement per jaar wordt geraamd op [] % vóór de kosten en [] % na de kosten.”.
(*4) “Dit illustreert hoe de kosten elk jaar gedurende de periode van bezit uw rendement doen dalen. Hieruit blijkt bijvoorbeeld dat als u uitstapt op de vervaldatum, uw gemiddelde rendement per jaar wordt geraamd op [] % vóór kosten en [] % na kosten.”.
(12) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 694/2014 van de Commissie van 17 december 2013 tot aanvulling van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen voor het vaststellen van de soorten beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen (PB L 183 van 24.6.2014, blz. 18).