This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52001AE1317
Opinion of the Economic and Social Committee on the "Proposal for a Council Directive 2000/29/EC on protective measures against the introduction into the Community of organisms harmful to plants or plant products and against their spread within the Community"
Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het "Voorstel voor een Richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen"
Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het "Voorstel voor een Richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen"
PB C 36 van 8.2.2002, p. 46–47
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het "Voorstel voor een Richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen"
Publicatieblad Nr. C 036 van 08/02/2002 blz. 0046 - 0047
Advies van het Economisch en Sociaal Comité over het "Voorstel voor een Richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen" (2002/C 36/09) De Raad heeft op 24 april 2001 besloten het Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig art. 37 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap te raadplegen over het voornoemde voorstel. De afdeling "Landbouw, plattelandsontwikkeling, milieu", die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 27 september 2001 goedgekeurd; rapporteur was de heer Jaschick. Het Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn op 17 en 18 oktober 2001 gehouden 385e zitting (vergadering van 17 oktober 2001) het volgende advies uitgebracht, dat met 78 stemmen vóór, bij 3 onthoudingen, werd goedgekeurd. 1. Inleiding Met de mondialisering van de handel in planten en plantaardige producten neemt ook het risico op de verspreiding van schadelijke organismen toe. Het is dan ook van groot belang om de beschermende maatregelen binnen de EU op elkaar af te stemmen. De Commissievoorstellen zijn met name gericht op samenwerking tussen fytosanitaire diensten en de douane-autoriteiten en op harmonisering van de retributies. Het Comité is het met de Commissie eens dat herziening van Richtlijn 2000/29/EG noodzakelijk is. Om een bijdrage te leveren aan de verbetering van de voorgestelde richtlijn wil het Comité de aandacht vestigen op het volgende. 2. Opmerkingen 2.1. Het Comité is verheugd dat de in de Richtlijn gebruikte begrippen, zoals "kantoor van vertrek", "kantoor van bestemming" of "douanevervoer" zoveel mogelijk in overeenstemming zijn gebracht met de in het douanewetboek gebruikte terminologie. Vanwege de samenwerking met de douane-autoriteiten (bijv. bij transitozendingen of invoer/uitvoer van houten verpakkingen)(1) is eensluidende terminologie onontbeerlijk. 2.2. Voor het doelbewust binnenbrengen van schadelijke organismen voor wetenschappelijke doeleinden (bijv. ten behoeve van onderzoek aan universiteiten) zou toestemming moeten worden gevraagd. Momenteel bestaat hiervoor geen regelgeving. In het verleden is gebleken dat in onderzoeksinstellingen gebruikte organismen die quarantaineziekten veroorzaken hun weg kunnen vinden naar de inheemse plantenteelt en aldus een gevaar vormen(2). 2.3. Ook voor zaad zou een plantenpaspoort verplicht moeten worden gesteld. Controle is alleen mogelijk wanneer zaden kunnen worden geïdentificeerd aan de hand van een paspoort, een keurmerk of een certificaat(3). 2.4. Er moet duidelijk worden vastgelegd waar het originele fytosanitaire certificaat moet worden bewaard nadat het in te voeren product is onderzocht. Eén optie is bewaring van het certificaat op de plaats waar het product wordt ingevoerd (indien het onderzoek niet pas later in het land van invoer of op de plaats van bestemming plaatsvindt), een andere optie bestaat in het gebruik van een gestandaardiseerde stempel bij binnenkomst(4). 2.5. Om de inspecteurs op de plaats van binnenkomst een beoordelingsinstrument te bieden, dient het begrip "kleine hoeveelheden planten" nader te worden gespecificeerd. In de praktijk leidt de invoer van kleine hoeveelheden vruchten (bijv. mango's) op de plaats van binnenkomst(5) vaak tot problemen. 2.6. De registratie van importeurs door de fytosanitaire diensten van de lidstaten is grotendeels voltooid. Deze registratie wordt op de plaats van binnenkomst gecontroleerd. Indien het registratienummer niet als zodanig herkenbaar is en op de plaats van binnenkomst iedere willekeurige nummercombinatie als "officieel registratienummer" kan worden afgegeven, is registratie zinloos. Er moet een uniform systeem van codenummers komen(6). 2.7. In beginsel steunt het Comité de invoering van een uniform stelsel van retributies. De bijzonderheden met betrekking tot de hoogte van de retributies moeten echter nog onderling worden afgestemd. 2.8. Het Comité doet de aanbeveling na te gaan of het noodzakelijk is om de werkingssfeer van de Richtlijn uit te breiden tot de Europese Economische Ruimte (EER). Brussel, 17 oktober 2001. De voorzitter van het Economisch en Sociaal Comité G. Frerichs (1) COM(2001) 183 def., artikel 1, lid 2. (2) Artikel 1, lid 3. (3) Artikel 1, lid 5, letter b. (4) Artikel 1, lid 8, nieuw artikel 13, lid 2. (5) Artikel 1, lid 8, nieuw artikel 13a, lid 2, letter c. (6) Artikel 1, lid 8, nieuw artikel 13a, lid 7.