Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52003IR0319(01)

Resolutie van het Comité van de Regio's over "De recente overstromingen in Europa en de oprichting van een Europees Solidariteitsfonds"

PB C 66 van 19.3.2003, p. 26–27 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

52003IR0319(01)

Resolutie van het Comité van de Regio's over "De recente overstromingen in Europa en de oprichting van een Europees Solidariteitsfonds"

Publicatieblad Nr. C 066 van 19/03/2003 blz. 0026 - 0027


Resolutie van het Comité van de Regio's over "De recente overstromingen in Europa en de oprichting van een Europees Solidariteitsfonds"

(2003/C 66/06)

Het Comité van de Regio's heeft tijdens zijn 66e zitting (vergadering van 10 oktober 2002) met algemene stemmen de volgende resolutie aangenomen:

gezien artikel 159, derde alinea, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap;

gezien het Voorstel voor een verordening van de Raad tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (COM(2002) 514 def.);

gezien het ontwerpverslag van het Europees Parlement over het Voorstel voor een verordening van de Raad tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (PE 314.730);

gelet op

A. de zware overstromingen waarmee een aantal regio's en steden in de Unie en de kandidaat-lidstaten afgelopen zomer te kampen hebben gehad;

B. de talrijke mensenlevens die daarbij verloren zijn gegaan;

C. het feit dat deze rampen het persoonlijke en beroepsleven van talloze burgers overhoop hebben gegooid en zowel in sociaal als in economisch opzicht nog lang zullen nawerken;

D. het feit dat deze rampen voor miljarden euro schade aan particuliere bezittingen, publieke infrastructuur en cultuurgoederen met zich mee hebben gebracht;

E. het feit dat natuurrampen vaak grote verwoestingen aanrichten in relatief kleine gebieden en dat derhalve de regionale en lokale overheden het recht moeten krijgen de geleden schade te taxeren en een beroep te doen op het Solidariteitsfonds;

Het Comité van de Regio's

1. betuigt zijn welgemeend medeleven en zijn solidariteit met de verwanten, vrienden en kennissen van de dodelijke slachtoffers;

2. is begaan met het lot van de burgers die door de overstromingen zijn getroffen en schade hebben geleden;

3. spreekt zijn waardering uit voor de solidariteit en de onvermoeibare inzet van de vele burgers en de talrijke particuliere en overheidsorganisaties die zonder aarzelen de slachtoffers te hulp zijn gekomen om hen uit hun penibele situatie te bevrijden, hen te troosten en hun leed te verzachten;

4. prijst de slachtoffers voor hun moed en voor de vastbeslotenheid en vastberadenheid waarmee zij in actie zijn gekomen om de gevolgen van de overstromingen zo spoedig mogelijk ongedaan te maken;

5. constateert dat deze gevolgen grensoverschrijdend zijn en in de gehele Unie over de partijgrenzen heen een gevoel van solidariteit met de slachtoffers teweeg hebben gebracht;

6. stelt met voldoening vast dat de EU-instellingen, en met name de Commissie, onmiddellijk noodhulp hebben geboden en ook maatregelen op langere termijn hebben voorgesteld, die de Unie in staat moeten stellen in dergelijke situaties een eigen bijdrage aan de collectieve solidariteit te leveren;

7. schaart zich volledig achter de door de Commissie voorgestelde verordening tot oprichting van een Europees Solidariteitsfonds;

8. is van oordeel dat het in uitzonderlijke omstandigheden, nl. als een ramp niet het gehele grondgebied van een regio maar wel een substantieel deel van zijn bevolking heeft getroffen, ook mogelijk moet zijn het Fonds in te schakelen als niet aan de door de Commissie voorgestelde kwantitatieve criteria is voldaan;

9. wijst op de noodzaak van een snelle afhandeling van de interinstitutionele procedures voor de oprichting van dit Fonds;

10. herinnert eraan dat het in zijn advies van 15 februari 2001 over het thema "Opzet en doelstellingen van het Europees regionaal beleid tegen de achtergrond van de uitbreiding en de mondialisering: een aanzet tot discussie" heeft gepleit voor de invoering van een nieuw instrument om in dergelijke ernstige crisissituaties de nodige hulp te kunnen bieden;

11. beklemtoont dat het Solidariteitsfonds los staat van de structuurfondsen en de andere bestaande hulpfondsen van de Unie en dat het alleen bij grote natuurrampen mag worden ingezet;

12. wijst erop dat dit Fonds overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel alleen mag dienen ter aanvulling van maatregelen van de nationale, regionale en lokale overheden;

13. vindt het een goede zaak dat de Commissie ervoor pleit om ook de betrokken regionale of lokale overheden van de getroffen landen bij de overeenkomst over de tenuitvoerlegging van het besluit tot het verlenen van steun uit het Solidariteitsfonds te betrekken, en dringt erop aan dat de lidstaten aan deze oproep gehoor geven, omdat het de efficiëntie van de steunverlening alleen maar ten goede kan komen als de betrokken regionale of lokale overheden actief en in een vroeg stadium worden ingeschakeld;

14. pleit voor een zo groot mogelijke verantwoordelijkheid voor de getroffen lidstaten en regio's bij de tenuitvoerlegging van het besluit, en met name bij de uitvoering van en het toezicht op de concrete steunoperaties, waarbij evenwel geen afbreuk mag worden gedaan aan de controlebevoegdheden van Commissie en Rekenkamer;

15. benadrukt dat de uitbetaling van deze financiële noodhulp snel en op een adequate, transparante, flexibele en onbureaucratische manier haar beslag dient te krijgen;

16. vindt het goed dat de lidstaten, de kandidaat-lidstaten en de getroffen regio's de mogelijkheid krijgen de steunoperaties te financieren met een deel van de structurele steun die zij voor de periode 2000-2006 toegewezen hebben gekregen, en juicht ook de in het kader van het landbouwbeleid voorgestelde bijzondere maatregelen toe;

17. wijst op de noodzaak van een strikte en efficiënte coördinatie van alle lokale, regionale, nationale en Europese steunmaatregelen in de getroffen steden en regio's;

18. merkt op dat de lokale en regionale overheden als voornaamste betrokken instanties de plicht hebben via een vlotte administratieve afhandeling en door het inzetten van alle beschikbare publieke middelen de voorwaarden te creëren voor een snel herstel van de schade en voor de wederopbouw en restauratie van particuliere en openbare gebouwen en andere bouwwerken, van bedrijven en bedrijfsinstallaties en van infrastructuurvoorzieningen;

19. wijst erop dat de Unie ook de getroffen kandidaat-lidstaten te hulp dient te komen;

20. dringt er bij de lidstaten, de kandidaat-lidstaten en de regio's op aan onverwijld een eigen rampenpreventiebeleid op te zetten en de tot dusverre gevolgde aanpak kritisch te evalueren en waar nodig bij te sturen, en vindt het in dit verband een goede zaak dat de Commissie van plan is een nieuwe Europese strategie inzake crisispreventie uit te werken;

21. acht het absoluut noodzakelijk ten behoeve van de lokale en regionale overheden in de huidige en de toekomstige lidstaten een advies over de door de getroffen regio's en steden opgedane ervaringen en inzichten met betrekking tot dergelijke overstromingen en hun nasleep op te stellen;

22. is van oordeel dat alle in Europa beschikbare kennis over de problematiek rond waterbeheer en overstromingen moet worden gebundeld, en is van plan om in het licht van deze inzichten een advies over het door de lidstaten te voeren water- en overstromingsbeleid uit te brengen;

23. verzoekt zijn voorzitter om deze resolutie aan de Raad, de Commissie, het Europees Parlement en de betrokken gemeenten en regio's te doen toekomen.

Brussel, 10 oktober 2002.

De voorzitter

van het Comité van de Regio's

Albert Bore

Top
  翻译: