Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008AP0279

Uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens uit het strafregister * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 17 juni 2008 over het voorstel voor een kaderbesluit van de Raad betreffende de organisatie en de inhoud van uitwisseling van gegevens uit het strafregister tussen de lidstaten (5968/2008 — C6-0067/2008 — 2005/0267(CNS))

PB C 286E van 27.11.2009, p. 70–76 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

27.11.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 286/70


Dinsdag, 17 juni 2008
Uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens uit het strafregister *

P6_TA(2008)0279

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 17 juni 2008 over het voorstel voor een kaderbesluit van de Raad betreffende de organisatie en de inhoud van uitwisseling van gegevens uit het strafregister tussen de lidstaten (5968/2008 — C6-0067/2008 — 2005/0267(CNS))

2009/C 286 E/31

(Raadplegingsprocedure — hernieuwde raadpleging)

Het Europees Parlement,

gezien het ontwerp van de Raad (5968/2008),

gezien het voorstel van de Commissie (COM(2005)0690),

gezien zijn standpunt van 21 juni 2007 (1),

gelet op de artikelen 31 en 34, lid 2, onder (b), van het EU-Verdrag,

gelet op artikel 39, lid 1, van het EU-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad opnieuw is geraadpleegd (C6-0067/2008),

gelet op de artikelen 93, 51 en 55, lid 3, van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A6-0207/2008),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het ontwerp van de Raad, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2, van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie of het te vervangen door een andere tekst;

5.

verzoekt de Raad en de Commissie na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon prioriteit te geven aan elk toekomstig voorstel tot wijziging van het kaderbesluit in overeenstemming met verklaring nr. 50 ad artikel 10 van het protocol betreffende de overgangsbepalingen gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie;

6.

is vastbesloten dergelijke toekomstige voorstellen via de urgentieprocedure te behandelen overeenkomstig de in lid 5 bedoelde procedure en in nauwe samenwerking met de nationale parlementen;

7.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

DOOR DE RAAD VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENT

Amendement 1

Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad

Overweging 5 bis (nieuw)

 

(5 bis)

Het feit dat er op dezelfde strafrechtelijke veroordeling uiteenlopende rechtsstelsels van toepassing zijn, leidt ertoe dat er weinig betrouwbare informatie in omloop is tussen lidstaten, en creëert rechtsonzekerheid voor de veroordeelde persoon. Om dit te voorkomen dient de lidstaat van veroordeling beschouwd te worden als de eigenaar van de gegevens over strafrechtelijke veroordelingen uitgesproken op zijn grondgebied tegen onderdanen van andere lidstaten. De lidstaat waarvan de veroordeelde de nationaliteit heeft en waaraan de gegevens zullen worden doorgegeven, dient er dan ook op toe te zien dat ze worden bijgewerkt rekening houdend met de wijzigingen en schrappingen die zich in de lidstaat van veroordeling hebben voorgedaan. Alleen aldus bijgewerkte gegevens kunnen intern worden gebruikt door de lidstaat waarvan de veroordeelde de nationaliteit heeft, of door deze lidstaat worden doorgegeven aan een andere lidstaat of een derde land.

Amendement 2

Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad

Overweging 9 bis bis (nieuw)

 

(9 bis bis)

Wanneer de informatie ontvangen wordt conform artikel 7, lid 2, alinea 3, dient de centrale autoriteit van de lidstaat waarvan de veroordeelde de nationaliteit heeft ervoor te zorgen dat de antwoorden op verzoeken om informatie die een persoon doet over zijn eigen gerechtelijke antecedenten een algemene verwijzing bevatten naar de gerechtelijke antecedenten van de aanvrager, inclusief de door de lidstaat van veroordeling medegedeelde antecedenten.

Amendement 3

Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad

Overweging 10

(10)

In dit kaderbesluit worden regels vastgesteld aangaande de bescherming van persoonsgegevens die als gevolg van de uitvoering van het kaderbesluit door de lidstaten aan elkaar worden doorgegeven. Bestaande regels betreffende de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken worden aangevuld met de regels in dit instrument. Ook het Verdrag van de Raad van Europa van 1981 tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens is van toepassing op de persoonsgegevens die op grond van dit kaderbesluit worden verwerkt. In het onderhavige kaderbesluit worden bovendien de bepalingen verwerkt van het besluit van 21 november 2005 betreffende de uitwisseling van gegevens uit het strafregister, waarbij gebruiksbeperkingen ten aanzien van meegedeelde gegevens worden opgelegd aan de lidstaat die om de gegevens heeft verzocht. Die bepalingen zijn aangevuld met specifieke regels inzake het doorgeven, door de lidstaat van nationaliteit, van informatie over strafrechtelijke veroordelingen die hem door de lidstaat van veroordeling is verstrekt.

(10)

In dit kaderbesluit worden regels vastgesteld aangaande de bescherming van persoonsgegevens die als gevolg van de uitvoering van het kaderbesluit door de lidstaten aan elkaar worden doorgegeven. Bestaande regels betreffende de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken worden aangevuld met de regels in dit instrument , met name de in artikel 9 vastgestelde basisbeginselen . Ook het Verdrag van de Raad van Europa van 1981 tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens is van toepassing op de persoonsgegevens die op grond van dit kaderbesluit worden verwerkt. In het onderhavige kaderbesluit worden bovendien de bepalingen verwerkt van het besluit van 21 november 2005 betreffende de uitwisseling van gegevens uit het strafregister, waarbij gebruiksbeperkingen ten aanzien van meegedeelde gegevens worden opgelegd aan de lidstaat die om de gegevens heeft verzocht. Die bepalingen zijn aangevuld met specifieke regels inzake het doorgeven, door de lidstaat van nationaliteit, van informatie over strafrechtelijke veroordelingen die hem door de lidstaat van veroordeling is verstrekt.

Amendement 4

Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad

Overweging 10 bis (nieuw)

 

(10 bis)

Het is in die context van het allergrootste belang dat een kaderbesluit over de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken wordt aangenomen om te zorgen voor een adequaat niveau van gegevensbescherming, met inbegrip van de verwerking van persoonsgegevens op nationaal niveau.

Amendement 5

Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad

Overweging 12 bis (nieuw)

 

(12 bis)

Het is van belang dat informatie wordt verschaft over het bestaan van veroordelingen en daaruit voortvloeiende ontzettingsbesluiten, alsmede de plaats waar ze zijn uitgesproken en geregistreerd, teneinde te garanderen dat de uittreksels uit strafregisters gemakkelijk te begrijpen zijn. De lidstaten dienen dan ook voor de uittreksels die veroordelingen bevatten formaten vast te stellen die vergelijkbaar zijn, met een specifieke sectie voor veroordelingen met betrekking tot seksuele misdrijven.

Amendement 6

Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad

Artikel 5 — lid 2

2.   In geval van wijziging of schrapping van de informatie die overeenkomstig artikel 4, lid 4, is meegedeeld, wordt de informatie die de lidstaat van nationaliteit overeenkomstig lid 1 met het oog op doorgifte overeenkomstig artikel 7 heeft opgeslagen, door hem dienovereenkomstig gewijzigd of geschrapt.

2.   In geval van wijziging of schrapping van de informatie die overeenkomstig artikel 4, lid 4, is meegedeeld, wordt de informatie die de lidstaat van nationaliteit overeenkomstig lid 1 heeft opgeslagen, door hem dienovereenkomstig gewijzigd of geschrapt.

Amendement 7

Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad

Artikel 5 — lid 3

3.   De door de lidstaat van nationaliteit overeenkomstig artikel 7 doorgegeven informatie moet overeenkomstig lid 2 zijn bijgewerkt.

3.   De lidstaat van nationaliteit gebruikt enkel informatie, die overeenkomstig lid 2 is bijgewerkt.

Amendement 8

Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad

Artikel 6 — lid 1 bis (nieuw)

 

1 bis.     Wanneer wordt verzocht om informatie uit het strafregister in de lidstaat waarvan de persoon de nationaliteit heeft, voor doeleinden die buiten het kader van strafrechtelijke procedures vallen, dient de verzoekende lidstaat de redenen van zijn verzoek te preciseren.

Amendement 9

Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad

Artikel 6 — lid 2

2.   De centrale autoriteit van de lidstaat waar iemand een verzoek om de persoon zelf betreffende informatie uit het strafregister indient, kan overeenkomstig het nationale recht een verzoek om gegevens en desbetreffende informatie uit het strafregister richten tot de centrale autoriteit van een andere lidstaat, op voorwaarde dat de betrokkene ingezetene of onderdaan van de verzoekende of de aangezochte lidstaat is of is geweest.

2.   De centrale autoriteit van de lidstaat waar iemand een verzoek om de persoon zelf betreffende informatie uit het strafregister indient, richt overeenkomstig het nationale recht een verzoek om gegevens en desbetreffende informatie uit het strafregister tot de centrale autoriteit van een andere lidstaat, op voorwaarde dat de betrokkene ingezetene of onderdaan van de verzoekende of de aangezochte lidstaat is of is geweest.

Amendement 10

Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad

Artikel 9 — lid –1 (nieuw)

 

–1.

Het verwerken van persoonsgegevens volgens dit kaderbesluit moet minstens aan de volgende grondbeginselen voldoen:

a)

de gegevensverwerking moet wettelijk zijn toegestaan, noodzakelijk zijn, en in verhouding staan tot het doel, namelijk verzameling en/of verdere verwerking;

b)

de gegevens mogen alleen voor specifieke en rechtmatige doeleinden verzameld worden, en de verdere verwerking ervan moet in overeenstemming zijn met deze doelstellingen;

c)

de gegevens moeten juist en bijgewerkt zijn .

Amendement 11

Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad

Artikel 9 — lid –1 bis (nieuw)

 

–1 bis.

De verwerking van persoonsgegevens waaruit de raciale of etnische afkomst, de politieke opvattingen, de godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging of het lidmaatschap van een partij of een vakbond blijkt, of die de gezondheid of het seksuele leven van de betrokken persoon betreffen, is verboden. Bij wijze van uitzondering mogen dergelijke gegevens worden verwerkt indien, onverminderd de in lid –1 geformuleerde beginselen:

a)

de wetgeving voorziet in de verwerking mits een bevoegde gerechtelijke instantie, geval per geval, daartoe vooraf toestemming verleent, en de verwerking voor de behandeling van een specifiek geval absoluut noodzakelijk is; en

b)

de lidstaten passende specifieke waarborgen bieden, door bijvoorbeeld uitsluitend personeel dat belast is met de wettelijke taak die de gegevensverwerking rechtvaardigt, toegang tot de gegevens te verschaffen.

Amendement 12

Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad

Artikel 9 — lid 1

1.   De op grond van artikel 7, leden 1 en 4, ten behoeve van een strafrechtelijke procedure verstrekte persoonsgegevens mogen door de verzoekende lidstaat uitsluitend, in overeenstemming met het verzoek op het hierbij gevoegde formulier, voor die strafrechtelijke procedure worden gebruikt.

1.   De op grond van artikel 7, leden 1 en 4, ten behoeve van een strafrechtelijke procedure verstrekte persoonsgegevens mogen door de verzoekende lidstaat, met inachtneming van de beginselen bedoeld in leden –1 en –1 bis, en uitsluitend, in overeenstemming met het verzoek op het hierbij gevoegde formulier, voor die strafrechtelijke procedure worden gebruikt.

Amendement 13

Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad

Artikel 9 — lid 2

2.   Persoonsgegevens die uit hoofde van artikel 7, leden 2 en 4, voor andere doeleinden dan een strafrechtelijke procedure worden verstrekt, mogen door de verzoekende lidstaat, met inachtneming van zijn nationale recht, slechts worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor om deze gegevens is verzocht, binnen de door de aangezochte lidstaat op het formulier vermelde grenzen.

2.   Persoonsgegevens die uit hoofde van artikel 7, leden 2 en 4, voor andere doeleinden dan een strafrechtelijke procedure worden verstrekt, mogen door de verzoekende lidstaat, met inachtneming van zijn nationale recht en de beginselen bedoeld in leden –1 en –1 bis, en uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor om deze gegevens is verzocht, binnen de door de aangezochte lidstaat op het formulier vermelde grenzen.

Amendement 14

Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad

Artikel 9 — lid 3

3.   In afwijking van de leden 1 en 2 mogen op grond van artikel 7, leden 1, 2 en 4, verstrekte persoonsgegevens door de verzoekende lidstaat worden gebruikt ter voorkoming van een onmiddellijke en ernstige bedreiging van de openbare veiligheid.

3.   In afwijking van de leden 1 en 2 mogen uit hoofde van artikel 7, leden 1, 2 en 4, verstrekte persoonsgegevens door de verzoekende lidstaat worden gebruikt voor de voorkoming van een onmiddellijke en ernstige bedreiging van de openbare veiligheid , als het gebruik ervan noodzakelijk is en in verhouding staat tot het doel; de verzoekende lidstaat doet de aangezochte lidstaat in dat geval achteraf een kennisgeving toekomen waaruit blijkt dat de voorwaarden van noodzakelijkheid, proportionaliteit, dringend karakter en ernst van de bedreiging vervuld zijn.

Amendement 15

Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad

Artikel 9 — lid 4

4.   De lidstaten nemen de nodige maatregelen opdat de persoonsgegevens die zij op grond van artikel 4 van een andere lidstaat hebben ontvangen en overeenkomstig artikel 7, lid 3, aan een derde staat meedelen, onderworpen zijn aan de gebruiksbeperkingen die krachtens lid 2 van dit artikel voor verzoekende lidstaten gelden. De lidstaten schrijven voor dat persoonsgegevens die ten behoeve van een strafrechtelijke procedure aan een derde staat worden toegezonden, door die staat verder alleen voor strafprocesrechtelijke doeleinden mogen worden gebruikt.

4.   De lidstaten nemen bovendien de nodige maatregelen opdat de persoonsgegevens die zij op grond van artikel 4 van een andere lidstaat hebben ontvangen en overeenkomstig artikel 7, lid 3, aan een derde staat meedelen, onderworpen zijn aan de gebruiksbeperkingen die krachtens lid 2 van dit artikel voor verzoekende lidstaten gelden. De lidstaten schrijven voor dat persoonsgegevens die ten behoeve van een strafrechtelijke procedure aan een derde staat worden toegezonden, door die staat verder alleen voor strafprocesrechtelijke doeleinden mogen worden gebruikt.

Amendement 16

Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad

Artikel 9 — lid 5

5.    Dit artikel is niet van toepassing op de door een lidstaat op grond van dit kaderbesluit verkregen persoonsgegevens welke uit die lidstaat afkomstig zijn.

5.    De leden 1 tot en met 4 zijn niet van toepassing op persoonsgegevens die uit hoofde van dit kaderbesluit door een lidstaat zijn verkregen en die uit dezelfde lidstaat afkomstig zijn.

Amendement 17

Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad

Artikel 9 — lid 5 bis (nieuw)

 

5 bis.     De lidstaten zien erop toe dat hun nationale autoriteiten voor gegevensbescherming systematisch op de hoogte worden gebracht van de uitwisseling van persoonsgegevens op grond van dit kaderbesluit, en meer in het bijzonder van het gebruik van persoonsgegevens in de omstandigheden zoals bedoeld in artikel 9, lid 3.

De autoriteiten voor gegevensbescherming van de lidstaten houden toezicht op de uitwisseling bedoeld in lid 1, en werken daartoe samen.

Amendement 18

Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad

Artikel 9 bis (nieuw)

 

Artikel 9 bis

Rechten van de betrokken persoon

1.     De betrokken persoon wordt op de hoogte gebracht van het feit dat gegevens over zijn/haar persoon verwerkt worden.

Het verschaffen van deze informatie wordt zo nodig uitgesteld om de verwezenlijking van de doelstellingen waarvoor de gegevens verwerkt worden, niet te belemmeren.

2.     De betrokken persoon heeft het recht om zonder ongerechtvaardigd uitstel informatie te verkrijgen over de gegevens die worden verwerkt, in een taal die hij/zij begrijpt, en om gegevens recht te zetten of gegevens waarvan de verwerking een inbreuk vormt op de beginselen bedoeld in artikel 9, leden –1 en –1 bis, zo nodig te laten wissen.

3.     Het verschaffen van de in lid 1 bedoelde informatie kan worden geweigerd of uitgesteld indien zulks absoluut noodzakelijk is:

a)

om de veiligheid en de openbare orde te beschermen;

b)

om een misdaad te voorkomen;

c)

om het onderzoek naar en de vervolging van strafbare feiten niet te belemmeren;

d)

om de rechten en garanties van derden te beschermen.

Amendement 19

Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad

Artikel 11 — lid 1 — letter a — punt iv bis (nieuw)

 

iv bis)

ontzettingen als gevolg van een strafrechtelijke veroordeling,

Amendement 20

Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad

Artikel 11 — lid 1 — letter b — punt iv

iv)

ontzettingen als gevolg van een strafrechtelijke veroordeling,

Schrappen.


(1)  Aangenomen teksten, P6_TA(2007)0279.


Top
  翻译: