Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008IP0426

Transparantie van institutionele investeerders Resolutie van het Europees Parlement van 23 september 2008 met aanbevelingen aan de Commissie over transparantie van institutionele beleggers (2007/2239(INI))
BIJLAGE BIJ DE RESOLUTIE: UITVOERIGE AANBEVELINGEN INZAKE DE INHOUD VAN DE GEVRAAGDE VOORSTELLEN

PB C 8E van 14.1.2010, p. 34–40 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

14.1.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 8/34


Dinsdag, 23 september 2008
Transparantie van institutionele investeerders

P6_TA(2008)0426

Resolutie van het Europees Parlement van 23 september 2008 met aanbevelingen aan de Commissie over transparantie van institutionele beleggers (2007/2239(INI))

2010/C 8 E/07

Het Europees Parlement,

gezien de Tweede Richtlijn 77/91/EEG van de Raad van 13 december 1976, strekkende tot het coördineren van de waarborgen welke in de lidstaten worden verlangd van de vennootschappen in de zin van artikel 58, tweede alinea, van het Verdrag om de belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden met betrekking tot de oprichting van de naamloze vennootschap, alsook de instandhouding en wijziging van haar kapitaal, zulks teneinde die waarborgen gelijkwaardig te maken (1),

gezien de Vierde Richtlijn van de Raad 78/660/EEG van 25 juli 1978 betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen (2),

gezien de Zevende Richtlijn van de Raad 83/349/EEG van 13 juni 1983 betreffende de geconsolideerde jaarrekening (3),

gezien Richtlijn 86/635/EEG van 8 december 1986 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen (4),

gezien Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt (5) (de „richtlijn inzake elektronische handel”),

gezien Richtlijn 2001/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG, 83/349/EEG en 86/635/EEG met betrekking tot de waarderingsregels voor de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen evenals van banken en andere financiële instellingen (6),

gezien Richtlijn 2001/107/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 januari 2002 tot wijziging van Richtlijn 85/611/EEG van de Raad tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) met het oog op de reglementering van beheermaatschappijen en vereenvoudigde prospectussen (7),

gezien Richtlijn 2001/108/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 21 januari 2002 tot wijziging van Richtlijn 85/611/EEG van de Raad tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's), betreffende beleggingen van icbe's (8),

gezien Richtlijn 2002/65/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 23 september 2002 betreffende de verkoop op afstand van financiële diensten aan consumenten (9),

gezien Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 28 januari 2003 betreffende handel met voorwetenschap en marktmanipulatie (marktmisbruik) (10),

gezien Richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling (11),

gezien Richtlijn 2003/51/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2003 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG, 83/349/EEG, 86/635/EEG en 91/674/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen, banken en andere financiële instellingen, en verzekeringsondernemingen (12),

gezien Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten (13),

gezien Richtlijn 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende het openbaar overnamebod (14),

gezien Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten (15),

gezien Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten (16) (de „transparantierichtlijn”),

gezien Richtlijn 2005/1/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2005 tot wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG, 85/611/EEG, 91/675/EEG, 92/49/EEG en 93/6/EEG van de Raad en de Richtlijnen 94/19/EG, 98/78/EG, 2000/12/EG, 2001/34/EG, 2002/83/EG en 2002/87/EG met het oog op de instelling van een nieuwe comitéstructuur voor financiële diensten (17),

gezien Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (18),

gezien Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (19),

gezien Richtlijn 2006/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 inzake de kapitaaltoereikendheid van beleggingsondernemingen en kredietinstellingen (20),

gezien Richtlijn 2006/73/EG van de Commissie van 10 augustus 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn (21) (de „MiFID-uitvoeringsrichtlijn”),

gezien Richtlijn 2007/16/EG van de Commissie van 19 maart 2007 tot uitvoering van Richtlijn 85/611/EEG van de Raad tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) wat de verduidelijking van bepaalde definities betreft (22),

gezien Richtlijn 2007/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders in beursgenoteerde vennootschappen (23),

onder verwijzing naar zijn standpunt van 25 september 2003 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende beleggingsdiensten en gereglementeerde markten (24),

gezien de in opdracht van de Commissie economische en monetaire zaken uitgevoerde studie „Hedge Funds: Transparency and Conflict of Interest” (25),

gelet op artikel 192, tweede alinea, van het EG-Verdrag,

gelet op de artikelen 39 en 45 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en het advies van de Commissie economische en monetaire zaken (A6-0296/2008),

A.

overwegende dat wordt erkend dat alternatieve beleggingen zoals hedgefondsen en private equity vermogensbeheerders nieuwe diversificatievoordelen kunnen bieden, de liquiditeit van de markt kunnen vergroten, beleggers betere vooruitzichten op hoog rendement kunnen bieden, tot het prijsvormingsproces alsmede tot risicospreiding en financiële integratie kunnen bijdragen en de marktefficiëntie kunnen verbeteren,

B.

overwegende dat hedgefondsen en private equity onderscheidbare investeringsvehikels zijn die verschillen in de aard van de investering en de beleggingsstrategie,

C.

overwegende dat hedgefondsen en private equity die vanuit de EU opereren een regelgeving nodig hebben die hun innovatieve strategieën respecteert opdat ze internationaal concurrerend kunnen blijven, en die de effecten van een mogelijk ongunstige marktdynamiek verzacht; overwegende dat er een risico bestaat dat productspecifieke regelgeving onflexibel is en innovatie in de kiem smoort,

D.

overwegende dat hedgefondsen en private equity wier beheermaatschappijen in de EU gevestigd zijn, de bestaande en toekomstige communautaire wetgeving moeten naleven; overwegende dat niet in de EU gevestigde entiteiten in het kader van bepaalde activiteiten deze wetgeving eveneens in acht moeten nemen,

E.

overwegende dat hedgefondsen, hedgefondsbeheerders en private equity binnen de EU gebonden zijn aan de bestaande wetgeving, met name als het gaat om marktmisbruik, en overwegende dat ze indirect onderworpen zijn aan regelgeving via tegenpartijen en wanneer gerelateerde beleggingen in gereguleerde producten worden verkocht,

F.

overwegende dat hedgefondsen en private equity in sommige lidstaten aan nationale regelgeving zijn onderworpen en aan een variërende tenuitvoerlegging van de bestaande EU-richtlijnen; overwegende dat er door een dergelijke verscheidenheid aan nationale regels een risico van versnippering van regelgeving in de interne markt kan ontstaan, wat de grensoverschrijdende ontwikkeling van deze handel in Europa zou kunnen belemmeren,

G.

overwegende dat richtlijnen de passende rechtsinstrumenten lijken te zijn om alle kwesties met betrekking tot hedgefondsen en private equity aan te pakken; overwegende dat vóór de eventuele invoering van een richtlijn inzake de transparantie van hedgefondsen en private equity eerst een analyse en een evaluatie van de invloed op hedgefondsen en private equity van de in de lidstaten en de EU geldende regelgeving dienen te worden uitgevoerd; overwegende dat dergelijke regelgeving het uitgangspunt dient te vormen voor harmonisatie; overwegende dat de bestaande regelgeving mogelijk moeten worden aangepast, maar dat veranderingen die niet te rechtvaardigen verschillen met zich meebrengen moeten worden vermeden,

H.

overwegende dat wordt erkend dat de behoefte aan en de analyse van transparantie één van de belangrijkste kwesties is, alsook de gevallen waarin de transparantie kan worden verbeterd; overwegende dat transparantie verschillende facetten kent, zoals de transparantie van hedgefondsen en — in voorkomend geval — private equity ten opzichte van de bedrijven waarvan ze aandelen kopen of bezitten, zowel als ten opzichte van prime brokers, institutionele beleggers zoals pensioenfondsen of banken, kleine beleggers, handelspartners, regelgevers en autoriteiten; overwegende dat één van de grootste transparantieproblemen ligt in de relatie tussen een hedgefonds en — in voorkomend geval — een private equity enerzijds, en de bedrijven waarvan het aandelen koopt of bezit anderzijds,

I.

overwegende dat de ervaring in de Verenigde Staten, waar regelgeving inzake informatievrijheid door concurrenten is aangewend om gedetailleerde beleggingsgegevens van fondsen te verkrijgen die bestemd waren voor beleggers, leert dat dit zowel de beleggers als het fonds schade berokkent,

J.

overwegende dat een inconsequente tenuitvoerlegging van de transparantierichtlijn tot verschillen in het transparantieniveau in de EU en tot hoge kosten voor beleggers heeft geleid,

K.

overwegende dat transparantie een essentiële voorwaarde is voor het vertrouwen van beleggers en voor hun inzicht in complexe financiële producten en zodoende bijdraagt tot een optimale werking en stabiliteit van de financiële markten; overwegende dat transparantie een hulpmiddel is voor, maar geen vervanging van, due diligence,

L.

overwegende dat de huidige sub-primecrisis (hypotheekcrisis) niet hoofdzakelijk aan één sector te wijten is, rekening houdend met het feit dat het tijd zal kosten om de volledige oorzaken en gevolgen van deze crisis grondig te begrijpen, en overwegende dat er allerlei redenen zijn voor deze crisis, waaronder:

de ratingbureaus, en vooral de belangenconflicten tussen kredietratingbureaus en misverstanden over de betekenis van ratings,

de onvoorzichtige kredietpraktijken op de huizenmarkt in de VS,

de snelle innovatie op het vlak van complexe gestructureerde producten,

het verstrekken-verpakken-verkopen-model („originate-to-distribute”) en de lange keten van intermediairs,

de hebzucht van beleggers die op zoek zijn naar een steeds hoger rendement, en een kortzichtig systeem van prikkels met betrekking tot beloningen,

de veronachtzaming van due-diligenceprocedures,

het proces van effectisering en rating in de context van complexe gestructureerde producten, dat heeft geleid tot te hoge prijzen van deze producten in vergelijking met de onderliggende activa,

belangenconflicten binnen en een gebrek aan regulering van de Amerikaanse investeringsbanken,

M.

overwegende dat het Gemeenschapsrecht voorziet in mechanismen als comité- en Lamfalussyprocedures die het mogelijk maken door middel van uitvoeringsmaatregelen flexibel te reageren op het veranderende ondernemimgsklimaat; overwegende dat dit stelsel zal verbeteren met het instrument van gedelegeerde handelingen van het Verdrag van Lissabon,

N.

overwegende dat veel verschillende initiatieven en organisaties op het vlak van hedgefondsen en private equity, zoals de Internationale Organisatie van Beurscommissies, het Internationaal Monetair Fonds, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling evenals sectororganen, met inbegrip van organen die betrekking hebben op hedgefondsen en private equity, reeds beginselen en gedragscodes hebben ontwikkeld die de EU-wetgeving kunnen aanvullen en als model kunnen dienen; overwegende dat ondernemingen en brancheorganisaties aangemoedigd zouden moeten worden om niet enkel de EU-wetgeving na te leven, maar ook om deze gedragscodes op basis van het beginsel „naleven of motiveren” te onderschrijven en om details met betrekking tot de naleving van de codes en de verantwoording van daarvan afwijkend gedrag bekend te maken,

O.

overwegende dat sommige over-the-counter (OTC)-producten meer moeten worden verhandeld met behulp van reguliere handelssystemen om zo mogelijk hun marktwaarde te verhogen en een indicatie te bieden van potentiële veranderingen van eigenaar; overwegende dat een meer algemeen OTC-clearingsysteem aantrekkelijk is voor toezichtdoeleinden en risico-evaluatie, maar om ervoor te zorgen dat er sprake is van gelijke mededingingsvoorwaarden (een „level playing field”) in een wereldwijde context moet elk nieuw systeem op een internationale basis worden ingevoerd,

P.

overwegende dat sectorbrede controle en verslaglegging een rol moeten spelen bij het wegnemen van zorgen onder het grote publiek en bij het vergroten van het inzicht in de economische gevolgen van private equity, en overwegende dat publieke en private ondernemingen reeds verplicht zijn hun werknemers te raadplegen over zaken die hun belangen raken; overwegende dat er geen onevenwichtigheid mag worden geschapen tussen de eisen die aan handelspublicaties van ondernemingen met een private equity-portefeuille en aan die van andere private ondernemingen worden gesteld,

Q.

overwegende dat wetgeving met betrekking tot producten blijkbaar geen geschikt middel is om deze innoverende sector te reguleren,

R.

overwegende dat één website met gedragscodes behulpzaam kan zijn en voor de Europese Unie moet worden opgericht, terwijl er internationaal bekendheid aan moet worden gegeven; overwegende dat deze website een register moet bevatten van de marktdeelnemers die de gedragscodes naleven, hun verklaringen en hun toelichtingen bij niet-naleving; overwegende dat redenen voor niet-naleving ook leerzaam kunnen zijn,

S.

overwegende dat de aandacht wordt gevestigd op de noodzaak belemmeringen weg te nemen voor de grensoverschrijdende verspreiding van alternatieve investeringen door de vaststelling van een Europees regime voor onderhandse plaatsing,

T.

overwegende dat, in de context van private equity, de kosten van extra eisen van rapportage, vooral waar deze veel voorkomen, gerechtvaardigd moeten zijn en in verhouding moeten zijn met de voordelen die eruit voortvloeien; overwegende dat er in elk geval een betere koppeling nodig is tussen beloningspakketten en resultaten op langere termijn,

U.

overwegende dat er geen voorstel op dit gebied in voorbereiding is,

1.

verzoekt de Commissie het Parlement, afhankelijk van het onderwerp, op basis van artikel 44, 47, lid 2 of 95 van het EG-Verdrag, een wetgevingsvoorstel of –voorstellen voor te leggen inzake de transparantie van hedgefondsen en private equity; verlangt dat een dergelijk voorstel/dergelijke voorstellen in het licht van interinstitutionele discussies en volgens de gedetailleerde aanbevelingen hieronder wordt/worden opgesteld;

2.

constateert dat deze aanbevelingen in overeenstemming zijn met het subsidiariteitsbeginsel en de grondrechten van de burger;

3.

is van oordeel dat de verlangde voorstellen geen financiële gevolgen hebben;

4.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie en bijgaande gedetailleerde aanbevelingen te doen toekomen aan de Commissie en de Raad, alsmede aan de parlementen en regeringen van de lidstaten.


(1)  PB L 26 van 31.1.1977, blz. 1.

(2)  PB L 222 van 14.8.1978, blz. 11.

(3)  PB L 193 van 18.7.1983, blz. 1.

(4)  PB L 372 van 31.12.1986, blz. 1.

(5)  PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1.

(6)  PB L 283 van 27.10.2001, blz. 28.

(7)  PB L 41 van 13.2.2002, blz. 20.

(8)  PB L 41 van 13.2.2002, blz. 35.

(9)  PB L 271 van 9.10.2002, blz. 16.

(10)  PB L 96 van 12.4.2003, blz. 16.

(11)  PB L 157 van 26.6.2003, blz. 38.

(12)  PB L 178 van 17.7.2003, blz. 16.

(13)  PB L 345 van 31.12.2003, blz. 64.

(14)  PB L 142 van 30.4.2004, blz. 12.

(15)  PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1.

(16)  PB L 390 van 31.12.2004, blz. 38.

(17)  PB L 79 van 24.3.2005, blz. 9.

(18)  PB L 309 van 25.11.2005, blz. 15.

(19)  PB L 177 van 30.6.2006, blz. 1.

(20)  PB L 177 van 30.6.2006, blz. 201.

(21)  PB L 241 van 2.9.2006, blz. 26.

(22)  PB L 79 van 20.3.2007, blz. 11.

(23)  PB L 184 van 14.7.2007, blz. 17.

(24)  PB C 77 E van 26.3.2004, blz. 329.

(25)  IP/A/ECON/IC/2007-24.


Dinsdag, 23 september 2008
BIJLAGE BIJ DE RESOLUTIE:

UITVOERIGE AANBEVELINGEN INZAKE DE INHOUD VAN DE GEVRAAGDE VOORSTELLEN

Het Europees Parlement verzoekt de Commissie een voorstel voor te leggen voor een richtlijn of richtlijnen, waarbij een algemene transparantienorm wordt gegarandeerd en de hieronder genoemde kwesties met betrekking tot hedgefondsen en private equity te benaderen vanuit de gedachte dat de richtlijn(en) de EU-lidstaten, waar nodig, voldoende flexibiliteit zouden moeten verlenen om de EU-regels in hun bestaande systemen van vennootschapsrecht te kunnen omzetten. Tegelijkertijd verzoekt het Parlement de Commissie om verbeteringen te stimuleren op het gebied van transparantie door de ontwikkeling van de zelfregulering te ondersteunen en te monitoren, die reeds door de beheerders van hedgefondsen en private equity en hun tegenpartijen is ingevoerd, en om de EU-lidstaten aan te moedigen deze inspanningen te steunen door dialoog en de uitwisseling van beste praktijken.

Rekening houdend met het feit dat er geen eenvormige verslagleggingspicht voor staatsinvesteringsfondsen bestaat, verwelkomt het Parlement het initiatief van het Internationaal Monetair Fonds om een werkgroep te installeren die een internationale gedragscode voor staatsinvesteringsfondsen moet opstellen, en is het van oordeel dat een dergelijke gedragscode de activiteiten van staatsinvesteringsfondsen tot op zekere hoogte van hun mystiek kan ontdoen. Het Parlement roept de Commissie op aan dit proces deel te nemen.

Over hedgefondsen en private equity

Het Europees Parlement vraagt de Commissie de passende wetgevingsvoorstellen voor te leggen door middel van een herziening van het huidige acquis communautaire met betrekking tot de verschillende soorten beleggers en tegenpartijen, gekoppeld aan een effectbeoordeling en, met de medewerking van de betrokken sectoren, de mogelijkheid te verkennen om tussen hedgefondsen, private equity en andere beleggers te differentiëren en om regels aan te nemen of op te stellen voor de duidelijke bekendmaking en tijdige overdracht van relevante en belangrijke informatie, teneinde besluitvorming van hoge kwaliteit en transparante communicatie tussen beleggers en het bedrijfsmanagement te vergemakkelijken alsmede tussen beleggers en andere tegenpartijen. Reeds bestaande voorstellen moeten dienovereenkomstig ten uitvoer worden gelegd. Het Parlement verzoekt de Commissie mogelijkheden te verkennen om de zichtbaarheid van en het inzicht in risico's te verbeteren, waarbij een onderscheid moet worden gemaakt tussen risico's en kredietwaardigheid. Er moet aandacht worden besteed aan de vraag of de bestaande richtlijnen en transparantiemaatregelen niet worden ondermijnd door al te ruime exoneratieclausules in overeenkomsten.

Krachtens de nieuwe wetgeving zouden aandeelhouders verplicht moeten zijn uitgevende instellingen in kennis te stellen van het percentage van de stemrechten dat zij ten gevolge van de verwerving of overdracht van aandelen bezitten, wanneer dat percentage de drempelwaarde van 3 % bereikt, overschrijdt of onderschrijdt in plaats van 5 %, zoals vermeld in Richtlijn 2004/109/EG. Ook zouden hedgefondsen en private equity, voor zover deze categorieën beleggers van andere kunnen worden onderscheiden, krachtens deze wetgeving moeten worden verplicht om hun beleggingsbeleid en de daarmee gepaard gaande risico's openbaar te maken en uit te leggen aan ondernemingen waarvan zij aandelen verwerven of bezitten, kleine en institutionele beleggers, prime brokers en toezichthouders.

Deze voorstellen zouden gebaseerd moeten zijn op een onderzoek van de bestaande communautaire regelgeving, dat wordt uitgevoerd om vast te stellen in hoeverre de huidige transparantieregels kunnen worden toegepast op de specifieke situatie van hedgefondsen en private equity.

Met het oog op bovengenoemde wetgevingsvoorstellen zou de Commissie in het bijzonder:

de mogelijkheid moeten onderzoeken van contractvoorwaarden voor alternatieve beleggingen, die voorzien in een ondubbelzinnige bekendmaking van risico's en in het beheer ervan, maatregelen die moeten worden genomen wanneer drempelwaardes worden overschreden, een duidelijke beschrijving van lock-up periodes en expliciete voorwaarden voor annulering en beëindiging van het contract;

de kwestie van het witwassen van geld in verband met hedgefondsen en private equity moeten onderzoeken;

de mogelijkheid moeten onderzoeken om de regels en aanbevelingen te harmoniseren voor hedgefondsen en — in voorkomend geval — private equity voor de registratie en identificatie van aandeelhouders vanaf een bepaald aandelenpercentage en met betrekking tot de bekendmaking van hun strategieën en bedoelingen, ermee rekening houdend dat een overvloed aan informatie moet worden vermeden;

moeten onderzoeken of het nodig is intermediairs te verplichten de oorspronkelijke aandeelhouders actief te laten deelnemen aan stemmingen op algemene aandeelhoudersvergaderingen en te waarborgen dat hun steminstructies door volmachthouders in acht worden genomen en dat het stemgedrag van aandeelhouders met naam en toenaam wordt bekendgemaakt, en op welke manieren dit kan gebeuren;

gezamenlijk met de sector een gedragscode moeten opstellen die erop is gericht de huidige structuur van corporate governance bij te werken teneinde langetermijndenken te versterken en financiële en andere prikkels weg te nemen die het aangaan van buitensporige risico's ten behoeve van snelle winst en onverantwoordelijk gedrag in de hand werken;

regels moeten vastleggen die voorzien in volledige transparantie van de vergoedingsstelsels voor fondsbeheerders, met inbegrip van aandelenopties, door deze te onderwerpen aan de goedkeuring door de algemene aandeelhoudersvergadering van de ondernemingen.

Specifiek over hedgefondsen

Het Europees Parlement vraagt de Commissie regels op te stellen die de transparantie van het stembeleid van hedgefondsen vergroten, ervan uitgaande dat de communautaire regels gericht zouden moeten zijn op de managers van dergelijke fondsen. In dergelijke regels zou ook een systeem voor de identificatie van aandeelhouders in de gehele EU kunnen zijn opgenomen. Reeds bestaande voorstellen van die strekking moeten ten uitvoer worden gelegd.

Met het oog op bovengenoemd(e) wetgevingsvoorstel(len) zou de Commissie in het bijzonder:

de effecten moeten onderzoeken van verstrekte effectenleningen en het stemmen met geleende aandelen, onder inachtneming van de beginselen van betere regelgeving;

moeten onderzoeken of rapportagevereisten ook zouden moeten gelden voor samenwerkingsovereenkomsten tussen verschillende aandeelhouders en voor indirecte verwervingen van stemrechten via optieregelingen.

Specifiek over private equity

Het Europees Parlement vraagt de Commissie regels voor te stellen die investeerders verbieden ondernemingen te „plunderen” (de zogenaamde „asset stripping” (verkoop van waardevolle activa)) en op zo'n manier hun financiële macht te misbruiken dat de overgenomen onderneming er alleen op lange termijn nadeel van ondervindt, zonder dat er sprake is van enige positieve invloed op de toekomst van de onderneming en het belang van haar werknemers, crediteuren en zakenpartners. Bovendien moet de Commissie gemeenschappelijke regels onderzoeken om de kapitaalinstandhouding van ondernemingen te waarborgen. Daarnaast verzoekt het Europees Parlement de Commissie te onderzoeken of de lidstaten maatregelen ter bestrijding van „asset stripping” hebben ingevoerd.

Met het oog op bovengenoemd(e) wetgevingsvoorstel(len) zou de Commissie manieren moeten onderzoeken om kwesties aan te pakken die ontstaan wanneer banken grote hoeveelheden geld aan verwervers, waaronder private equity, lenen en dan iedere verantwoordelijkheid voor het doel waarvoor het geld wordt gebruikt of de herkomst van het geld waarmee de lening wordt terugbetaald, ontkennen, rekening houdend met het feit dat deze kwesties uiteindelijk onder de verantwoordelijkheid van de schuldenaar vallen en dat de kapitaalvereisten voor vergelijkbare risico's gelijk moeten zijn in het hele financiële stelsel.

Het Europees Parlement vraagt de Commissie eveneens te onderzoeken of de richtlijn betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen (1) moet worden aangepast aan de specifieke situatie van met schulden gefinancierde overnames („leveraged buy-outs”).


(1)  Richtlijn 2001/23/EG van de Raad van 12 maart 2001 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen van ondernemingen of vestigingen (PB L 82 van 22.3.2001, blz. 16).


Top
  翻译: