Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009IP0120(01)

Vrijheid van meningsuiting in Azerbeidzjan Resolutie van het Europees Parlement van 17 december 2009 over de vrijheid van meningsuiting in Azerbeidzjan

PB C 286E van 22.10.2010, p. 27–29 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

22.10.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 286/27


Donderdag, 17 december 2009
Vrijheid van meningsuiting in Azerbeidzjan

P7_TA(2009)0120

Resolutie van het Europees Parlement van 17 december 2009 over de vrijheid van meningsuiting in Azerbeidzjan

2010/C 286 E/07

Het Europees Parlement,

onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over Azerbeidzjan, met name de resoluties van 9 juni 2005 (1) en 27 oktober 2005 (2),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 15 november 2007 over de versterking van het Europees nabuurschapsbeleid (3),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 17 januari 2008 over een effectiever EU-beleid voor de zuidelijke Kaukasus: van beloften naar maatregelen (4),

gezien de EU-verklaring van 22 januari 2009 over vrijheid van de media in Azerbeidzjan en de verklaring van het EU-voorzitterschap van 12 november 2009,

gezien de verklaring van de secretaris-generaal van de Raad van Europa van 12 november 2009 over de vrijheid van meningsuiting in Azerbeidzjan,

gezien de verklaringen van de OVSE-vertegenwoordiger voor vrijheid van de media over de verslechtering van de situatie van de media in Azerbeidzjan, met name die van 22 mei 2007, 11 april 2008, 17 juli 2008, 30 december 2008, 21 april 2009, 10 september 2009, 14 oktober 2009 en 11 november 2009,

gezien de verklaring waarmee de EU in de Permanente OVSE-Raad van 9 juli 2009 haar volledige steun betuigt voor het werk van de OVSE-vertegenwoordiger voor vrijheid van de media met betrekking tot Azerbeidzjan, en de verklaring van het EU-voorzitterschap van 12 november 2009 over de veroordeling van de jonge activisten en bloggers Emin Milli en Adnan Hajizade,

gelet op artikel 122, lid 5, van zijn Reglement,

A.

overwegende dat Azerbeidzjan actief deelneemt aan het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en het Oostelijk Partnerschap en dus de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat moet eerbiedigen die kernwaarden van deze twee initiatieven vormen,

B.

overwegende dat de Raad in september 2009 besloten heeft de betrekkingen tussen de EU en de drie landen van de zuidelijke Kaukasus te versterken en de Commissie gevraagd heeft ontwerponderhandelingsrichtsnoeren op te stellen voor nieuwe overeenkomsten die de huidige partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomsten, die binnenkort aflopen, zullen vervangen,

C.

overwegende dat President Ilham Aliyev op 28 december 2007 een decreet heeft ondertekend tot vrijlating van 119 gevangenen, waaronder vijf journalisten,

D.

overwegende dat er een goedgedocumenteerde lijst bestaat van recente veroordelingen, geweld tegen en intimidatie van mediaprofessionals in Azerbeidzjan, onder meer in een onlangs gepubliceerd achtergrondverslag over de eerbiediging van de persvrijheid dat was opgesteld voor de Commissie cultuur, wetenschap en onderwijs van de parlementaire vergadering van de Raad van Europa en in rapporten van Amnesty International en Reporters zonder grenzen,

E.

overwegende dat het mediaklimaat ondanks het ENB-actieplan de laatste jaren verslechterd is met de tijdelijke sluiting van onafhankelijke radio- en televisieomroepen, de uitzetting van leidende oppositiekranten uit hun kantoren, talrijke rechtszaken tegen mediaprofessionals en fysieke aanvallen op journalisten, die ertoe geleid hebben dat velen van hen nu bang zijn en zelfcensuur toepassen; dat de BBC, Radio Free Europe/Radio Liberty en andere buitenlandse media sinds 2008 niet meer op FM-radiofrequenties mogen uitzenden,

F.

overwegende dat de bloggers Emin Milli en Adnan Hajizade op 8 juli 2009 werden gearresteerd nadat zij waren aangevallen door twee mannen in een restaurant in de hoofdstad Bakoe, waar zij volgens door Amnesty International geïnterviewde getuigen zaten te eten met andere activisten,

G.

overwegende dat beide bloggers gebruik hadden gemaakt van online netwerkinstrumenten zoals YouTube, Facebook en Twitter om informatie te verspreiden over de politieke situatie in Azerbeidzjan, waarbij zij kritiek leverden op de regering van hun land; dat de regionale rechtbank van het Sabail-district van Bakoe op 11 november 2009 Emin Milli tot 2,5 jaar en Adnan Hajizade tot 2 jaar gevangenisstraf veroordeelde wegens relschopperij en het toebrengen van licht lichamelijk letsel,

H.

overwegende dat er achter de aanklacht tegen beide activisten politieke motieven leken te schuilen,

1.

betreurt dat de bloggers Emin Milli en Adnan Hajizada op 11 november 2009 tot zware gevangenisstraffen werden veroordeeld op grond van een zeer onwaarschijnlijke tenlastelegging en een oneerlijk proces; verzoekt om onmiddellijke vrijlating van Emin Milli en Adnan Hajizada en om een nieuw, volledig open en eerlijk proces op basis van een onpartijdig politieonderzoek en in overeenstemming met alle toepasselijke internationale rechtsnormen;

2.

is bezorgd over de verslechtering van de mediavrijheid in Azerbeidzjan, betreurt het stelselmatig arresteren, vervolgen en veroordelen van dissidente journalisten op grond van andere strafrechtelijke aanklachten, zoals in het geval van Eynulla Fatullayev, en verzoekt de Azerbeidzjaanse autoriteiten de gevangengenomen journalisten onmiddellijk vrij te laten;

3.

herinnert aan de verklaring van President Ilham Aliyev van maart 2005, waarin hij uitsprak dat de rechten van elke journalist beschermd zijn en door de Staat zouden moeten worden behoed;

4.

roept de Azerbeidzjaanse autoriteiten op iets te doen aan het uitblijven van politieonderzoek in gevallen van intimidatie van en geweld tegen journalisten en het feit dat veel van die misdrijven tot op heden onbestraft zijn gebleven; benadrukt dat de veiligheid van mediaprofessionals met spoed moet worden verbeterd; is ingenomen met de voorgestelde wijzigingen op de strafwettelijke bepalingen inzake smaad en laster, aangezien deze hinderpalen zouden kunnen vormen voor de uitoefening van het recht van vrije meningsuiting en tot zelfcensuur zouden kunnen leiden, en roept op tot snelle goedkeuring van die wijzigingen;

5.

verzoekt de Azerbeidzjaanse autoriteiten speciale aandacht te besteden aan de veiligheid en vrijheid van maatschappelijke activisten, met name diegenen die betrokken zijn bij niet-gouvernementele jeugdorganisaties, de journalistiek of de media, onmiddellijk maatregelen te nemen om individuele personen het recht te geven deel te nemen aan vreedzame, democratische activiteiten, toe te staan dat dergelijke activiteiten vrijelijk en zonder bemoeienis van de regering georganiseerd worden en journalisten te beschermen na de recente golf van geweld tegen vertegenwoordigers van de media;

6.

betreurt de reeks negatieve ontwikkelingen met betrekking tot de media en individuele journalisten in Azerbeidzjan, die vermeld worden in het achtergrondverslag over de eerbiediging van de persvrijheid dat was opgesteld voor de Commissie cultuur, wetenschap en onderwijs van de parlementaire vergadering van de Raad van Europa; neemt nota van het onlangs verschenen periodiek verslag aan de OVSE-Raad van de OVSE-vertegenwoordiger voor vrijheid van de media, alsook van de ernstige bezorgdheid die is geuit door internationale NGO's als het Comité Bescherming Journalisten, Reporters zonder grenzen, International Pen en Human Rights Watch;

7.

dringt er bij de Azerbeidzjaanse autoriteiten op aan de zendvergunningen op FM-frequenties voor een aantal internationale omroepen, zoals BBC World Service, Voice of America en Radio Free Europe/Radio Liberty, te verlengen; wijst erop dat met de stopzetting van de uitzendingen van deze zenders op FM-frequenties belangrijke objectieve en waardevolle onafhankelijke bronnen van hoogwaardige openbare informatieverschaffing verdwijnen en de pluraliteit van de media in Azerbeidzjan wordt beperkt;

8.

verzoekt de Azerbeidzjaanse autoriteiten voldoende vorderingen te maken bij het vervullen van de voorwaarden voor uitbreiding van contractuele betrekkingen, zoals neergelegd in de Verklaring van de Europese Raad van 19 en 20 maart 2009 over het Oostelijk Partnerschap, met name op het gebied van de democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten;

9.

is ingenomen met de inspanningen die de Azerbeidzjaanse autoriteiten zich getroosten, zoals met de twee vergaderingen van de Azerbeidzjaanse staatscommissie voor Europese integratie in 2009, om de bestaande mechanismen ter bescherming van de mensenrechten te verbeteren en de capaciteit van de democratische instellingen in het land te vergroten, en roept de EU en Azerbeidzjan op hun dialoog over mensenrechtenkwesties te versterken;

10.

is ingenomen met de deelname van de Azerbeidzjaanse autoriteiten aan de evaluatiebespreking over Azerbeidzjan op de zesde vergadering van de VN-werkgroep over de universele periodieke doorlichting (UPR) op 6 februari 2009, en verzoekt de regering van Azerbeidzjan de UPR-aanbevelingen volledig op te volgen, met name door het Statuut van Rome van het Internationale Strafhof te ratificeren en daarmee smaad en laster uit het strafrecht te halen, zodat er een eind komt aan nodeloze pressie op journalisten en ervoor te zorgen dat de vrijheid van meningsuiting en de mediavrijheid volledig worden geëerbiedigd; dat de toegang tot zendmedia gewaarborgd blijft; dat misdrijven tegen en intimidatie van journalisten en mensenrechtenactivisten worden onderzocht en vervolgd; dat het recht van vreedzame samenkomst en vrijheid van vereniging daadwerkelijk wordt toegepast; dat de omstandigheden in gevangenissen worden verbeterd en dat de rechten van kwetsbare groepen, zoals minderheden, migranten, asielzoekers en ontheemden in eigen land, worden beschermd;

11.

ziet uit naar de tenuitvoerlegging van het project van de Azerbeidzjaanse regering „Steun voor rechtshervormingen in Azerbeidzjan”, dat bedoeld is om de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht te vergroten, met name met betrekking tot de oprichting en werking van de Rechtsacademie en de regionale justitie, alsook om het gevangenisstelsel overeenkomstig internationale normen te hervormen;

12.

verzoekt de Azerbeidzjaanse autoriteiten te waarborgen dat de plaatselijke verkiezingen van 23 december 2009 vrij, eerlijk en overeenkomstig internationale normen zullen verlopen en erkent dat het verkiezingsproces van groot belang is voor de opbouw van de staat, omdat het voor voortdurende democratische hervormingen op plaatselijk niveau en consolidatie van het maatschappelijk middenveld en van het politieke stelsel in het algemeen kan zorgen;

13.

is ingenomen met de instelling van nieuwe subcommissies van de parlementaire samenwerkingscommissie EU/Azerbeidzjan, waardoor het institutioneel kader zal worden versterkt waarbinnen kan worden gesproken over recht, vrijheid en veiligheid, over eerbiediging van de mensenrechten en de democratie, alsook ook over zaken als sociale aangelegenheden, volksgezondheid, onderwijs en jeugd, cultuur, informatiemaatschappij en audiovisueel beleid, wetenschap en technologie;

14.

verzoekt om nieuwe inspanningen van Azerbeidzjan om het ENP-actieplan volledig uit te voeren en verzoekt de Commissie Azerbeidzjan hierbij te helpen;

15.

verzoekt de President van de Republiek Azerbeidzjan toe te zien op het functioneren van de rechtshandhavings- en staatsveiligheidsstructuren in zijn land, met name op het gebied van de media en andere mensenrechtenkwesties, aangezien hun optreden en handelswijzen de afstand tussen Azerbeidzjan en de EU doelbewust vergroten;

16.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de President en het parlement van Azerbeidzjan.


(1)  PB C 124 E van 25.5.2006, blz. 569.

(2)  PB C 272 E van 9.11.2006, blz. 567.

(3)  PB C 282 E van 6.11.2008, blz. 443.

(4)  PB C 41 E van 19.2.2009, blz. 53.


Top
  翻译: