Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52011AP0488

Kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (eigen acties) * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 15 november 2011 over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het door het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek door middel van eigen acties uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012 tot en met 2013) (COM(2011)0074 – C7-0078/2011 – 2011/0044(NLE))

PB C 153E van 31.5.2013, p. 178–183 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

31.5.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 153/178


Dinsdag 15 november 2011
Kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (eigen acties) *

P7_TA(2011)0488

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 15 november 2011 over het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het door het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek door middel van eigen acties uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012 tot en met 2013) (COM(2011)0074 – C7-0078/2011 – 2011/0044(NLE))

2013/C 153 E/33

(Raadpleging)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2011)0074),

gezien artikel 7 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C7-0078/2011),

gezien artikel 55 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie industrie, onderzoek en energie (A7-0340/2011),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 293, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie dienovereenkomstig te wijzigen;

3.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

5.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie.

DOOR DE COMMISSIE VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENT

Amendement 1

Voorstel voor een besluit

Overweging 5

(5)

Bij de uitvoering van dit specifieke programma moet het accent worden gelegd op de bevordering van de mobiliteit en opleiding van onderzoekers, en de bevordering van innovatie, in de Europese Unie. Met name moet het GCO adequate opleiding op het gebied van nucleaire veiligheid en beveiliging verschaffen.

(5)

Bij de uitvoering van dit specifieke programma moet het accent worden gelegd op de bevordering van de mobiliteit en opleiding van onderzoekers, en de bevordering van innovatie, in de Europese Unie. Met name moet het GCO adequate opleiding op het gebied van nucleaire veiligheid en beveiliging verschaffen. Daarnaast moet het GCO helpen bij het toezicht uitoefenen op de kwaliteit en de efficiëntie van de opleiding, alsmede op de coördinatie van bestaande onderwijsprogramma's op het gebied van kernenergie in de Unie, in kandidaat-lidstaten en in buurlanden.

Amendement 2

Voorstel voor een besluit

Overweging 5 bis (nieuw)

 

(5 bis)

Er moet meer aandacht worden besteed aan en meer begrotingsgeld worden ingezet voor nevenactiviteiten van het zuiver nucleair onderzoek, in het bijzonder op het gebied van investeringen in menselijk kapitaal en acties gericht op het aanpakken van mogelijke tekorten aan vaardigheden in de komende jaren (bijv. financiële steun voor onderzoekers op nucleair vlak) en het daaruit voortvloeiende verlies van leiderschap voor de Unie;

Amendement 3

Voorstel voor een besluit

Overweging 6 bis (nieuw)

 

(6 bis)

De tenuitvoerlegging van het kaderprogramma (2012-2013) moet stoelen op de beginselen van eenvoud, stabiliteit, transparantie, rechtszekerheid, samenhang, excellentie en vertrouwen, indachtig de aanbevelingen van het Europees Parlement in zijn resolutie van 11 november 2010 inzake het vereenvoudigen van de tenuitvoerlegging van de kaderprogramma's voor onderzoek (1).

Amendement 4

Voorstel voor een besluit

Overweging 10 bis (nieuw)

 

(10 bis)

Het beheer van de Uniefinanciering van onderzoek moet in sterkere mate gebaseerd zijn op vertrouwen en risicotolerantie in alle stadia van de projecten, waarbij voor controleerbaarheid moet worden gezorgd, met flexibele regels van de Unie.

Amendement 5

Voorstel voor een besluit

Overweging 11

(11)

Er moeten eveneens passende maatregelen worden genomen — die evenredig zijn met de financiële belangen van de Europese Unie — om de effectiviteit van de verleende financiële steun en van de benutting van deze middelen te controleren teneinde onregelmatigheden en fraude tegen te gaan. De nodige stappen dienen te worden genomen om verloren gegane middelen, ten onrechte betaalde of onjuist bestede middelen terug te vorderen, overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002, Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002, Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG, Euratom) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden en Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF).

(11)

Er moeten eveneens passende maatregelen worden genomen — in verhouding tot de financiële belangen van de Europese Unie — om de effectiviteit van de verleende financiële steun en van de benutting van deze middelen te controleren en zodoende onregelmatigheden en fraude tegen te gaan. Er moet in het bijzonder aandacht worden besteed aan de ontwikkeling van contractuele regelingen die het risico op niet-nakoming alsook de spreiding van de risico's en kosten in de tijd verkleinen. De nodige stappen dienen te worden genomen om verloren gegane middelen, ten onrechte betaalde of onjuist bestede middelen terug te vorderen, overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002, Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002, Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden en Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF).

Amendement 6

Voorstel voor een besluit

Artikel 2 – alinea 1 – letter c bis (nieuw)

 

(c bis)

ontmanteling

Amendement 7

Voorstel voor een besluit

Artikel 6 – lid 1

1.   De Commissie stelt een meerjarig werkprogramma op voor de uitvoering van het specifieke programma, waarin de in de bijlage genoemde doelstellingen en wetenschappelijke en technologische prioriteiten alsmede het tijdschema voor de uitvoering nader zijn omschreven.

1.   De Commissie stelt een meerjarig werkprogramma op voor de uitvoering van het specifieke programma, waarin de in de bijlage genoemde doelstellingen en wetenschappelijke en technologische prioriteiten , en de benodigde financiële middelen, alsmede het tijdschema voor de uitvoering nader zijn omschreven.

Amendement 8

Voorstel voor een besluit

Bijlage – afdeling 3 – punt 3.1 – punt 3.1.1

Het beheer van verbruikte splijtstof en hoogactief kernafval omvat de verwerking, de conditionering, het vervoer, de tussentijdse opslag en de geologische opberging ervan. Het uiteindelijke doel is voorkomen dat er binnen alle fasen van de zeer lange vervaltijd radionucliden terechtkomen in de biosfeer. Het ontwerp, de beoordeling en het functioneren van de kunstmatige en natuurlijke systemen van barrières op diverse tijdschalen zijn voor deze doelstellingen van essentieel belang en zijn onder andere afhankelijk van het gedrag van splijtstoffen en/of afval in de geologische omgeving. Dergelijke studies vallen onder dit specifieke programma.

Het beheer van verbruikte splijtstof en hoogactief kernafval omvat de verwerking, de conditionering, het vervoer, de tussentijdse opslag en de geologische opberging ervan. Het uiteindelijke doel is voorkomen dat er binnen alle fasen van de zeer lange vervaltijd radionucliden terechtkomen in de biosfeer. Het ontwerp, de beoordeling, het controleren en het functioneren van de kunstmatige en natuurlijke systemen van barrières op diverse tijdschalen zijn voor deze doelstellingen van essentieel belang en zijn onder andere afhankelijk van het gedrag van splijtstoffen en/of afval in de geologische omgeving. Dergelijke studies vallen onder dit specifieke programma.

Amendement 9

Voorstel voor een besluit

Bijlage – afdeling 3 – punt 3.1 – punt 3.1.3

3.1.3.     Fundamenteel actinidenonderzoek

Om deskundigheid en een leidende positie op het gebied van civiele nucleaire technologie te behouden, is het essentieel om interdisciplinair fundamenteel onderzoek te bevorderen naar nucleaire materialen als hulpbronnen waaruit nieuwe technologische innovaties kunnen voortkomen. Dit vereist op zijn beurt echter kennis van de reactie van de zogenaamde "5f- elektronenlaagelementen" (d.w.z. de actiniden) en verbindingen op (gewoonlijk extreme) thermodynamische parameters. Vanwege de kleine experimentele database en de intrinsieke complexiteit van modellering, is onze huidige kennis van deze mechanismen beperkt. Fundamenteel onderzoek van deze problemen is essentieel om het gedrag van deze elementen te begrijpen en om de vooraanstaande positie op het gebied van moderne natuurkunde op het gebied van gecondenseerde materie te behouden. Ontwikkelingen op het gebied van geavanceerde modellering en simulatie zullen worden versterkt om de invloed van de experimentele programma's te vergroten.

Het programma van het GCO betreffende fundamenteel actinidenonderzoek blijft een vooraanstaande positie behouden op het gebied van actinidenfysica en -chemie, waarbij het belangrijkste doel is om experimentele faciliteiten van wereldklasse te verschaffen aan wetenschappers van universiteiten en onderzoekscentra. Hierdoor zullen deze de eigenschappen van actinidenmaterialen kunnen onderzoeken om hun opleiding af te ronden en om een bijdrage te leveren aan de vooruitgang in nucleaire wetenschappen.

Schrappen

Amendement 10

Voorstel voor een besluit

Bijlage – afdeling 3 – punt 3.1 – punt 3.1.6 – alinea 1

In titel II, artikel 3 van het Verdrag is bepaald dat basisveiligheidsnormen moeten worden vastgesteld voor de bescherming van de gezondheid van werknemers en de bevolking tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren. De artikelen 31 tot en met 38 van het Verdrag bevatten voorschriften betreffende de rol van de lidstaten en de Commissie met betrekking tot de bescherming van de gezondheid bij de mens, de controle van radioactiviteitsniveaus in het milieu , emissie naar het milieu en het beheer van nucleair afval . Overeenkomstig artikel 39 van het Verdrag biedt het GCO hulp aan de Commissie bij de uitvoering van deze taak.

In titel II, artikel 3 van het Verdrag is bepaald dat basisveiligheidsnormen moeten worden vastgesteld voor de bescherming van de gezondheid van werknemers en de bevolking tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren. De artikelen 31 tot en met 38 van het Verdrag bevatten voorschriften betreffende de rol van de lidstaten en de Commissie met betrekking tot de bescherming van de gezondheid bij de mens, de controle van radioactiviteitsniveaus in het milieu en emissie naar het milieu. Het GCO gaat samen met zijn internationale partners door met het ontwikkelen van netwerken voor het meten van radioactiviteit in het milieu, en maakt alle bevindingen onmiddellijk openbaar. Overeenkomstig artikel 39 van het Verdrag biedt het GCO hulp aan de Commissie bij de uitvoering van deze taak.

Amendement 11

Voorstel voor een besluit

Bijlage – afdeling 3 – punt 3.1 – punt 3.1.6 – alinea 2

Voor de nieuwe grenswaarden voor radionucliden in drinkwater en voedselingrediënten zal het GCO analysetechnieken ontwikkelen en bijbehorende referentiematerialen aanmaken. In samenwerking met de controlelaboratoria van de lidstaten zullen vergelijkingen tussen laboratoria worden gemaakt om de vergelijkbaarheid van de meegedeelde controlegegevens te beoordelen overeenkomstig de artikelen 35 en 36 van het Verdrag, en om de harmonisatie van de meetsystemen voor radioactiviteit met behulp van referentietestmaterialen te ondersteunen.

Voor de nieuwe grenswaarden voor radionucliden in drinkwater en voedselingrediënten zal het GCO analysetechnieken ontwikkelen en bijbehorende referentiematerialen aanmaken. In samenwerking met de controlelaboratoria van de lidstaten zullen vergelijkingen tussen laboratoria worden gemaakt om de vergelijkbaarheid van de meegedeelde controlegegevens te beoordelen overeenkomstig de artikelen 35 en 36 van het Verdrag, en om de harmonisatie van de meetsystemen voor radioactiviteit met behulp van referentietestmaterialen te ondersteunen. Bij deze activiteiten zal rekening worden gehouden met de overeenkomstig artikel 31 van het Euratom-Verdrag vast te stellen richtlijn van de Raad tot vaststelling van vereisten voor de bescherming van de gezondheid van het publiek betreffende radioactieve stoffen in water bestemd voor menselijke consumptie.

Amendement 12

Voorstel voor een besluit

Bijlage – afdeling 3 – punt 3.2. – punt 3.2.1

De nucleaire veiligheid en de betrouwbaarheid van in bedrijf zijnde installaties wordt voortdurend geoptimaliseerd, om te kunnen voldoen aan de nieuwe uitdagingen die ontstaan door de liberalisering van de markt, uitgebreide exploitatie van kerncentrales en de zogenaamde "wedergeboorte" van de nucleaire sector. Om het veiligheidsniveau van kernreactoren van zowel het westerse als het Russische type te handhaven en te verhogen, moeten geavanceerde en verfijnde methoden voor veiligheidsbeoordeling en bijbehorende analyse-instrumenten worden ontwikkeld en gevalideerd. Bij het GCO wordt gericht experimenteel onderzoek uitgevoerd om het begrip van de onderliggende fysische verschijnselen en processen te verbeteren teneinde de validering en verificatie van deterministische en probabilistische veiligheidsbeoordelingen mogelijk te maken op basis van geavanceerde modellering van installatieprocessen (reactiviteit en thermo-hydraulisch), van componenten onder werkbelasting/veroudering, en van menselijke en organisatorische factoren. Het GCO zal tevens een centrale rol blijven spelen bij de oprichting en exploitatie van het "European Clearinghouse for Operational Experience Feedback" ten behoeve van alle lidstaten. Het zal actuele verslagen uitbrengen betreffende specifieke installatieproblemen en het efficiënt delen en implementeren van feedback met betrekking tot ervaringen met de exploitatie faciliteren teneinde de veiligheid van kerncentrales te vergroten ten behoeve van alle Europese reguleerders.

De nucleaire veiligheid en de betrouwbaarheid van in bedrijf zijnde installaties wordt voortdurend geoptimaliseerd, om te kunnen voldoen aan de nieuwe uitdagingen die ontstaan door de liberalisering van de markt, uitgebreide exploitatie van kerncentrales en de zogenaamde "wedergeboorte" van de nucleaire sector. Om het veiligheidsniveau van kernreactoren van zowel het westerse als het Russische type te handhaven en te verhogen, moeten geavanceerde en verfijnde methoden voor veiligheidsbeoordeling en bijbehorende analyse-instrumenten worden ontwikkeld en gevalideerd. Bij het GCO wordt gericht experimenteel onderzoek uitgevoerd om het begrip van de onderliggende fysische verschijnselen en processen te verbeteren teneinde de validering en verificatie van deterministische en probabilistische veiligheidsbeoordelingen mogelijk te maken op basis van geavanceerde modellering van installatieprocessen (reactiviteit en thermo-hydraulisch), van componenten onder werkbelasting/veroudering, en van menselijke en organisatorische factoren. Het GCO zal tevens een centrale rol blijven spelen bij de oprichting en exploitatie van het "European Clearinghouse for Operational Experience Feedback" ten behoeve van alle lidstaten. Het zal actuele verslagen uitbrengen betreffende specifieke installatieproblemen en het efficiënt delen en implementeren van feedback met betrekking tot ervaringen met de exploitatie faciliteren teneinde de veiligheid van kerncentrales te vergroten ten behoeve van alle Europese reguleerders. Gezien het toenemende belang van de ontmanteling van kerncentrales en de daarbij behorende uitbreidende markt voor en technische aspecten van ontmanteling zal het GCO ook zijn wetenschappelijke deskundigheid op dit gebied vergroten. Het GCO neemt in zijn programma sleutelaspecten van onderzoek en opleiding van deskundigen op het gebied van het ontmantelen van kerncentrales (methoden, on-the-job-opleiding en wetenschappelijke achtergrond) op.


(1)   Aangenomen teksten, P7_TA(2010)0401


Top
  翻译: