This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012AE2302
Opinion of the European Economic and Social Committee on the ‘Communication from the Commission to the European Parliament, the Council, the European Economic and Social Committee and the Committee of the Regions: promoting the shared use of radio spectrum resources in the internal market’ COM(2012) 478 final
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's — Het bevorderen van het gedeeld gebruik van radiospectrumruimte op de interne markt (COM(2012) 478 final)
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's — Het bevorderen van het gedeeld gebruik van radiospectrumruimte op de interne markt (COM(2012) 478 final)
PB C 133 van 9.5.2013, p. 22–26
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
9.5.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 133/22 |
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's — Het bevorderen van het gedeeld gebruik van radiospectrumruimte op de interne markt
(COM(2012) 478 final)
2013/C 133/04
Rapporteur: Bernardo HERNÁNDEZ BATALLER
De Europese Commissie heeft op 3 september 2012 besloten het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig artikel 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te raadplegen over de
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Het bevorderen van het gedeeld gebruik van radiospectrumruimte op de interne markt
COM(2012) 478 final.
De afdeling Vervoer, Energie, Infrastructuur en Informatiemaatschappij, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 23 januari 2013 goedgekeurd.
Het Comité heeft tijdens zijn op 13 en 14 februari 2013 gehouden 487e zitting (vergadering van 13 februari) onderstaand advies uitgebracht, dat met 89 stemmen vóór, bij 3 onthoudingen, is goedgekeurd.
1. Conclusies en aanbevelingen
1.1 |
Het EESC steunt het plan van de Commissie om gedeeld gebruik van het radiospectrum op de interne markt te bevorderen. Draadloze verbindingen worden in de economie immers steeds belangrijker. |
1.2 |
Het EESC hoopt dat dit plan uiteindelijk vooral de Europese burgers ten goede zal komen en dat ze van alle vooruitgang gaan profiteren. Het toegewezen spectrum dient zo veel mogelijk te worden benut, waarbij de veiligheid en de vertrouwelijke behandeling van persoonsgegevens volledig moeten worden gegarandeerd. |
1.3 |
Regelgeving ter zake moet altijd een hoge mate van consumentenbescherming en van economische, sociale en territoriale samenhang kennen om te voorkomen dat de digitale kloof breder wordt en er een informatiemaatschappij met twee snelheden ontstaat. |
1.4 |
Gedeeld spectrumgebruik dient te leiden tot een hoog werkgelegenheidsniveau en tot een competitievere Europese economie waarin de vrije mededinging niet wordt vervalst. De gelegenheid moet worden aangegrepen om meer werk te maken van onderzoek en technologische innovatie. Voordat de Commissie de aanzet geeft tot liberalisering van het radiospectrumgebruik zou zij ervoor moeten zorgen dat de grotere onderlinge concurrentie van exploitanten leidt tot een nettotoename van de werkgelegenheid. Conform de Europa 2020-strategie zou er wat dit betreft bijzondere aandacht moeten uitgaan naar de landen die gebukt gaan onder de economische en budgettaire crisis. |
1.5 |
Het EESC ziet uit naar de geplande aanbeveling van de Commissie over een gemeenschappelijk model voor rechten inzake gedeelde toegang tot spectrum, en over een gemeenschappelijke terminologie voor het in kaart brengen van de voorwaarden en regels voor gedeeld gebruik. |
2. Inleiding
2.1 |
Het spectrum is een essentiële publieke hulpbron voor vitale sectoren en diensten, zoals mobiele, draadloze breedband- en satellietcommunicatie, televisie- en radio-uitzendingen, vervoer, radioplaatsbepaling en toepassingen zoals alarminstallaties, afstandsbedieningen, gehoorapparaten, microfoons en medische apparatuur. |
2.2 |
Het draagt bij tot de goede werking van publieke diensten zoals veiligheids- en beveiligingsdiensten, met inbegrip van civiele bescherming, en tot wetenschappelijke activiteiten zoals meteorologie, aardobservatie, radioastronomie en ruimteonderzoek. |
2.3 |
Gemakkelijke toegang tot spectrumruimte speelt eveneens een rol in de elektronische communicatie, met name voor gebruikers en ondernemingen die gevestigd zijn in dunner bevolkte of afgelegen gebieden, zoals het platteland of eilanden. |
2.4 |
Alle regelgevende maatregelen op het gebied van het spectrum kunnen economische, culturele, wetenschappelijke, sociale en milieueffecten hebben, alsook gevolgen voor de veiligheid, de gezondheid en het algemeen belang. |
2.5 |
Met de radiospectrumbeschikking van 2002 werd een basiskader voor regelgeving inzake het radiospectrumbeleid vastgesteld dat in 2012 is aangevuld met het Besluit inzake het meerjarenprogramma voor dit beleid in de EU, waarover het EESC al advies heeft uitgebracht. |
2.6 |
Met het EU-regelgevingskader wordt beoogd de toegang tot spectrum te vergemakkelijken op basis van het minst bezwarende machtigingssysteem. Dit kader stimuleert het gebruik van algemene machtigingen, behalve wanneer er duidelijk behoefte aan individuele vergunningen bestaat. Het kader is gebaseerd op de beginselen van efficiënt spectrumgebruik, doelmatig spectrumbeheer en neutraliteit m.b.t. technologie en diensten. De Commissie heeft voldoende rechtsgrond om zich met het beheer van het spectrum bezig te houden. Daarbij kan gedacht worden aan het rechtskader voor elektrische communicatie, de regels voor de interne markt en het vervoer, en de regels tegen concurrentievervalsing. |
2.7 |
Aangezien spectrumbeheer een absolute voorwaarde voor de digitale eengemaakte markt is, draagt dit initiatief rechtstreeks bij tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie. De Commissie streeft naar een breed draagvlak voor de maatregelen die zij in overeenstemming met het programma voor radiospectrumbeleid voorstelt om de ontwikkeling van draadloze innovaties in de EU te stimuleren, zodat zo veel mogelijk gebruik kan worden gemaakt van het thans toegewezen spectrum. |
3. De mededeling van de Commissie
3.1 |
In de mededeling worden de factoren en drijvende krachten die gedeeld spectrumgebruik mogelijk maken, zoals draadloze breedband, de draadloos aangesloten samenleving, en onderzoek en innovatieve technologieën, onderzocht, waarbij het volgende wordt opgemerkt:
|
3.2 |
Daarna wordt in de mededeling bekeken welke uitdagingen er bestaan op weg naar een ruimer gedeeld spectrumgebruik. Hierbij wordt aandacht besteed aan manieren om het risico van schadelijke interferentie in goede banen te leiden teneinde onzekerheid weg te nemen, aan het creëren van voldoende stimulansen en waarborgen voor alle belanghebbenden, en aan de capaciteit van vergunningsvrije banden. |
3.2.1 |
Voor meer gedeeld gebruik van het spectrum moet(en):
|
3.3 |
De Commissie stelt voor twee aanvullende instrumenten te ontwikkelen om een ruimer en doeltreffender gebruik van de bestaande spectrumruimte te stimuleren.
|
3.4 |
Voor zover door de technologische vooruitgang meer mogelijkheden voor optimale spectrumdeling op de interne markt ontstaan, acht de Commissie het noodzakelijk investeringen te bevorderen en spectrumgebruikers aan te moedigen om beter gebruik te maken van hun spectrumbezit door in nauwe samenwerking met de lidstaten op EU-niveau een methode op te zetten en de basiscriteria vast te stellen voor het aangeven van de mogelijkheden voor optimale spectrumdeling (bv. in een aanbeveling). |
3.5 |
Volgens de Commissie kunnen contracten inzake spectrumdeling de gebruikers meer rechtszekerheid bieden en scheppen ze tegelijkertijd marktgebaseerde stimulansen, waaronder financiële compensatie, om meer mogelijkheden voor optimale spectrumdeling op de interne markt aan te geven, op voorwaarde dat de NRI's de extra gebruikers van een frequentieband rechten inzake gedeelde spectrumtoegang verlenen. |
3.6 |
Voor de volgende fases stelt de Commissie onderstaande maatregelen voor:
|
4. Algemene opmerkingen
4.1 |
Het EESC is ingenomen met de Commissiemededeling, omdat hiermee een broodnodige discussie op gang wordt gebracht over de toekomstige afstemming van het EU-regelgevingskader op de doelstellingen van het meerjarig programma voor het radiospectrumbeleid (Radio Spectrum Policy Programme – RSPP). |
4.1.1 |
In dit verband wordt in de mededeling nagegaan wat er gedaan kan worden aan het gebrek aan beschikbaar spectrum en de hoge prijs voor herverdeling van spectrum voor nieuwe toepassingen, want hierdoor wordt het gebruik van draadloze verbindingen ernstig beperkt. De Commissie pleit dan ook voor substantiële veranderingen in het beheer van het spectrum. |
4.2 |
Om de huidige regelgevingsobstakels voor de invoering van innovatieve radiotoegangstechnologieën uit de weg te ruimen en gedeeld spectrumgebruik te faciliteren, kiest de Commissie voor een totaalaanpak waarbij de nationale regelgevende instanties (NRI's) en de regelingen tussen gevestigde gebruikers en nieuwe gebruikers van het spectrum er actief toe moeten bijdragen dat het spectrum collectief en gedeeld wordt gebruikt. |
4.3 |
Bedoeling is dat er wordt opgetreden op basis van het geldende EU-regelgevingskader voor elektronische communicatie, via de ontwikkeling en toepassing van de beginselen van efficiënt spectrumgebruik, doelmatig spectrumbeheer en neutraliteit m.b.t. technologie en diensten. Het EESC kan zich hier volledig in vinden. De Commissie wil haar bevoegdheden ter zake optimaal benutten, teneinde het radiospectrumgebruik zo veel mogelijk te verbeteren en te veralgemeniseren. Het gaat erom gebruik te maken van de vrije mededinging en van de convergentie van de criteria die NRI's hanteren om toestemming voor spectrumgebruik te verlenen, waarbij speciale nadruk moet worden gelegd op toegang via gedeelde vergunningen. |
4.4 |
Het EESC wil echter wel een aantal inhoudelijke aspecten van de Commissiemededeling benadrukken, om zo goed mogelijk het pad te effenen voor de volgende stappen in het regelgevingsproces betreffende het radiospectrumbeleid. Deze zouden moeten stoelen op solide beginselen, waarbij vooral gedacht dient te worden aan democratie, transparantie, en eerbiediging van de grondrechten, de consumentenrechten en de rechten van de gebruikers van elektronische communicatie. Met name is het zaak om consumenten- en gebruikersrechten goed tegen fraude te beschermen door criteria vast te stellen die een juiste prijsbepaling en algemene toegang tot het spectrum faciliteren, door efficiënte klachten- en schadevergoedingsregelingen te treffen en door ervoor te zorgen dat onafhankelijke toezichthouders de mogelijkheid hebben om transnationale geschillen over spectrumgebruik te beslechten, zodat schadelijke interferentie wordt voorkomen. De Commissie zou regelmatig moeten rapporteren over de maatregelen die zijn genomen en over de doelen die in verband met de genoemde rechten en plichten zijn bereikt. |
4.5 |
Wat de toekomstige implementatie van het regelgevingskader in kwestie betreft, verzoekt het EESC de Commissie om een zo volledig mogelijke lijst van „regelgevingsobstakels” voor innovatieve technologieën voor toegang tot het radiospectrum op te stellen. |
4.6 |
Het mag namelijk niet zo zijn dat onder het mom van het beschermen van gebruikers, maar in werkelijkheid om redenen die verband houden met nationaliteit of om vergelijkbare redenen van protectionistische aard, de maximale openstelling van het spectrum – waardoor er ruimte zou komen voor andere gebruikers en innovatieve technologieën – wordt tegengewerkt. De mededeling zou er ook toe moeten leiden dat de nieuwe technologieën toegankelijker worden voor gehandicapten. |
4.7 |
Genoemde openstelling zou bovendien resulteren in hogere ontvangsten uit het gebruik van het spectrum, wat natuurlijk alleen maar voordelig zou zijn. Wel zij erop gewezen dat het spectrum geen oneindige fysieke ruimte is en dat het gebruikersverkeer met de voorgestelde maatregelen zal toenemen. Daarom moet zorgvuldig worden omgegaan met kwesties als de vergoeding voor de huidige gebruikslicentiehouders, de vraag hoe kan worden voorkomen dat het spectrum door overbenutting geblokkeerd raakt of inkrimpt, de vraag hoe ervoor kan worden gezorgd dat er innovatievere technologie wordt ingevoerd, enz. Dit advies wijkt inhoudelijk weliswaar af van sommige eerdere adviezen over de toepassing van EU-maatregelen in verband met technologische veranderingen, zoals bv. het „digitaal dividend”, maar toch zou de reële impact van deze maatregelen in aanmerking moeten worden genomen om de door de ontwikkeling van het EU-radiospectrumbeleid gewekte verwachtingen in het juiste perspectief te zien. |
4.8 |
Daarnaast zou het EESC graag zien dat de afgifte van individuele vergunningen door NRI's zo veel mogelijk wordt beperkt. Het pleit voor een veel meer open toegang, voor zover zulks mogelijk is in het licht van de feitelijke beschikbaarheid en de verworven rechten van spectrumgebruikers. Daarom verzoekt het EESC de NRI's om individuele vergunningen slechts in een beperkt aantal goed gemotiveerde gevallen te verlenen, teneinde een veel opener toegang te bevorderen. |
4.9 |
Een andere belangrijke doelstelling die uit de mededeling kan worden afgeleid, is dat de technologische kloof tussen fabrikanten van apparatuur voor elektronische communicatie uit Europa en die uit derde landen moet worden verkleind. Het huidige versnipperde regelgevingskader is een van de oorzaken van deze kloof. De Commissie zou aan de mededeling een effectbeoordeling moeten toevoegen waarin zij nagaat welke gunstige uitwerking de openstelling van het spectrum zou kunnen hebben op de digitale kloof tussen de lidstaten. Het EESC onderschrijft dat het regelgevingskader dringend moet worden aangepast. Het vertrouwt hiertoe op het regelgevingsvermogen van de Commissie via de comitéprocedures. |
4.9.1 |
Daarnaast benadrukt het EESC dat de EU de grondrechten hoog in het vaandel heeft staan en dringt het erop aan dat de Commissie bij het opstellen van de benodigde aanpassingsregels uiterste behoedzaamheid betracht ter bescherming van grondrechten inzake privacy, beroepsgeheim en verwerking van gegevens die door verleners van elektronischecommunicatiediensten kunnen worden opgeslagen. |
4.9.2 |
Ook zou het goed zijn om te voorzien in efficiënt toezicht op vergunningsvrije toegang van nieuwe gebruikers tot banden die in trek zijn vanwege de meerwaarde die ze op grond van hun technologische innovaties hebben. Dit is vooral nodig als ze interfereren met vreedzaam spectrumgebruik door derden van wie het recht op bescherming niet door een NRI wordt gewaarborgd. Het EESC maakt zich zorgen over de gevolgen die deze liberalisering kan hebben voor de toegang tot diensten van algemeen belang (politie, ambulances, reddingsdiensten, enz.). |
4.9.3 |
Daarnaast zou zorgvuldig moeten worden gekeken naar de situatie van gebruikers die een dienst van algemeen belang verlenen en toegang tot het spectrum proberen te krijgen. Via een supranationale bepaling of eventueel via de goedkeuring van specifieke regelgeving zouden ze kunnen worden vrijgesteld van het betalen van een financiële vergoeding of zou hun hiervoor slechts een symbolisch bedrag kunnen worden aangerekend. |
4.9.3.1 |
Al het bovenstaande laat onverlet dat de doelstellingen van algemeen belang overeenkomstig het EU-recht moeten worden bevorderd, in het bijzonder met betrekking tot inhoudsregels en audiovisueel beleid en het recht van de lidstaten om hun radiospectrum in het belang van de openbare orde en veiligheid te organiseren en te gebruiken. |
4.10 |
Ter wille van de onafhankelijkheid en rechtszekerheid wil het EESC tevens voorstellen dat de NRI's en eventueel het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC) bevoegd worden voor het toezicht op en de kennisgeving van het bestaan en de conformiteit van regelingen voor gedeeld gebruik tussen gebruikers. Dit is van toepassing als er behoefte is aan strategische planning, coördinatie en harmonisatie, in het bijzonder van procedures voor het verlenen van algemene machtigingen of individuele rechten voor het gebruik van radiofrequenties om indien nodig belemmeringen voor de interne markt uit de weg te ruimen. |
4.11 |
De Commissie zou samen met vertegenwoordigers van consumentenbonden en van ondernemingen een gedragscode moeten opstellen voor de verstrekking van informatie op EU-niveau over aanvragen inzake optimale spectrumdeling en over de resultaten daarvan. Hiermee zouden transparante procedures bredere ingang kunnen vinden en zouden de bestaande middelen bij de „inventarisatie van het spectrumgebruik” optimaal kunnen worden benut. |
4.12 |
Tot slot verzoekt het EESC de Commissie om op basis van de werkzaamheden van de Beleidsgroep Radiospectrum (BGR) een uitvoeringshandeling zoals bepaald in artikel 291 VWEU op te stellen die de doelstellingen ter zake kan helpen verwezenlijken, waarbij het o.a. gaat om de vaststelling van een gemeenschappelijk concept voor vergunningen inzake gedeelde toegang, en om de vraag in welke bewoordingen de aanbevelingen ter bevordering van het gebruik van gemeenschappelijke criteria voor het verlenen van deze vergunningen in de EU moeten worden gegoten om de toepassing ervan in alle lidstaten te stimuleren. |
4.12.1 |
Hierin zou moeten worden ingegaan op belangrijke elementen zoals de bescherming van de vrije mededinging en van de veiligheid en de rechten van de gebruikers van elektronische communicatie. Speciale nadruk zou moeten liggen op het terugdringen van de kosten van de dienstverlening door de verstrekkers. |
4.13 |
Voor de technologische innovatie waartoe de grotere aanwezigheid van exploitanten in het radiospectrum mogelijk zal leiden, kan ongetwijfeld een bedrag uit de fondsen van de EU worden vrijgemaakt. Op die manier krijgt de technologische ontwikkeling in de minder ontwikkelde lidstaten van de EU een impuls. |
Brussel, 13 februari 2013
De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité
Staffan NILSSON