This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012XX0531(02)
Final Report of the Hearing Officer — COMP/M.6214 — Seagate/HDD Business of Samsung
Eindverslag van de raadadviseur-auditeur — COMP/M.6214 — Seagate/Hardeschijfdivisie van Samsung
Eindverslag van de raadadviseur-auditeur — COMP/M.6214 — Seagate/Hardeschijfdivisie van Samsung
PB C 154 van 31.5.2012, p. 7–7
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
31.5.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 154/7 |
Eindverslag van de raadadviseur-auditeur (1)
COMP/M.6214 — Seagate/Hardeschijfdivisie van Samsung
2012/C 154/05
Op 19 april 2011 heeft de Commissie een aanmelding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 (2) (hierna „de concentratieverordening” genoemd). Met deze transactie verwerft Seagate Technology Public Limited Company in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening de zeggenschap over de divisie harde schijven van Samsung Electronics Co, Ltd door de verwerving van activa.
Na onderzoek van de aanmelding kwam de Commissie tot de conclusie dat de transactie onder de toepassing van de concentratieverordening viel en dat deze ernstige twijfel deed rijzen ten aanzien van de verenigbaarheid ervan met de interne markt en de werking van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte. Op 30 mei 2011 heeft de Commissie dan ook de procedure van artikel 6, lid 1, onder c), van de concentratieverordening ingeleid.
De uitkomsten van het diepgaande marktonderzoek brachten geen bevestiging van de ernstige twijfel die was geuit in de voorgaande fase van de procedure. De Commissie is dan ook van oordeel dat de voorgenomen transactie de daadwerkelijke mededinging op de relevante markten niet significant belemmert. De aangemelde concentratie is bijgevolg goedgekeurd zonder dat een mededeling van punten van bezwaar overeenkomstig artikel 8, lid 1, van de concentratieverordening hoefde uit te gaan.
Van de partijen bij de transactie heb ik geen verzoek van procedurele aard ontvangen. Wel diende één derde partij bij mij een verzoek in om toegang te krijgen tot het dossier, nadat haar initiële verzoek was afgewezen door het caseteam bij DG Concurrentie. Ik heb dit verzoek afgewezen omdat in concentratieprocedures derden geen recht op toegang tot het dossier hebben (3). Derden die een verzoek indienen om te worden gehoord, hebben, wanneer zij een voldoende belang kunnen aantonen, alleen het recht door de Commissie van de aard en het voorwerp van de procedure in kennis te worden gesteld (4). Hoe dan ook heeft in deze zaak de derde partij die om toegang tot het dossier had verzocht, geen verzoek ingediend om te worden gehoord.
In het licht van het bovenstaande ben ik van oordeel dat het recht van alle betrokkenen in deze zaak om te worden gehoord, in acht is genomen.
Brussel, 5 oktober 2011.
Wouter WILS
(1) Opgesteld overeenkomstig de artikelen 15 en 16 van Besluit 2001/462/EG, EGKS van de Commissie van 23 mei 2001 betreffende het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures (PB L 162 van 19.6.2001, blz. 21).
(2) Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1). Vanaf 1 december 2009 is met het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie („VWEU”) een aantal wijzigingen doorgevoerd, zoals de vervanging van „Gemeenschap” door „Unie” en van „gemeenschappelijke markt” door „interne markt”. In dit verslag wordt de terminologie van het VWEU aangehouden.
(3) Alleen de aanmeldende partij(en) en de „andere betrokkenen” (in de zin van artikel 11, onder b), van Verordening (EG) nr. 802/2004) hebben dat recht op grond van artikel 17 van Verordening (EG) nr. 802/2004 van de Commissie tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 133 van 30.4.2004, blz. 1).
(4) Artikel 16, lid 1, van Verordening (EG) nr. 802/2004.