This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52017XR1521
Resolution of the European Committee of the Regions on the Draft Annual EU Budget for 2018
Ontwerpresolutie van het Europees Comité van de Regio’s over de ontwerpbegroting van de EU voor 2018
Ontwerpresolutie van het Europees Comité van de Regio’s over de ontwerpbegroting van de EU voor 2018
PB C 306 van 15.9.2017, p. 5–7
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
15.9.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 306/5 |
Ontwerpresolutie van het Europees Comité van de Regio’s over de ontwerpbegroting van de EU voor 2018
(2017/C 306/02)
HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO'S (CvdR)
— |
gezien zijn advies over de tussentijdse herziening van het meerjarig financieel kader (MFK); |
— |
gezien de resolutie van het Europees Parlement van 15 maart 2017 over de algemene richtsnoeren voor de voorbereiding van de begroting 2018, afdeling III — Commissie (2016/2323(BUD)); |
1. |
is ingenomen met het feit dat de aanbeveling van het CvdR voor meer investeringen in onderzoek, innovatie en infrastructuur, voldoende vastleggings- en betalingskredieten voor het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief en meer geld voor het aanleggen van ontbrekende grensoverschrijdende vervoersverbindingen (1) is overgenomen in de uiteindelijke EU-begroting voor 2017, maar wijst erop dat er nog steeds veel terreinen zijn waarop de verzoeken van het CvdR niet zijn gehonoreerd, hetgeen hoofdzakelijk is toe te schrijven aan de beperkte omvang van de EU-begroting en verdere inspanningen vergt; |
2. |
beklemtoont dat de EU-begroting voor 2018 de Europese Unie van de nodige middelen moet voorzien om dringende gemeenschappelijke Europese uitdagingen aan te pakken, met name op het gebied van migratie, veiligheid, klimaatverandering en economisch en sociaal herstel, en daardoor concrete Europese meerwaarde voor Europese burgers moet opleveren; |
3. |
herhaalt dat de EU-begroting nog steeds een bepaalde mate van flexibiliteit mist om op meerdere onverwachte gebeurtenissen tegelijk te reageren, een euvel dat hopelijk tijdens de voorgestelde tussentijdse evaluatie van het MFK wordt verholpen; |
4. |
betreurt dat de Raad er zo lang over heeft gedaan om een standpunt in te nemen ten aanzien van het voorstel van de Commissie voor de tussentijdse herziening en dat de begrotingsautoriteit hierdoor niet alle door de Commissie in de begrotingsprocedure voor 2017 voorgestelde maatregelen heeft kunnen uitvoeren; juicht het echter toe dat het Europees Parlement en de Raad op 5 april 2017 eindelijk overeengekomen zijn om 6 009 miljoen EUR extra uit te trekken (15 % herschikkingen, 85 % niet-toegewezen middelen), waaronder 3,9 miljard EUR voor migratiekwesties binnen de EU (2,55 miljard) en voor het extern aanpakken van de onderliggende oorzaken van migratie (1,39 miljard), en 2,1 miljard voor banen en groei, waaronder 1,2 miljard voor het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief. |
5. |
juicht het toe dat er meer middelen worden vrijgemaakt om de migratie- en vluchtelingencrisis in 2017 aan te pakken; zou graag zien dat er nog meer middelen worden uitgetrokken voor een systematische en duurzame aanpak van migratiebeheer en grenscontroles, zoals het Fonds voor asiel, migratie en integratie (AMIF), het Fonds voor interne veiligheid (ISF), het Europees Sociaal Fonds (ESF) en het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO); wijst er nogmaals op dat lokale en regionale overheden gemakkelijker rechtstreeks een beroep moeten kunnen doen op de middelen die beschikbaar zijn voor migratiebeheer en integratie; stelt ook voor om passende middelen ter beschikking te stellen voor vrijwillige terugkeer en om de landen van oorsprong te helpen met de re-integratie van teruggekeerde landgenoten; is van mening dat richtsnoeren voor eventuele synergieën tussen bestaande fondsen voor dit doel ook belangrijk zijn; |
6. |
stelt bezorgd vast dat de EU-begroting voor 2017 een ongeziene sterke daling van de betalingskredieten voor cohesiebeleidsprogramma's te zien geeft en dat alleen de gewijzigde begroting voor 2016 nr. 4 een nog sterkere daling heeft voorkomen; onderstreept dat het voor alle betrokken partijen van essentieel belang is om vaart te zetten achter de uitvoering en dat er voor 2018 absoluut voldoende betalingskredieten moeten worden voorzien om te voorkomen dat er opnieuw betalingsachterstand ontstaat; is, met het oog hierop, verheugd over een door de Commissie in het kader van het voorstel voor een tussentijdse herziening van het MFK opgestelde betalingsprognose tot 2020; zal trachten na te gaan hoe het absorptiepercentage van cohesiebeleidsprogramma's tot dusver het best is verbeterd en zal de begrotingsautoriteit hiervan op de hoogte stellen; |
7. |
herhaalt dat de financiële steun van de EU voor plattelandsontwikkeling moet worden opgevoerd gezien het belang van plattelandsgebieden in Europa en pleit voor rechtstreeks toegankelijke financiële middelen voor Europese landbouwers die door rampen en verschillende crises getroffen zijn (2). Het Comité onderstreept met name het belang van krachtigere maatregelen op het gebied van voedselzekerheid en steun voor landbouwers die getroffen zijn door de ernstige crisis in de sectoren zuivel, vlees en groeten en fruit; |
8. |
zou graag zien dat er voldoende financiële middelen worden uitgetrokken voor de versterking van het beleid inzake territoriale samenwerking, om ervoor te zorgen dat dit beleid bijdraagt tot het bereiken van harmonieuze economische, sociale en regionale ontwikkeling in de hele Europese Unie; |
9. |
is ingenomen met het voorstel van de Commissie om de looptijd van het EFSI te verlengen tot 2020, maar dringt erop aan de synergieën met de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) verder te verduidelijken en uit te breiden; herhaalt dat EFSI 2.0 niet bedoeld is om de bestaande EU-fondsen te vervangen, maar zou graag zien dat het additionaliteitsbeginsel duidelijker wordt gedefinieerd en dat geografisch evenwicht wordt gestimuleerd; wijst er nogmaals op dat het er fel op tegen is dat de verlenging van het EFSI wordt gefinancierd uit de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen („Connecting Europe Facility” — CEF). |
10. |
Zoals wordt aangegeven in paragraaf 25 van het advies SEDEC-VI/008 over „Het antwoord van de EU op de demografische uitdaging”, vindt het Comité dat de EU moet proberen op alle beleidsterreinen aandacht te schenken aan demografische overwegingen en budgettaire voorzieningen moet treffen om beleidsmaatregelen en activiteiten op dit vlak mogelijk te maken, en dat er prioritaire mechanismen in het leven moeten worden geroepen voor regio’s die bijzonder te lijden te hebben onder de gevolgen van demografische veranderingen; |
11. |
pleit voor een passend niveau van vastleggingskredieten voor Horizon 2020 in 2018, maar constateert bezorgd dat veel belanghebbende partijen, waaronder kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's), worden ontmoedigd om voorstellen voor Horizon 2020-projecten in te dienen wegens beperkte middelen; |
12. |
wijst erop dat de Cosme-kredieten moeten worden verhoogd om ervoor te zorgen dat kmo’s over adequate financiering kunnen beschikken, om het scheppen van werkgelegenheid in de EU te stimuleren; |
13. |
is zeer te spreken over het voornemen van de Commissie om 500 miljoen EUR extra aan vastleggingskredieten te reserveren voor het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief; vestigt tevens de aandacht op het belang van de voortdurende ontwikkeling van de jongerengarantie omdat de resultaten die met het programma zijn bereikt nog steeds niet als volledig bevredigend kunnen worden beschouwd; |
14. |
herinnert eraan dat in 2018 een tussentijdse herziening van de „Connecting Europe Facility” (CEF) en van Horizon 2020 zal worden uitgevoerd en dat er voorstellen voor het volgende kaderprogramma (KP9) zullen worden uitgewerkt; aangezien dit hele proces gekoppeld is aan de onderhandelingen over het volgende MFK, zullen er tal van cruciale onderwerpen moeten worden besproken in de onderhandelingen over het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU; |
15. |
wijst op het enorme succes van het Erasmus-programma met het aanpakken van de problemen van jongeren die een passende opleiding of baan zoeken; pleit voor adequate financiering van het Europees solidariteitskorps; Jonge mensen helpen met het verwerven van extra vaardigheden via betaald en vrijwilligerswerk komt de publieke en particuliere sector ten goede. Het is dan ook van groot belang om samen te werken met de particuliere sector, zodat er zowel publieke als private middelen worden ingezet voor initiatieven als het Europees solidariteitskorps (ESK) (3); |
16. |
benadrukt dat de EU zich uitgebreid zou moeten toeleggen op het nakomen van haar milieuverplichtingen door concrete en geloofwaardige klimaatmaatregelen uit te voeren die worden geschraagd door een coherent regelgevingskader en waarvoor solide financiële middelen worden uitgetrokken; verzoekt de Commissie derhalve om op haar ontwerpbegroting voor 2018 voldoende kredieten te voorzien en een tussentijdse beoordeling op te stellen van de vooruitgang die is geboekt met het bereiken van het streefcijfer van 20 % klimaatuitgaven, als onderdeel van het MFK voor 2014-2020; |
17. |
stelt bezorgd vast dat als er geen forse extra inspanningen worden geleverd, de biodiversiteitsdoelstellingen van de EU voor 2020 niet zullen worden gehaald; benadrukt derhalve dat het belangrijk is om biodiversiteitsbescherming op te nemen in de EU-begroting, meer geld beschikbaar te stellen overeenkomstig artikel 9, lid 4, van de LIFE-verordening in het kader van het huidige LIFE-programma voor Natura 2000, en extra middelen uit te trekken voor nieuwe maatregelen in het kader van het toekomstige actieplan voor betere uitvoering van de natuurrichtlijnen tot 2020; beklemtoont in verband hiermee dat er in 2018 extra geld nodig zal zijn voor de lancering van het peer 2 peer-instrument van de Europese Commissie in het kader van de evaluatie van de tenuitvoerlegging van milieuwetgeving (EIR), bovenop de bestaande begrotingsmiddelen voor de praktische uitvoering van de Europese milieuwetgeving, overeenkomstig de agenda voor betere regelgeving; |
18. |
staat achter het voorstel van de Europese Commissie om, in het kader van de EFRO-investeringsprioriteiten, het financieringspercentage van maatregelen voor het voorspellen en voorkomen van natuurrampen en het herstellen van de ontstane schade op te trekken tot 90 %; |
19. |
kijkt uit naar de lancering in 2017 van het peer 2 peer-instrument van de Europese Commissie in het kader van de evaluatie van de tenuitvoerlegging van milieuwetgeving (EIR) en hoopt dat er in 2018 voldoende middelen ter beschikking worden gesteld voor dit instrument, zonder dat dit ten koste gaat van andere begrotingslijnen die de uitvoering van de Europese milieuwetgeving ondersteunen; |
20. |
pleit ervoor om de financiële middelen van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) voor samenwerking geleidelijk toe te spitsen op de financiering van projecten op decentraal niveau, zodat de Europese financiële middelen worden aangepast aan de behoeften van de lokale en regionale belanghebbenden; |
21. |
wijst op het belang van het gebruikmaken van synergieën tussen bestaande fondsen, zoals de faciliteit voor vluchtelingen in Turkije (3 miljard EUR), het EU-noodtrustfonds voor Afrika (1,8 miljard EUR), het regionaal trustfonds van de EU in respons op de Syrische crisis (1 miljard EUR), evenals andere financiële instrumenten die mogelijk tot 8 miljard EUR kunnen verstrekken in de periode 2016-2020 om de pacten uit te voeren, en zou graag zien dat ook mogelijke synergieën met de ESIF-fondsen worden onderzocht; |
22. |
verzoekt de Commissie na te gaan of de vroegere, door de toetredingslanden gebruikte Local Administration Facility (LAF) weer kan worden ingevoerd en ook voor de ENB-landen zou kunnen worden toegepast, met strengere terugbetalingsregels, die leiden tot de tenuitvoerlegging van concrete en duurzame projecten; |
23. |
is voorstander van de invoering van een Europese stabilisatiefaciliteit om, via programma's voor capaciteitsopbouw, de Libische lokale overheden bijv. te helpen met het vergroten van hun capaciteit om diensten te verlenen aan burgers en voor territoriale ontwikkeling en banen te zorgen. Met het oog hierop kan een trustfonds dat samen met Europese steden en regio's wordt beheerd een waardevol instrument zijn, vooral wanneer gebruik wordt gemaakt van innovatieve rechtsinstrumenten; |
24. |
is voorstander van financiering voor een ‘Europees programma voor lokale en regionale afgevaardigden’ om hen beter in staat te stellen ideeën en beste praktijken uit te wisselen met hun peers, teneinde duurzame lokale en regionale ontwikkeling te stimuleren; |
25. |
herinnert aan de eisen inzake gelijke kansen voor de begroting en verzoekt dit beginsel op te nemen in de begroting voor 2018; |
26. |
wijst op de behoefte aan een EU-begroting voor 2018 die duidelijk oog heeft voor genderkwesties, overeenkomstig de beginselen op het vlak van gelijkheid van mannen en vrouwen waarop het Europees sociaal model is gebaseerd; |
27. |
draagt zijn voorzitter op om deze resolutie aan de Europese Commissie, het Europees Parlement, de Raad, de Europese Rekenkamer en de voorzitter van de Europese Raad toe te sturen. |
Brussel, 12 mei 2017.
De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's
Markku MARKKULA
(1) De vastleggingskredieten voor post 06 02 01 01 „Wegwerken van knelpunten, verbeteren van de spoorweginteroperabiliteit, aanleggen van ontbrekende schakels en verbeteren van grensoverschrijdende trajecten” zijn ten opzichte van 2016 met nog eens 82,28 miljoen EUR verhoogd.
(2) Resolutie van het CvdR over de ontwerpbegroting van de EU voor 2017.
(3) CvdR-advies COR-2017-00851