This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62005CA0438
Case C-438/05: Judgment of the Court (Grand Chamber) of 11 December 2007 (reference for a preliminary ruling from the Court of Appeal (Civil Division) — United Kingdom) International Transport Workers' Federation, Finnish Seamen's Union v Viking Line ABP, OÜ Viking Line Eesti (Maritime transport — Right of establishment — Fundamental rights — Objectives of Community social policy — Collective action taken by a trade union organisation against a private undertaking — Collective agreement liable to deter an undertaking from registering a vessel under the flag of another Member State)
Zaak C-438/05: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 11 december 2007 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Court of Appeal (Civil Division) — Verenigd Koninkrijk) — International Transport Workers' Federation, Finnish Seamen's Union/Viking Line ABP, OÜ Viking Line Eesti ( Zeevervoer — Recht van vestiging — Grondrechten — Doelstellingen van communautaire sociale politiek — Collectieve actie van vakbond tegen particuliere onderneming — Collectieve arbeidsovereenkomst waardoor onderneming kan worden afgeschrikt om schip onder vlag van andere lidstaat te brengen )
Zaak C-438/05: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 11 december 2007 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Court of Appeal (Civil Division) — Verenigd Koninkrijk) — International Transport Workers' Federation, Finnish Seamen's Union/Viking Line ABP, OÜ Viking Line Eesti ( Zeevervoer — Recht van vestiging — Grondrechten — Doelstellingen van communautaire sociale politiek — Collectieve actie van vakbond tegen particuliere onderneming — Collectieve arbeidsovereenkomst waardoor onderneming kan worden afgeschrikt om schip onder vlag van andere lidstaat te brengen )
PB C 51 van 23.2.2008, p. 11–11
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
23.2.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 51/11 |
Arrest van het Hof (Grote kamer) van 11 december 2007 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Court of Appeal (Civil Division) — Verenigd Koninkrijk) — International Transport Workers' Federation, Finnish Seamen's Union/Viking Line ABP, OÜ Viking Line Eesti
(Zaak C-438/05) (1)
(„Zeevervoer - Recht van vestiging - Grondrechten - Doelstellingen van communautaire sociale politiek - Collectieve actie van vakbond tegen particuliere onderneming - Collectieve arbeidsovereenkomst waardoor onderneming kan worden afgeschrikt om schip onder vlag van andere lidstaat te brengen’)
(2008/C 51/17)
Procestaal: Engels
Verwijzende rechter
Court of Appeal (Civil Division)
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partijen: International Transport Workers' Federation, Finnish Seamen's Union
Verwerende partijen: Viking Line ABP, OÜ Viking Line Eesti
Voorwerp
Verzoek om een prejudiciële beslissing — Court of Appeal, Civil Division — Uitlegging van artikel 43 EG en van verordening (EEG) nr. 4055/86 van de Raad van 22 december 1986 houdende toepassing van het beginsel van het vrij verrichten van diensten op het zeevervoer tussen de lidstaten onderling en tussen de lidstaten en derde landen (PB L 378, blz. 1) — Collectieve actie van een vakbond tegen een particuliere onderneming met als doel dat die onderneming een collectieve arbeidsovereenkomst sluit waardoor het voor die onderneming onmogelijk wordt om haar schepen onder de vlag van een andere lidstaat te laten varen — Toepasselijkheid van artikel 43 EG en/of verordening nr. 4055/86 op grond van titel XI van het EG-Verdrag en het arrest Albany (C-67/96) — Mogelijkheid voor een onderneming om artikel 43 EG en/of verordening nr. 4055/86 in te roepen tegen een andere onderneming, waaronder een vakbond met betrekking tot zijn collectieve actie
Dictum
1) |
Artikel 43 EG moet aldus worden uitgelegd dat een collectieve actie die een vakvereniging of een verbond van vakverenigingen voert tegen een particuliere onderneming om haar ertoe te brengen een collectieve overeenkomst aan te gaan met een zodanige inhoud, dat zij kan worden afgeschrikt gebruik te maken van de vrijheid van vestiging, in beginsel niet buiten de werkingssfeer van dit artikel valt. |
2) |
Artikel 43 EG kent aan een particuliere onderneming rechten toe, die zij kan inroepen tegen een vakvereniging of verbond van vakverenigingen. |
3) |
Artikel 43 EG moet aldus worden uitgelegd dat collectieve acties als aan de orde in het hoofdgeding, die een in een bepaalde lidstaat gevestigde particuliere onderneming ertoe moeten brengen om een collectieve arbeidsovereenkomst te sluiten met een in deze staat gevestigde vakvereniging en de bepalingen van deze overeenkomst toe te passen op de werknemers van een in een andere lidstaat gevestigde dochtermaatschappij van die onderneming, beperkingen in de zin van dit artikel zijn. Deze beperkingen kunnen in beginsel worden gerechtvaardigd door een dwingende reden van algemeen belang, zoals de bescherming van werknemers, op voorwaarde dat wordt vastgesteld dat zij geschikt zijn om de verwezenlijking van het nagestreefde legitieme doel te verzekeren en niet verder gaan dan noodzakelijk is om dit doel te bereiken. |