This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62007CA0559
Case C-559/07: Judgment of the Court (Third Chamber) of 26 March 2009 — Commission of the European Communities v Hellenic Republic (Failure of a Member State to fulfil obligations — Social policy — Article 141 EC — Equal pay for male and female workers — National civil and military pension regime — Different treatment with regard to retirement age and minimum required service — Justification — Absence)
Zaak C-559/07: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 26 maart 2009 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Helleense Republiek (Niet nakoming — Sociale politiek — Artikel 141 EG — Gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke werknemers — Nationale regeling inzake burgerlijke en militaire pensioenen — Verschil in behandeling op gebied van pensioengerechtigde leeftijd en vereiste minimumdiensttijd — Rechtvaardiging — Geen)
Zaak C-559/07: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 26 maart 2009 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Helleense Republiek (Niet nakoming — Sociale politiek — Artikel 141 EG — Gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke werknemers — Nationale regeling inzake burgerlijke en militaire pensioenen — Verschil in behandeling op gebied van pensioengerechtigde leeftijd en vereiste minimumdiensttijd — Rechtvaardiging — Geen)
PB C 113 van 16.5.2009, p. 9–9
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
16.5.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 113/9 |
Arrest van het Hof (Derde kamer) van 26 maart 2009 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Helleense Republiek
(Zaak C-559/07) (1)
(Niet nakoming - Sociale politiek - Artikel 141 EG - Gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke werknemers - Nationale regeling inzake burgerlijke en militaire pensioenen - Verschil in behandeling op gebied van pensioengerechtigde leeftijd en vereiste minimumdiensttijd - Rechtvaardiging - Geen)
2009/C 113/16
Procestaal: Grieks
Partijen
Verzoekende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: M. Patakia en M. van Beek, gemachtigden)
Verwerende partij: Helleense Republiek (vertegenwoordigers: F. Spathopoulos, K. Boskovits, A. Samoni-Rantou, E.-M. Mamouna en S. Vodina, gemachtigden)
Voorwerp
Niet-nakoming — Schending van artikel 141 EG — Schending van het beginsel van gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke werknemers — Nationale regeling inzake burgerlijke en militaire rustpensioenen die voorziet in een verschillende pensioenleeftijd voor mannen en vrouwen
Dictum
1) |
Door het handhaven van de bepalingen die voorzien in verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke werknemers op het gebied van pensioengerechtigde leeftijd en vereiste minimumdiensttijd krachtens het Griekse wetboek van burgerlijke en militaire rustpensioenen, ingevoerd bij presidentieel decreet nr. 166/2000 van 3 juli 2000, in de op de onderhavige zaak toepasselijke versie, is de Helleense Republiek de krachtens 141 EG op haar rustende verplichtingen niet nagekomen. |
2) |
De Helleense Republiek wordt verwezen in de kosten. |