Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62008CA0204

Zaak C-204/08: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 9 juli 2009 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof — Duitsland) — Peter Rehder/Air Baltic Corporation (Verordening (EG) nr. 44/2001 — Artikel 5, punt 1, sub b, tweede streepje — Verordening (EG) nr. 261/2004 — Artikelen 5, lid 1, sub c, en 7, lid 1, sub a — Verdrag van Montreal — Artikel 33, lid 1 — Luchtvervoer — Compensatievorderingen van passagiers tegen luchtvaartmaatschappijen bij vluchtannulering — Plaats van uitvoering van dienst — Rechterlijke bevoegdheid bij luchtvervoer van lidstaat naar andere lidstaat door luchtvaartmaatschappij gevestigd in derde lidstaat)

PB C 205 van 29.8.2009, p. 8–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

29.8.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 205/8


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 9 juli 2009 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof — Duitsland) — Peter Rehder/Air Baltic Corporation

(Zaak C-204/08) (1)

(Verordening (EG) nr. 44/2001 - Artikel 5, punt 1, sub b, tweede streepje - Verordening (EG) nr. 261/2004 - Artikelen 5, lid 1, sub c, en 7, lid 1, sub a - Verdrag van Montreal - Artikel 33, lid 1 - Luchtvervoer - Compensatievorderingen van passagiers tegen luchtvaartmaatschappijen bij vluchtannulering - Plaats van uitvoering van dienst - Rechterlijke bevoegdheid bij luchtvervoer van lidstaat naar andere lidstaat door luchtvaartmaatschappij gevestigd in derde lidstaat)

2009/C 205/13

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesgerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Peter Rehder

Verwerende partij: Air Baltic Corporation

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Bundesgerichtshof — Uitlegging van artikel 5, punt 1, sub b, tweede streepje, van verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB 2001, L 12, blz. 1) — Compensatie door een luchtreiziger met woonplaats in een lidstaat krachtens artikel 7, lid 1, sub a, van verordening (EG) nr. 261/2004 van een in een andere lidstaat gevestigde luchtvaartmaatschappij gevorderd wegens annulering van een vlucht tussen eerstgenoemde lidstaat en een derde lidstaat — Bevoegdheid van de gerechten van de lidstaat waar de luchtreiziger zijn woonplaats heeft? — Bepaling van de „plaats in een lidstaat waar de diensten volgens de overeenkomst werden verstrekt of hadden moeten worden verstrekt”

Dictum

Artikel 5, punt 1, sub b, tweede streepje, van verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, moet aldus worden uitgelegd dat in het geval van luchtvervoer van personen van een lidstaat naar een andere lidstaat op grond van een overeenkomst die is gesloten met één enkele luchtvaartmaatschappij, welke de vlucht uitvoert, het gerecht dat bevoegd is om kennis te nemen van een vordering tot compensatie gebaseerd op die vervoerovereenkomst en verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/91, naar keuze van de eiser het gerecht is in het rechtsgebied waarvan zich de plaats van vertrek of de plaats van aankomst van het vliegtuig bevindt, zoals deze plaatsen in die overeenkomst zijn overeengekomen.


(1)  PB C 197 van 2.8.2008.


Top
  翻译: