This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62008CN0146
Case C-146/08 P: Appeal brought on 3 April 2008 by Efkon AG against the order of the Court of First Instance (Fifth Chamber) of 22 January 2008 in Case T-298/04, Efkon AG v European Parliament and Council of the European Union
Zaak C-146/08 P: Hogere voorziening ingesteld op 3 april 2008 door Efkon AG tegen de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg (Vijfde kamer) van 22 januari 2008 in zaak T-298/04, Efkon AG tegen Europees Parlement en Raad van de Europese Unie
Zaak C-146/08 P: Hogere voorziening ingesteld op 3 april 2008 door Efkon AG tegen de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg (Vijfde kamer) van 22 januari 2008 in zaak T-298/04, Efkon AG tegen Europees Parlement en Raad van de Europese Unie
PB C 171 van 5.7.2008, p. 14–15
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
5.7.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 171/14 |
Hogere voorziening ingesteld op 3 april 2008 door Efkon AG tegen de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg (Vijfde kamer) van 22 januari 2008 in zaak T-298/04, Efkon AG tegen Europees Parlement en Raad van de Europese Unie
(Zaak C-146/08 P)
(2008/C 171/25)
Procestaal: Duits
Partijen
Rekwirante: Efkon AG (vertegenwoordiger: M. Novak, advocaat)
Andere partijen in de procedure: Europees Parlement, Raad van de Europese Unie, Commissie van de Europese Gemeenschappen
Conclusies
Rekwirante verzoekt het Hof:
— |
de bestreden beschikking van het Gerecht van eerste aanleg van 22 januari 2008 (T-298/04) wegens strijdigheid met het recht te vernietigen en het Gerecht te gelasten, een regelmatige procedure te volgen en te beslissen op basis van de merites van de zaak; |
— |
de litigieuze bepaling van de richtlijn overeenkomstig de conclusies van rekwirante ongeldig en nietig te verklaren en verwerende partijen te verwijzen in de kosten; |
— |
voor het overige vast te stellen dat de beschikking van 22 januari 2008 tot afdoening van een op 21 juli 2004 ingesteld beroep in strijd is met artikel 6 EVRM wegens de buitensporig lange duur van de procedure en dat rekwirante op deze grond alleen rechterlijke bescherming toekomt. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar hogere voorziening tegen voornoemde beschikking van het Gerecht voert rekwirante een onjuiste uitlegging van artikel 230, vierde alinea, EG en de in de loop van de procedure gemaakte procedurefouten aan.
Het Gerecht van eerste aanleg heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard op grond dat rekwirante door de litigieuze rechtshandeling niet rechtstreeks en individueel wordt geraakt in de zin van artikel 230, vierde alinea, EG.
Deze rechtsopvatting berust op een onjuiste juridische beoordeling. Het Gerecht onderkent niet dat een aantasting van de intellectuele eigendom een individuele en rechtstreekse geraaktheid impliceert die leidt tot een individuele en rechtstreekse geraaktheid in de zin van artikel 230, vierde alinea, EG. Het wezen van een octrooi bestaat erin dat aan een bepaald rechtssubject een exclusief, in de tijd beperkt recht wordt toegekend, dat logischerwijs slechts één bepaald rechtssubject toekomt. Niemand anders beschikt over dat recht en daarom leidt een aantasting van dat recht door een communautaire rechtshandeling noodzakelijk tot een individuele en rechtstreekse geraaktheid.
Het argument van het Gerecht dat er naast rekwirante nog andere aanbieders van een elektronisch tolheffingssysteem bestaan die in voorkomend geval op dezelfde wijze als rekwirante worden geraakt en dat er derhalve geen sprake is van een rechtstreekse en individuele geraaktheid, snijdt geen hout. Een rechtstreekse en individuele geraaktheid kan niet worden uitgesloten op grond dat er ook andere personen door de litigieuze rechtshandeling worden geraakt wanneer deze precies geen octrooi hebben.
Het Gerecht heeft het recht om te worden gehoord geschonden door rekwirantes verklaring dat zij een ISO-CALM-infraroodnorm heeft ontwikkeld en daarvoor de staatsprijs heeft ontvangen, af te wijzen. Ten slotte is de duur van de procedure, met name vier jaar, evenmin aanvaardbaar en deze duur vormt op zich een ernstig proceduregebrek.