This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62008TN0276
Case T-276/08: Action brought on 15 July 2008 — Al-Aqsa v Council
Zaak T-276/08: Beroep ingesteld op 15 juli 2008 — Al-Aqsa/Raad
Zaak T-276/08: Beroep ingesteld op 15 juli 2008 — Al-Aqsa/Raad
PB C 236 van 13.9.2008, p. 15–15
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
13.9.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 236/15 |
Beroep ingesteld op 15 juli 2008 — Al-Aqsa/Raad
(Zaak T-276/08)
(2008/C 236/25)
Procestaal: Nederlands
Partijen
Verzoekende partij: Al-Aqsa (Heerlen, Nederland) (vertegenwoordiger(s): J. Pauw en M. Uiterwaal, advocaten)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie
Conclusies van verzoekende partij
— |
Het Gerecht wordt verzocht te beslissen dat de Raad jegens verzoekster gehouden is tot vergoeding van de door verzoekster geleden schade, ad 10 600 000 EUR, vermeerderd met de rente tot op de dag van het in deze te wijzen arrest, althans zodanige schadevergoeding als het Gerecht zal vaststellen; |
— |
Verzoekster verzoekt het gerecht de Raad te veroordelen in de kosten van deze procedure. |
Middelen en voornaamste argumenten
Verzoekster vraagt vergoeding van de schade die zij beweerd te hebben geleden doordat zij bij Besluit 2003/480/EG van de Raad van 27 juni 2003 (1) op de lijst van personen waarop Verordening 2001/2580/EG (2) van toepassing is. Nadien werd de plaatsing van verzoekster bij elke herziening van de lijst gehandhaafd.
Verzoekster voert aan dat deze besluiten op verschillende gronden onrechtmatig zijn. Verzoekster wijst er ten eerste op dat het Besluit 2006/379/EG van 29 mei 2006 (3) door het Gerecht is vernietigd wegens strijd met de vereiste van een deugdelijke motivering (4). Verzoekster voert verder aan dat er verscheidene inhoudelijke gebreken kleven aan de besluiten. Zij verwijst hierbij naar de middelen die zij heeft ingeroepen in de zaken T-327/03 en T-348/07, Al-Aqsa/Raad (5)
Het betreft volgens verzoekster voldoende gekwalificeerde schendingen van rechten verleend aan individuen die zodoende de toekenning van schadevergoeding rechtvaardigen. De schade geleden door verzoekster betreft reputatieschade evenals immateriële schade, waarvoor de Raad verantwoordelijk is sinds 28 juni 2003, datum van de inwerkingtreding van de Europese maatregelen.
(1) 2003/480/EG: Besluit van de Raad van 27 juni 2003 tot uitvoering van artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2580/2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme, en tot intrekking van Besluit 2002/974/EG (PB L 160, blz. 81).
(2) Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad van 27 december 2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme (PB L 344, blz. 70).
(3) 2006/379/EG: Besluit van de Raad van 29 mei 2006 tot uitvoering van artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2580/2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme, en tot intrekking van Besluit 2005/930/EG (PB L 144, blz. 21).
(4) Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 11 juli 2007, Al-Aqsa/Raad, T-327/03, nog niet gepubliceerd in de Jurisprudentie.
(5) PB 2003 C 289, blz. 30 et PB 2007 C 269, blz. 61.