This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62009TN0204
Case T-204/09: Action brought on 25 May 2009 — Olymp Bezner v OHIM — Bellido (OLYMP)
Zaak T-204/09: Beroep ingesteld op 25 mei 2009 — Olymp Bezner/BHIM — Bellido (OLYMP)
Zaak T-204/09: Beroep ingesteld op 25 mei 2009 — Olymp Bezner/BHIM — Bellido (OLYMP)
PB C 167 van 18.7.2009, p. 21–21
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
18.7.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 167/21 |
Beroep ingesteld op 25 mei 2009 — Olymp Bezner/BHIM — Bellido (OLYMP)
(Zaak T-204/09)
2009/C 167/41
Taal van het verzoekschrift: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Olymp Bezner GmbH & Co. KG (Bietigheim-Bissingen, Duitsland) (vertegenwoordigers: J. Dönch en M. Eck, advocaten)
Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)
Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Miguel Bellido, S.A. (Manzanares, Ciudad Real, Spanje)
Conclusies
— |
de beslissing van de tweede kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 5 maart 2009 in zaak R 598/2008-2 vernietigen; en |
— |
het BHIM verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ingeschreven gemeenschapsmerk waarvan nietigverklaring is gevorderd: beeldmerk „OLYMP” voor waren van klasse 25
Houder van het gemeenschapsmerk: verzoekster
Partij die nietigverklaring van het gemeenschapsmerk vordert: andere partij in de procedure voor de kamer van beroep
Merkrecht van de partij die nietigverklaring vordert: Spaanse merkinschrijving voor het beeldmerk „OLIMPO” voor waren van klasse 25
Beslissing van de nietigheidsafdeling: nietigverklaring van het betrokken gemeenschapsmerk
Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep
Aangevoerde middelen: schending van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 van de Raad (thans artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 207/2009 van de Raad) doordat de kamer van beroep ten onrechte heeft geoordeeld dat er verwarringsgevaar bestond, gelet op het feit dat de betrokken merken niet overeenstemmen op visueel, fonetisch of begripsmatig vlak.