This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62012CN0153
Case C-153/12: Reference for a preliminary ruling from the Administrativen sad — Varna (Bulgaria), lodged on 30 March 2012 — Sani Treid EOOD v Direktor na Direktsia ‘Obzhalvane i upravlenie na izpalnenieto’ — Varna pri Tsentralno Upravlenie na Natsionalnata Agentsia za Prihodite
Zaak C-153/12: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Administrativen sad — Varna (Bulgarije) op 30 maart 2012 — Sani Treyd EOOD/Direktor na Direktsia „Obzhalvane i upravlenie na izpalnenieto” — Varna pri Tsentralno Upravlenie na Natsionalnata Agentsia za Prihodite
Zaak C-153/12: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Administrativen sad — Varna (Bulgarije) op 30 maart 2012 — Sani Treyd EOOD/Direktor na Direktsia „Obzhalvane i upravlenie na izpalnenieto” — Varna pri Tsentralno Upravlenie na Natsionalnata Agentsia za Prihodite
PB C 165 van 9.6.2012, p. 14–14
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
9.6.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 165/14 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Administrativen sad — Varna (Bulgarije) op 30 maart 2012 — Sani Treyd EOOD/Direktor na Direktsia „Obzhalvane i upravlenie na izpalnenieto” — Varna pri Tsentralno Upravlenie na Natsionalnata Agentsia za Prihodite
(Zaak C-153/12)
2012/C 165/22
Procestaal: Bulgaars
Verwijzende rechter
Administrativen sad — Varna
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Sani Treyd EOOD
Verwerende partij: Direktor na Direktsia „Obzhalvane i upravlenie na izpalnenieto” — Varna pri Tsentralno Upravlenie na Natsionalnata Agentsia za Prihodite
Prejudiciële vragen
1) |
Moet het begrip belastbaar feit in de zin van artikel 62, nr. 1, van richtlijn 2006/112/EG van de Raad (1) van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde aldus worden uitgelegd, dat het ook de gevallen van vrijgestelde handelingen omvat, met inbegrip van handelingen die worden verricht door een persoon die niet de hoedanigheid van belastingplichtige in de zin van Titel III en van een tot voldoening van de belasting gehouden persoon in de zin van Titel XI, hoofdstuk 1, afdeling 1 van richtlijn 2006/112 heeft? |
2) |
Verzetten de artikelen 62 en 63 van richtlijn 2006/112 zich tegen een nationale bepaling die stelt dat het belastbare feit zich voordoet op het tijdstip waarop de vrijgestelde handeling wordt verricht, en niet op het tijdstip waarop de voorwaarde is vervuld dat deze belastbaar is? |
3) |
Verzet artikel 63 van richtlijn 2006/112 zich tegen een nationale bepaling en een nationale praktijk die stellen dat het belastbare feit voor de levering van delen van een gebouw zich niet voordoet op het tijdstip van de overdracht van de eigendom, maar eerder, namelijk op het tijdstip van verrichting van de afgesproken tegenprestatie die een vrijgestelde handeling is, gesteld door een persoon die niet de hoedanigheid van belastingplichtige en van tot voldoening van de belasting gehouden persoon heeft? |
4) |
Verzet artikel 65 van richtlijn 2006/112 zich tegen een nationale bepaling die voor het verschuldigd worden van de belasting aansluit bij een betaling die volledig of gedeeltelijk in goederen of diensten luidt? |
5) |
Verzetten de artikelen 73 en 80 van richtlijn 2006/112 zich tegen een nationale bepaling die stelt dat voor zover de tegenprestatie voor een handeling volledig of gedeeltelijk in goederen of diensten luidt, de maatstaf van heffing van deze handeling in alle gevallen de normale waarde is? |
(1) PB L 347, blz. 1.