This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62013CN0681
Case C-681/13: Request for a preliminary ruling from the Hoge Raad der Nederlanden (Netherlands) lodged on 23 December 2013 — Diageo Brands BV v Simiramida-04 EOOD
Zaak C-681/13: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden (Nederland) op 23 december 2013 — Diageo Brands BV tegen Simiramida-04 EOOD
Zaak C-681/13: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden (Nederland) op 23 december 2013 — Diageo Brands BV tegen Simiramida-04 EOOD
PB C 71 van 8.3.2014, p. 11–11
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
8.3.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 71/11 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden (Nederland) op 23 december 2013 — Diageo Brands BV tegen Simiramida-04 EOOD
(Zaak C-681/13)
(2014/C 71/18)
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Hoge Raad der Nederlanden
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekster: Diageo Brands BV
Verweerster: Simiramida-04 EOOD
Prejudiciële vragen
1) |
Moet artikel 34, aanhef en onder 1, van verordening (EG) nr. 44/2001 (1) aldus worden uitgelegd dat deze weigeringsgrond mede ziet op het geval waarin de beslissing van de rechter van de lidstaat van herkomst evident in strijd is met het Unierecht, en dit door die rechter is onderkend? |
2) |
|
3) |
Moet artikel 14 van richtlijn 2004/48/EG (2) aldus worden uitgelegd dat deze bepaling mede ziet op de kosten die partijen maken in het kader van een geding in een lidstaat tot schadevergoeding, indien de vordering en het verweer betrekking hebben op de beweerde aansprakelijkheid van de verwerende partij wegens beslagen die zij heeft gelegd en aanzeggingen die zij heeft gedaan ter handhaving van haar merkrecht in een andere lidstaat, en in dat verband een vraag rijst naar de erkenning in eerstgenoemde lidstaat van een beslissing van de rechter van laatstgenoemde lidstaat? |
(1) Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 12, blz. 1).
(2) Richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (PB L 157, blz. 45).