This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62014CN0500
Case C-500/14: Request for a preliminary ruling from the Tribunale ordinario di Torino (Italy) lodged on 10 November 2014 — Ford Motor Company v Wheeltrims srl
Zaak C-500/14: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunale ordinario di Torino (Italië) op 10 november 2014 — Ford Motor Company/Wheeltrims srl
Zaak C-500/14: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunale ordinario di Torino (Italië) op 10 november 2014 — Ford Motor Company/Wheeltrims srl
PB C 46 van 9.2.2015, p. 22–22
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
9.2.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 46/22 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunale ordinario di Torino (Italië) op 10 november 2014 — Ford Motor Company/Wheeltrims srl
(Zaak C-500/14)
(2015/C 046/28)
Procestaal: Italiaans
Verwijzende rechter
Tribunale ordinario di Torino
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Ford Motor Company
Verwerende partij: Wheeltrims srl
Prejudiciële vragen
1) |
Verdraagt het zich met het gemeenschapsrecht dat artikel 14 van richtlijn 98/71 (1) en artikel 110 van verordening (EG) nr. 6/2002 (2) aldus worden toegepast dat producenten van reserveonderdelen en toebehoren ingeschreven merken van derden mogen gebruiken teneinde de uiteindelijke koper in staat te stellen de oorspronkelijke verschijningsvorm van een samengesteld voortbrengsel te herstellen, ook al brengt de merkhouder het betrokken onderscheidend teken op zodanige wijze op het op het samengestelde voortbrengsel te monteren reserveonderdeel of toebehoren aan dat het van buitenaf zichtbaar is en zo bijdraagt aan de uiterlijke verschijning van het samengestelde voortbrengsel? |
2) |
Moet de in artikel 14 van richtlijn 98/71 en artikel 110 van verordening (EG) nr. 6/2002 bedoelde reparatieclausule aldus worden uitgelegd dat zij voor derde producenten van reserveonderdelen en toebehoren een subjectief recht inhoudt, en dat dergelijke derden, in afwijking van het bepaalde in verordening nr. 207/2009 (3) en richtlijn 89/104/EG (4), op grond van dit subjectieve recht het ingeschreven merk van anderen mogen gebruiken voor reserveonderdelen en toebehoren, ook al brengt de merkhouder het betrokken onderscheidend teken op zodanige wijze op het op het samengestelde voortbrengsel te monteren reserveonderdeel of toebehoren aan dat het van buitenaf zichtbaar is en zo bijdraagt aan de uiterlijke verschijning van het samengestelde voortbrengsel? |
(1) Richtlijn 98/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 1998 inzake de rechtsbescherming van modellen (PB L 289, blz. 28).
(2) Verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende gemeenschapsmodellen (PB L 3, blz. 1).
(3) Verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het gemeenschapsmerk (PB L 78, blz. 1).
(4) Eerste richtlijn 89/104/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten (PB L 40, blz. 1).