This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62014CN0512
Case C-512/14 P: Appeal brought on 14 November 2014 by the Office for Harmonisation in the Internal Market (Trade Marks and Designs) (OHIM) against the judgment delivered on 3 September 2014 in Case T-686/13, Unibail v OHIM
Zaak C-512/14 P: Hogere voorziening ingesteld op 14 november 2014 door het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) tegen het arrest van het Gerecht (Derde kamer) van 3 september 2014 in zaak T-686/13, Unibail/BHIM
Zaak C-512/14 P: Hogere voorziening ingesteld op 14 november 2014 door het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) tegen het arrest van het Gerecht (Derde kamer) van 3 september 2014 in zaak T-686/13, Unibail/BHIM
PB C 138 van 27.4.2015, p. 24–25
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
27.4.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 138/24 |
Hogere voorziening ingesteld op 14 november 2014 door het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) tegen het arrest van het Gerecht (Derde kamer) van 3 september 2014 in zaak T-686/13, Unibail/BHIM
(Zaak C-512/14 P)
(2015/C 138/34)
Procestaal: Frans
Partijen
Rekwirant: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) (vertegenwoordiger: A. Folliard-Monguiral, gemachtigde)
Andere partij in de procedure: Unibail Management
Conclusies
— |
vernietiging van het bestreden arrest; |
— |
afdoening van de zaak overeenkomstig artikel 61, eerste alinea, tweede zin, van het Statuut, en |
— |
verwijzing van de verzoekende partij voor het Gerecht in de kosten van het BHIM. |
Middelen en voornaamste argumenten
Rekwirant voert één middel aan ter ondersteuning van zijn hogere voorziening. Het BHIM is namelijk van mening dat het Gerecht artikel 75, eerste zin, juncto artikel 7, lid 1, onder b), van verordening (EG) nr. 207/2009 (1) van de Raad van 26 februari 2009 inzake het gemeenschapsmerk heeft geschonden. Volgens het BHIM heeft het Gerecht niet alleen de strekking van het begrip „algehele motivering” maar ook zijn eigen rechtspraak onjuist uitgelegd. Tot slot verwijt rekwirant het Gerecht de bewijslast te hebben omgekeerd.