Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CB0438

Zaak C-438/15: Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 28 september 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Tribunale di Taranto — Italië) — Strafzaak tegen Davide Durante (Prejudiciële verwijzing — Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof — Identieke prejudiciële vragen — Artikelen 49 VWEU en 56 VWEU — Vrijheid van vestiging — Vrij verrichten van diensten — Kansspelen — Beperkingen — Dwingende redenen van algemeen belang — Evenredigheid — Voorwaarden voor deelname aan een aanbesteding en beoordeling van de economische en financiële draagkracht — Uitsluiting van een inschrijver wegens niet-overlegging van door twee verschillende bankinstellingen afgegeven verklaringen van economische en financiële draagkracht)

PB C 454 van 5.12.2016, p. 10–11 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

5.12.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 454/10


Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 28 september 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Tribunale di Taranto — Italië) — Strafzaak tegen Davide Durante

(Zaak C-438/15) (1)

((Prejudiciële verwijzing - Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Identieke prejudiciële vragen - Artikelen 49 VWEU en 56 VWEU - Vrijheid van vestiging - Vrij verrichten van diensten - Kansspelen - Beperkingen - Dwingende redenen van algemeen belang - Evenredigheid - Voorwaarden voor deelname aan een aanbesteding en beoordeling van de economische en financiële draagkracht - Uitsluiting van een inschrijver wegens niet-overlegging van door twee verschillende bankinstellingen afgegeven verklaringen van economische en financiële draagkracht))

(2016/C 454/21)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Tribunale di Taranto

Partij in de strafzaak

Davide Durante

Dictum

De artikelen 49 VWEU en 56 VWEU moeten aldus worden uitgelegd dat zij niet in de weg staan aan een nationale bepaling, zoals die in het hoofdgeding, op grond waarvan marktdeelnemers die wensen deel te nemen aan een aanbesteding voor de verlening van concessies op het gebied van spelen en weddenschappen, hun economische en financiële draagkracht moeten bewijzen aan de hand van verklaringen van minstens twee bankinstellingen, zonder dat deze draagkracht ook op een andere wijze mag worden aangetoond, voor zover een dergelijke bepaling kan voldoen aan de evenredigheidsvoorwaarden die in de rechtspraak van het Hof zijn geformuleerd, hetgeen ter beoordeling van de verwijzende rechterlijke instantie staat.


(1)  PB C 381 van 16.11.2015.


Top
  翻译: