Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CN0207

Zaak C-207/15 P: Hogere voorziening ingesteld op 4 mei 2015 door Nissan Jidosha KK tegen het arrest van het Gerecht (Derde kamer) van 4 maart 2015 in zaak T-572/12, Nissan Jidosha KK/Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

PB C 262 van 10.8.2015, p. 3–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

10.8.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 262/3


Hogere voorziening ingesteld op 4 mei 2015 door Nissan Jidosha KK tegen het arrest van het Gerecht (Derde kamer) van 4 maart 2015 in zaak T-572/12, Nissan Jidosha KK/Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

(Zaak C-207/15 P)

(2015/C 262/04)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirante: Nissan Jidosha KK (vertegenwoordigers: B. Brandreth, barrister, en D. Cañadas Arcas, abogada)

Andere partij in de procedure: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Conclusies

Rekwirante verzoekt het Hof:

het arrest van het Gerecht van 4 maart 2015 in zaak T-572/12 te vernietigen;

de beslissing van de eerste kamer van beroep van het BHIM van 6 september 2012 (zaak R 2469/2011-1) te vernietigen;

het BHIM te verwijzen in de door rekwirante gemaakte kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Rekwirante voert ter onderbouwing van haar hogere voorziening aan dat het Gerecht blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting bij zijn uitlegging van artikel 47 van verordening (EG) nr. 207/2009 (1). Het Gerecht heeft met name ten onrechte geoordeeld dat artikel 47 niet toestaat om opeenvolgende aanvragen om vernieuwing in te dienen. Bovenop die onjuiste uitlegging van artikel 47 van verordening nr. 207/2009 heeft het Gerecht ook blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting waar het bij zijn uitlegging van artikel 48 van verordening nr. 207/2009 heeft geoordeeld dat deze bepaling enkel betrekking heeft op het teken van het gemeenschapsmerk.

a)

De uitlegging door het Gerecht van artikel 47, lid 3, is innerlijk tegenstrijdig.

b)

De uitlegging door het Gerecht van artikel 47, lid 3, leidt in de praktijk tot een gedeeltelijke afstand van het merk in omstandigheden die indruisen tegen de voorwaarden waarin artikel 50 van verordening nr. 207/2009 daartoe voorziet.

c)

Het door het Gerecht ingeroepen vereiste van rechtszekerheid wordt enkel aangevoerd wegens de door het BHIM vastgestelde maatregelen. Dit vereiste vloeit niet voort uit de door het Gerecht aan artikel 47, lid 3, gegeven uitlegging en de rechtszekerheid is evenzeer gewaarborgd bij de door rekwirante voorgestelde uitlegging. In casu is het BHIM uitgegaan van de premisse dat afstand was gedaan van het merk, wat door het Gerecht als een onjuiste rechtsopvatting is gekwalificeerd.

d)

De door rekwirante voorgestelde uitlegging van artikel 47, lid 3, is niet uitgesloten gelet op de bewoordingen van deze bepaling.

e)

Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting bij zijn uitlegging van artikel 48 waar het heeft geoordeeld dat deze bepaling enkel betrekking heeft op het teken waaruit het gemeenschapsmerk bestaat.


(1)  Verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het gemeenschapsmerk (PB L 78, blz. 1).


Top
  翻译: